HH. schimmels, bacterien virussen

Schimmels
1 / 14
next
Slide 1: Slide
gewasbeschermingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Schimmels

Slide 1 - Slide

Waar gebruiken wij schimmels voor?

Slide 2 - Open question

Schimmels groeien het snelst als de volgende omstandigheden zich voordoen.
A
Warm (tussen 20 en 25 graden) en droog weer
B
Warm en vochtig weer.
C
Koud (<10 graden) en vochtig weer
D
Koud en droog weer.

Slide 3 - Quiz

Een schimmel vermenigvuldigt zich door middel van:
A
celdeling van de aangetaste plant.
B
zaden
C
Sporen
D
eitjes

Slide 4 - Quiz

Bacteriën

Slide 5 - Slide

Wat is het nut van bacteriën voor de mens?

Slide 6 - Open question

Hoe snel kan een bacterie zich vermenigvuldigen onder gunstige omstandigheden?
A
Hij verdubbelt elke 24 uur.
B
Hij vermenigvuldigt zich elke 20 - 30 seconden.
C
Hij verdubbelt elke 20 - 30 minuten.
D
Het worden er elke 20 uur twee keer zo veel.

Slide 7 - Quiz

Bij mensen en dieren bestrijden we bacteriën met antibiotica. Wat is het gevaar bij de bestrijding van bacteriën met antibiotica?
A
vergiftiging
B
resistentie
C
Verslaving
D
Allergie

Slide 8 - Quiz

Wat is een bacterieziekte?
A
Gonorroe
B
COVID-19
C
Waterpokken
D
Lymeziekte

Slide 9 - Quiz

Virussen

Slide 10 - Slide

Wat is een virus
A
klein deeltje dat bestaat uit een cel zonder celkern
B
klein deeltje dat bestaat uit erfelijk materiaal, verpakt in een eiwitomhulsel
C
klein deeltje dat bestaat uit een cel met celwand en celkern
D
klein deeltje dat bestaat uit erfelijk materiaal in de cel

Slide 11 - Quiz

Hoe werkt een virus?
A
Een virus maakt kopieën van zichzelf om zich te verspreiden
B
Een virus gebruikt de cellen van een gastheer om zich te laten vermenigvuldigen

Slide 12 - Quiz

Hoe kan je beschermt worden tegen een virus?
A
Door antibiotica
B
Door een aspirientje in te nemen
C
Door vaccinatie
D
Door niets te doen

Slide 13 - Quiz

Wat is een vaccin?
A
verzwakt virus dat het lichaam leert het te herkennen en antistoffen maakt
B
een medicijn dat je beter maakt
C
Een verzwakt virus dat je beter maakt zodat je niet meer ziek wordt

Slide 14 - Quiz