Ethiek- 4

Leerdoelen
Je bent instaat om aan te geven wat ethiek inhoudt.
Je kunt de juiste omschrijvingen geven van de gebruikte termen en weten waar deze voor staan.
 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Leerdoelen
Je bent instaat om aan te geven wat ethiek inhoudt.
Je kunt de juiste omschrijvingen geven van de gebruikte termen en weten waar deze voor staan.
 

Slide 1 - Slide

welke uitspraak is het beste?
A
Het gaat bij ethiek over je eigen mening
B
Het gaat bij ethiek over het filosofisch benaderen van een vraag over goed en kwaad
C
Het gaat bij ethiek over waar en niet waar.
D
Het gaat bij ethiek over belangrijk en onbelangrijk.

Slide 2 - Quiz

Keuzes maken
  • Moraal: is het geheel van normen en waarden.
  • Norm: is een gedragsregel.
  • Waarde: is een ideaal (materieel /immaterieel)
  • Normen komen voort uit waarden. 
  • Deugden: karaktereigenschappen die we waarderen.

Slide 3 - Slide

Intrinsieke waarden:


Waarden die op zich zelf belangrijk zijn.


Slide 4 - Slide

Instrumentele waarden
zijn waarden die nodig zijn om intrinsieke waarden te bereiken.
Dus waar ik menswaardigheid & rechtvaardigheid mee kan realiseren!

Slide 5 - Slide

Wat is geen intrinsieke waarde?
A
liefde
B
geld
C
goedheid
D
vriendelijkheid

Slide 6 - Quiz

READER ETHIEK —> 2 vragen m.b.t. ethisch juist handelen
* 1. Welke doelen moeten wij in ons leven kiezen en
nastreven?
* 2. Door welke morele uitgangspunten moeten we ons
laten leiden in het maken en nastreven van deze
doelen?

Slide 7 - Slide

Ethische optiek
* Dat is: de benadering dat mensen goed behoren te handelen
A Goed - B behoren - C Handelen
Dit staat centraal in ieder vakgebied/profiel: sociaal, cultureel, medisch, technisch enz.enz.

Slide 8 - Slide

A. Goed
* Wat wordt hier bedoeld met het woord "Goed"?
* Ons handelen moet Menswaardig zijn
* Een ethische visie hebben we hiervoor  nodig
Vraag is steeds (in ieder vakgebied) : is ons handelen menswaardig te noemen?
noemen? 

Slide 9 - Slide

B. behoren
Ons goede handelen is in ieders vakgebied géén vrijblijvende zaak
Doe je het niet dan benadeel je de medemens en daarmee ook jezelf en jouw omgeving.

Slide 10 - Slide

C. ETHISCH Handelen
Het is iets praktisch —> je moet het doen! 
Daarvoor is een ethische visie nodig: vanuit welke ethische visie kan ik dan het beste handelen om menswaardige en rechtvaardige keuzes te maken? 

Slide 11 - Slide

We kunnen teleologisch handelen (doel/gevolg-gericht) 
of  deontologisch handelen (deugd/plicht-gericht )
Gevolgenethiek kijkt naar het resultaat (doel) van ons handelen
Plichtsethiek gaat uit van deugden en plichtsbesef.
Bentham en Kant staan hier tegenover elkaar:
Bentham met utilisme en Kant met de categorische imperatief.

Slide 12 - Slide

Wat is een norm?
A
Hetzelfde als een waarde
B
Een karaktereigenschap
C
Een deugd.
D
Een gedragsregel.

Slide 13 - Quiz

Wat is een deugd?
A
Hetzelfde als een norm
B
Een positief karaktereigenschap
C
Een kind dat niet luistert
D
Een gedragsregel

Slide 14 - Quiz

Gemeenschappelijk moraal:


  • Komt tot uiting in de grondwet.
  • Normen en waarden van een samenleving.
  • Nieuwe normen en waarden.

Slide 15 - Slide

Korte Herhaling
Wat is Ethiek?
A
Leer van het goede/juiste handelen
B
Leer van het menselijk handelen
C
Leer van het leven
D
Leer van de vrije wil

Slide 16 - Quiz

Christelijke ethiek

Elk mens is door God gewild 

bepaald doel

  • Normen en waarden veranderen bijna niet.
  • Want God verandert niet.

Slide 17 - Slide

Vraag!
Wat is een groot verschil tussen wijsgerige ethiek en christelijke ethiek? (zie reader/elo)

Slide 18 - Slide

HUISWERK
Maakwerk: par.3: vr. 33,35 t/m 38, 51a en b, 52,54

DEZE WEEK AFRONDEN! Dan verder met de gekozen case-opdracht!
Wanneer in te leveren? De uitgeprinte reader opdrachten en case opdracht inleveren in week/les  na de kerstvakantie 

Slide 19 - Slide

Succes met de case opdracht!!

Zet hem op en maak er iets moois van.

Slide 20 - Slide

stappenplan en cases
  • Fase 2: welke optieken spelen een rol?
  • Bijvoorbeeld:
  • Economische optiek: met welke middelen bereiken we economisch een zo goed mogelijk resultaat
  • Juridische optiek: hoe passen we regels/wetten eerlijk toe?
  • Medische optiek: hoe kunnen we medisch het goede doen en (be)handelen. 

Slide 21 - Slide

stappenplan en cases
  • Fase 3: welke waarden spelen een rol?
  • Waarden zijn datgene wat uiteindelijk belangrijk is.
  • Doe dit per optiek.
  • Fase 4: wat is het ethische probleem?
  • Welke waarden conflicteren?
  • Fase 5: Welke belanghebbenden spelen een rol?
  • Benoem iedereen die voor- of nadeel kan hebben. 

Slide 22 - Slide

stappenplan en cases
  • Fase 6: wie is moreel verantwoordelijk?
  • Wie neemt de uiteindelijke beslissing en wie heeft invloed?
  • Fase 7: het formuleren van een oplossing.
  • Neem een standpunt in en geef argumenten.
  • Hanteer hierbij een ethische visie.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide