D3 leestekens, woordenschat h2 (week 3, les 2)

Welkom D3!
15-09-2021
mevrouw Hilde
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4Leerroute 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Welkom D3!
15-09-2021
mevrouw Hilde

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

programma (15-09)

  • woorden thema 'kantoor'
  • zelfstandig werken: Op Schrift (blz. 18)
  • woordspel

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat leer je?
Je leert nieuwe woorden die te maken hebben met het thema 'kantoor'.

Je leert wanneer je hoofdletters en leestekens moet gebruiken.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Op kantoor
Welke woorden ken jij voor op kantoor? 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

huiswerk bespreken

  • Je moest van Woordenschat H1 'de Samenleving' afmaken en van Op Schrift blz. 1 t/m 22 
  • Nepnieuwsbericht teruggeven.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wanneer gebruik je 
een hoofdletter?

Slide 7 - Mind map

Wanneer gebruik je hoofdletters?
LEESTEKENS

Wanneer gebruik je?

- punten .....

- vraagtekens ?????

- uitroeptekens !!!!!!

- komma's   ,,,,,,,,

- Apostrof ''''''''

- dubbele punten ::::::::::

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

KOMMA (1)

- Als pauzeteken in een zin


Onze hond eet erg veel, toch is hij niet dik.



Slide 9 - Slide

This item has no instructions

KOMMA (2)

- Tussen de delen van een opsomming


Ik hou van verschillende smaken ijs: chocolade, vanille, bosvruchten en cookie&caramel.



Slide 10 - Slide

This item has no instructions

KOMMA (3)

- Tussen twee persoonsvormen


Als je fietsband lek is, moet je ervoor zorgen dat het gemaakt wordt.



Samengestelde zin
Van twee zinnen is één zin gemaakt. Een zin heeft dan twee persoonsvormen (dit leer je in leerjaar 2).

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

UITROEPTEKEN (2)

- Om een bevel of waarschuwing aan te geven


Halt, of ik schiet!

Stop!

Kom hier!



Slide 12 - Slide

This item has no instructions

DUBBELE PUNT (1)

- Voor een opsomming


Je hebt nodig: een ei, een klontje boter en een snufje zout.



Slide 13 - Slide

This item has no instructions

UITROEPTEKEN (1)

- Om aan te geven dat iemand luid roept


'Ik ben beneden!' klonk het vanuit de kelder.



Slide 14 - Slide

This item has no instructions

DUBBELE PUNT (3)

- Voor een aankondiging


Ik heb een nieuwtje: ik ga verhuizen naar Breda.



Na een dubbele punt
Na een dubbele punt gebruik je normaal NOOIT een hoofdletter.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

DUBBELE PUNT (2)

- In plaats van want of immers (uitleg)


Ik ga niet mee naar de film: ik moet huiswerk maken.



Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Lees de tekst uit Op Schrift (blz. 18) en zet hoofdletters en leestekens waar nodig.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Tot slot: raadspelletje
Woordenschat H1 en H2 'Het kantoor'

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Dictee

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Schoolwerk

  • Woordenschat H2 De Samenleving 
  • Op Schrift (hele boekje af)


Volgende week dinsdag af. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions