NG

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Snap je het NG?

1. ja
2. nee

Is deze zin een ng of een wg?
Marcel is ziek

1. ng
2. wg

Benoem in deze zin het NG:
Els wordt volgend jaar 50.

Is deze zin een ng of een wg?
Vincent wordt later een autohandelaar.

1. ng
2. wg

Bevat deze zin een NG:
Deze auto schijnt erg snel te kunnen rijden.

1. Ja, erg snel is het NG
2. Nee, deze zin bevat geen NG

Bevat deze in een NG:
Deze auto schijnt erg snel te zijn.

1. Ja , schijnt erg snel te zijn is het NG
2. Nee, deze zin bevat geen NG

Benoem in de volgende zin het KWW:
Het lijkt nu echt een probleem te worden.

Pak je boek en ga lekker lezen!