1.2 De winkelier wil winst


1.2 De winkelier wil winst


herhaling
Blz. 16 t/m 21


1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson


1.2 De winkelier wil winst


herhaling
Blz. 16 t/m 21


Slide 1 - Slide

Wat zie je op de afbeelding?
A
Afzet
B
Bedrijfskolom
C
Productiefactoren
D
Kapitaalgoederen

Slide 2 - Quiz

Door elke bewerking krijgt een product meer waarde.
Hoe noem je dit?

Slide 3 - Open question

Wat zijn de drie productiefactoren?

Slide 4 - Open question

Een ondernemer doet dit om meer, beter of goedkoper te kunnen produceren.
A
Samenwerken
B
Verbouwen
C
Investeren
D
Bemoeien

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide


Je verkoopt 300 broden voor €3,00 per stuk.
Bereken de omzet!

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Het is koud en je verkoopt warme chocolademelk. Aan het einde van de dag heb je 36 bekertjes verkocht voor €1,00 per stuk.
Bereken de omzet!

Slide 10 - Open question

De omzet van de chocolademelk is dus €36.
De inkoopwaarde was €18.
Bereken de brutowinst.

Slide 11 - Open question

Wat voor kosten heb je 
nog meer?

Slide 12 - Slide

Bedrijfskosten

Kosten om je winkel te laten functioneren zoals:
- Huur
- Loon 
- Stroom 
- Reclame

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Een nieuwe auto kost €33.000. Je hebt als bedrijf 15 auto's verkocht. Wat is de omzet?

Slide 15 - Open question

De omzet is dus €495.000. De inkoopprijs van de auto's was €6.000 per auto (15 stuks).
Wat is de brutowinst? Bereken eerst de inkoopwaarde.

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Video