§5.0 Kerkgeschiedenis (3)

Welkom in de godsdienstles
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom in de godsdienstles

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vertel, wat weet je nog over Bonifatius?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

De Middeleeuwen
ca. 500 - ca. 1500

Slide 3 - Slide

Vorige les een uitstapje gemaakt naar het ontstaan van Christendom in NL. Maar de lage landen werden (ook) beinvloed door de omliggende landen/heersers.
In de Middeleeuwen was vrijwel iedereen Christelijk in Europa. Het is dus ook enorm gegroeid doordat het christelijke geloof erg flexibel was in die tijd. De oude gebruiken, feesten en rituelen worden heel makkelijk opgenomen in het christelijke geloof. Zo konden mensen die zich bekeerden heel makkelijk 'thuis' voelen in de kerk.
Naast flexibiliteit kende het geloof ook zeer veel beperkingen en behoorden de 'geestelijken' tot de hoogste stand in de middeleeuwse samenleving. 
2 groepen:
  1. hoge geestelijke: kardinalen (na de paus de hoogste mensen in de kerk)
  2. lage/vrije geestelijken: monniken, priesters en nonnen
De geestelijke namen veel beslissingen namens God. Hierdoor was er veel vertrouwen in de kerk. BIjv..:Geestelijken moesten bidden tot God namens de 'gewone mensen' om iedereen in de hemel te krijgen

Van ontstaan naar 1e scheuring
Jezus > apostelen > verspreiding > vervolging > staatsgodsdienst
5 grote kerkcentra: 
1) Jeruzalem
2) Antiochië > Petrus
3) Alexandrië > Markus
4) Rome > Paulus
5) Byzantium (Constantinopel) > Keizer Constantijn

Slide 4 - Slide

Al heel vroeg erkende de Kerk de speciale posities van drie bisschoppen, die bekend stonden als patriarchen: de bisschop van Rome, de bisschop van Alexandrië en de bisschop van Antiochië.
Later werden daar de bisschoppen van Constantinopel (als bisschop van het toenmalige machtscentrum van het Romeinse Rijk) en van Jeruzalem (als bisschop van de stad waar Jezus is gekruisigd en verrezen) toegevoegd.
De patriarchen genoten zowel autoriteit als prioriteit over hun medebisschoppers  in de kerk.

De paus heeft een rol als gelijkwaardige, die nét iets belangrijker is.
Kerkscheuring = Schisma
1054 
- taalgebruik: Latijn/ Grieks? 
- Invloed van de islam wordt steeds groter
- Gebruik van iconen/beelden

Slide 5 - Slide

Er ontstond gedoe, doordat er o.a. organisatorische veranderingen plaatsvonden waardoor eenheid in het Romeinse rijk wegviel.  Dit had invloed op de kerk. 
Voorbeeld: In het westen was de dominante taal het Latijn, in het oosten was dat het Grieks. In de kerk was het altijd zo geweest dat beide talen naast elkaar gebruikt werden, maar doordat er geen eenheid meer was verwaterde dit. Communicatie werd lastiger omdat niet iedereen meer beide talen sprak. 
Ook de islam krijgt steeds meer volgelingen en dit had ook invloed op de bevolking - doordat er veldslagen werden gevoerd en de strijders in de veroverde gebieden hun geloof, taal en gebruiken meenamen.  Rond 800 hoorden het Midden Oosten, Noord Afrika en Spanje bij het Arabische rijk. De islam was in deze gebieden de belangrijkste godsdienst geworden.

De iconostase is de wand met iconen die in een orthodoxe kerk of in een katholieke kerk van de Byzantijnse traditie de altaarruimte scheidt van de ruimte voor de gelovigen. Beneden in het midden zijn de koninklijke deuren die tijdens de liturgie opengaan voor het Evangeliewoord en de Communie. Naast deze deuren zien we rechts vanuit de kerk Christus en links de Moeder Gods Maria. Opzij zijn de noorddeur en de zuiddeur met afbeeldingen van engelen. Op de Iconstase zien we boven deze deuren een rij feesticonen en daarboven de Deesis: Christus op zijn troon, en aan weerszijde Johannes de Voorloper en de Moeder Gods Maria. Bovenaan in de iconostase worden de oudtestamentische aartsvaders en profeten afgebeeld. De iconostase is een uitbeelding van de hemelse liturgie, waaraan de gelovigen op aarde bij de liturgieviering in de kerk deel mogen hebben.
Rooms Katholieke Kerk
Voertaal: Latijn
Centrum: Rome
Macht: bij de Paus

Oosters Orthodoxe Kerk
Voertaal: Grieks
Centrum: Constantinopel
Macht: niet centraal

(Iconostase)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Klooster

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Kloosters
Je volledig op God richten/ Jezus navolgen
Ora et labora - bid en werk
> armoede
> gehoorzaamheid
> celibaat

Slide 8 - Slide

In Nederland begint het kloosterleven in de vijfde eeuw met rondtrekkende monniken: missionarissen die hier het christelijk geloof komen brengen. Rond 700 worden in Maastricht, Utrecht en Susteren de eerste Nederlandse kloosters gesticht.
De vroeg-middeleeuwse kloosters zijn gevestigd op het platteland. Er ontstaan dorpen omheen.
 Kloosterlingen volgen de regel van Sint Benedictus en behoren tot het kleine aantal mensen dat kan lezen en schrijven. Hun dagelijks leven bestaat uit een afwisseling van bidden en werken. Ze dragen bij aan de ontginning van gronden en aan de ontwikkeling van landbouw en veeteelt.


± 1260 - Maria in Campis

Slide 9 - Slide

In eerste instantie in Coevorden gesticht, als straf voor de bevolking voor de moord op de bisschop.  Maar het wordt op een ongelukkige plek gebouwd. Daarom verplaatst naar een nieuwe plek; een zandrug die uitgroeide tot het huidige Assen.
Maria in Campis was een vrouwenklooster. Vooral dames uit gegoede families maar er mochten ook 'gewone' mensen wonen.omdat ze geld of bezit aan het klooster hadden gegeven.  (denk aan oude mensen die hun grond aan het klooster gaven in ruil tegen zorg)
Door een brand in 1418 is bijna het hele klooster verwoest, maar is jaren later weer opgebouwd. Door de opkomst van het protestantse geloof werd het klooster in 1602 opgeheven - Kloosterveen

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Romeinse invloed: de schatkamer
God is de rechter - houdt de balans bij
Goede werken - zonden
Heiligen >> mensen met een overschot aan goede werken
>> schatkamer

Hoe kom ik in de hemel? 
>> aflaat / bedevaart / heiligenverering / relikwieën

Slide 11 - Slide

This item has no instructions