2.1 De Griekse democratie

2.1 Griekse democratie & 
2.2 Het Hellenisme             
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

2.1 Griekse democratie & 
2.2 Het Hellenisme             

Slide 1 - Slide

2.1 Griekse democratie & 
2.2 Het Hellenisme             
600 - 300 v.C Hoogtepunt Griekse cultuur
330 - 30 v.C. Hellinisme

Slide 2 - Slide

Leerdoelen (p. 71)
  • De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadsstaat
  • Aangeven naar welk verschijnsel in de geschiedenis het begrip 'hellenisme' verwijst 

Slide 3 - Slide

Stadstaten
  • ca. 700 verschillende stadstaten (poleis)
  • Athene en Sparta waren het grootst

  • Iedere stadstaat had een eigen bestuur en maakte  eigen wetten 
  • Overeenkomsten:
    - In iedere polis spraken ze Grieks, vereerden ze dezelfde goden en bouwden ze op dezelfde manier tempels. 

Slide 4 - Slide

Historicus A zegt: Griekenland was in de Oudheid geen eenheid.
Historicus B zegt: Griekenland was wel degelijk een eenheid.

Geef voor beide historici een argument om hun gelijk te bewijzen.

Slide 5 - Open question

Politiek
Ons woord politiek is afgeleid van het begrip ‘polis’.
Politiek = De manier waarop een land of een stad besluiten neemt.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Monarchie
Aan het begin waren de meeste poleis een monarchie
Dit betekent dat een koning de macht heeft
Zijn macht wordt geërfd door zijn kinderen

Slide 8 - Slide

Aristocratie
Na een tijd willen de rijke burgers ook wat te zeggen hebben
Zij hebben de wapens en zetten de koning aan de kant
Deze aristoi nemen dan met elkaar de beslissingen.
Aristocratie
Aristos (ἄριστος) = beste
Kratein (κρατεῖν) = heersen
Aristocratie= de beste heersen

Slide 9 - Slide

Tirannie
Soms lukt het een aristocraat om alle macht te krijgen
Vaak lukt dit met geweld
Hij wordt dan een tiran met alle macht voor zichzelf

Slide 10 - Slide

Democratie
De gewone burgers willen meebeslissen over de polis
Iedere mannelijke burger van 18+ krijgt daarom stemrecht
Athene wordt zo een democratie
Democratie
Demos (δῆμος) = volk
Kratein (κρατεῖν) = heersen
Democratie = het volk heerst

Slide 11 - Slide

Aan de slag
Lees de tekst van paragraaf 2.1

Maak opdracht 5, 6, 7, 8
Extra: 9

timer
6:00

Slide 12 - Slide

Hoe verschilt de Atheense democratie met de Nederlandse?
Atheense democratie
Nederlandse democratie
Politici hebben de politiek als beroep
De burgers mogen zelf over wetten stemmen
Vrouwen mogen niet meedoen in de politiek
Politici hebben naast politiek nog een ander beroep
Vrouwen mogen wel meedoen in de politiek
Iedere 4 jaar komt een nieuwe regering
Iedere maand komt een nieuwe regering
De burgers kiezen wie over de wetten stemmen

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Video

Filosofen
Onderzoekers van allerlei aspecten van het bestaan:

- Natuurfilosofie: Hoe zit de wereld om ons heen in elkaar?

- Ethiek: Wat is goed en wat is kwaad?

- Politiek: Hoe kan een polis het beste bestuurd worden?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Griekse filosofen
Socrates , Plato, Aristoteles. 

  • Wat is geluk? 
  • Wat is de beste vorm van bestuur? (kritiek op de democratie)
  • Wat is goed en wat is slecht? 


Slide 17 - Slide

Ook nadenken over bestuur
Socrates en Plato waren tegen de democratie.

'Gewone mensen denken niet goed over hun beslissingen, laat politiek over aan wijze mannen.'


Slide 18 - Slide

2.2 Het Hellenisme

Slide 19 - Slide

Philippus II
  • Koning van Macedonie verovert de Griekse stadstaten
  • Mogelijk door verzwakking na Peloponnesische oorlogen tussen Athene en Sparte
  • --> einde autonomie 

Slide 20 - Slide

Alexander de Grote
r. 336 v. Chr. - 323 v. Chr.
  • Doel: Perzische Rijk veroveren 
  • Hij versloeg zijn tegenstander Darius III in  de veldslagen bij Issos (333 v. Chr.) en Gaugamela (331 v. Chr.)
  • Sticht nieuwe steden in veroverde gebieden
    --> Alexandrië

Slide 21 - Slide

Succes
Drie verklaringen voor succes van Alexander:
  1. Karakter: doorzettingsvermogen, militair inzicht, zelfvertrouwen
  2. Inspelen op lokale gewoontes
  3. Streeft doelbewust naar een gemengde elite

Slide 22 - Slide

Hellenisme
  • Griekenland = Hellas
  • Verspreiding van de Griekse cultuur
  • Gebeurt zowel bedoeld als onbedoeld
  • --> massa huwelijk in Susa

Slide 23 - Slide

Gevolgen Hellenisme
  • Politieke veranderingen:
Grieks werd de officiële taal, 
bestuursorganen geïntroduceerd (niet democratisch maar oligargisch!)
  • Culturele veranderingen:
    Theater, kunst, religie, tempels
  • Voorbeelden:
  • Sarapis: Egyptische god met Griekse kenmerken
  • Gandhara cultuur: Greco boeddhisme

Slide 24 - Slide

Maak 2.2 vraag 10 en 11

Slide 25 - Slide

Leerdoelen (p. 71)
  • De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadsstaat
  • Aangeven naar welk verschijnsel in de geschiedenis het begrip 'hellenisme' verwijst 

Slide 26 - Slide