Spelling en werkwoorden 98,99,100

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Werkwoordspelling

   Werkwoordspelling

   26 januari / 1D

Vorige keer

-Spelling en meervoud op -en -ee en -ie 

Wat weten we nog?

Meervoud van

HANDVAT

1. Handvatten
2. handvaten

Echt waar....

Allebei is tegenwoordig goed! 

Meervoud van
BRADERIE

1. braderieën
2. braderiën

BRADERIEËN

-Enkelvoud eindigt op -ie 

- Klemtoon valt op -ie

DUS braderieën

Meervoud van

ZEE

1. Zeeën
2. zeën

ZEEËN

- Klemtoon op -ie

- Eindigt in enkelvoud op -ie 

werkwoordspelling

Deze les 

- Kunt verleden tijd van STERKE WERKWOORDEN juist schrijven

Wat zijn sterke werkwoorden?

Sterke werkwoorden

De sterke werkwoorden veranderen van klank als ze van tijd veranderen.

lopen - liepen

zingen - zongen

denken - dachten 

Sterke werkwoorden verleden tijd 

- Gebruik verlengproef om erachter te komen of een woord op een -t of een 

-d eindigt: 

bijten --> beet (want: wij beten)

vinden -> vond (want: zij vonden)

-schrijf het woord zo kort en eenvoudig mogelijk. Gebruik nooit twee dezelfde klinkers of medeklinkers achter elkaar (dus ook geen -dd of -tt) behalve als dat nodig is voor de uitspraak: 

- treden --> traden; bestrijden --> bestreden; glijden --> gleden

en 

schrikken --> schrokken ; beginnen --> begonnen

Even checken

Wat is de verleden tijd van:

Een luipaard [verslindt] een leeuw

1. verslond
2. verslindde

Wat is de verleden tijd van:

De journalist [houdt] zich aan de afspraak.

1. hield
2. houdde

Maken:

Opdr. 4 + 5 (blz. 98,99)

(Bladzijde 100) Startopdracht + opdr. 1 + 2+3