Z32 B Lezen hoofdstuk 1
Tekstdoelen
Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren
1 / 18
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Tekstdoelen
Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren
Slide 1 - Quiz
krantenartikel
leesboek
reclame poster van een goed doel
ingezonden brief
informerende tekst
activerende tekst
amuserende tekst
overtuigende tekst
Slide 2 - Drag question
Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Overhalen
D
Uitleggen
Slide 3 - Quiz
Wat is het tekstdoel?
A
De schrijver wil informatie geven (informeren)
B
De schrijver wil je amuseren (amuseren)
C
De schrijver wil je iets laten doen (activeren)
D
De schrijver wil zijn mening geven (overtuigen)
Slide 4 - Quiz
Wat is het tekstdoel?
A
Instrueren
B
Informeren
C
Overtuigen
D
Activeren
Slide 5 - Quiz
Zet de juiste tekstsoorten bij de juiste tekstdoelen.
Tekstdoel Informeren
Tekstdoel Overtuigen
Tekstdoel Amuseren
Tekstdoel activeren
nieuwsbericht
Recensie over mijn gelezen boek
Een mop in een tijdschrift
Een oproep op een website om te gaan protesteren.
Artikel op website Voedingswijzer om elke dat fruit en groente te eten.
Spelhandleiding hoe je 'Yahtzee' moet spelen.
Slide 6 - Drag question
Wat is het tekstdoel?
A
Instrueren
B
Informeren
C
Overtuigen
D
Activeren
Slide 7 - Quiz
Hoofdzaken
Bijzaken
Conclusie
Hoofdgedachte
Onderwerp
Extra uitleg
Voorbeelden
herhaling
Slide 8 - Drag question
Slot
Kern
Inleiding
Hoofdgedachte
Tussenkopjes
Conclusie
Alinea's
Samenvatting
Onderwerp
Slide 9 - Drag question
Hoofdzaak
Bijzaak
voorbeelden
extra uitleg
details
kernzin
hoofdgedachte
grappige weetjes
tekstdoel
Slide 10 - Drag question
Wat moet je NIET doen bij verkennend lezen?
A
Je leest de titel en deeltitels
B
Je leest alle zinnen nauwkeurig.
C
Je kijkt naar de plaatjes
D
Je leest de eerste en de laatste alinea
Slide 11 - Quiz
verkennend lezen
nauwkeurig lezen
zoekend lezen
Je wilt weten met wat voor tekst je te maken hebt.
Je hebt een vraag en die wil je snel beantwoorden.
Je wilt de tekst begrijpen.
Slide 12 - Drag question
Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Wat betekent het woord hoofdgedachte?
A
De belangrijkste zin van een alinea
B
Het onderwerp van de tekst.
C
Een uitspraak waar je het wel of niet mee eens bent.
D
Het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd in één zin.
Slide 13 - Quiz
Wat is het onderwerp van een tekst? Het onderwerp van een tekst...
A
... vertelt in één woord waar de tekst over gaat.
B
... vertelt wat het belangrijkste van de tekst is.
C
... vertelt wat iemand ergens van vindt.
D
... vertelt wat waar of niet waar is.
Slide 14 - Quiz
Bij nauwkeurig lezen
A
lees je de tekst aandachtig
B
bekijk je alleen de plaatjes
C
zoek je alleen naar antwoord op de vragen
D
lees je alleen de titel en deeltitels
Slide 15 - Quiz
Verkennend lezen
Zoekend lezen
Nauwkeurig lezen
Studerend lezen
Een tekst bekijken
Antwoord op de vraag
Helemaal
Informatie onthouden woordjes leren
Slide 16 - Drag question
onderwerp
hoofdgedachte
complete zin
één of enkele woorden
nooit een vraag
verkennend lezen
nauwkeurig lezen
Slide 17 - Drag question
Leesstrategieën
Leesdoelen
Nauwkeurig
zoekend
overtuigen
Informeren
Activeren
verkennend
Amuseren
