This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 55 min
Items in this lesson
Voorzetels
Laat je laptop nog dicht :)
Slide 1 - Slide
De autoverkoper staat naast de duurste auto.
timer
0:30
Slide 2 - Slide
Introductie nieuw hoofdstuk
Uitleg vast voorzetsel
Opdrachten maken van Learnbeat
Exit-ticket
Klassenspel
Slide 3 - Slide
Aan het einde van de les.....
Kan ik uitleggen wat een voorzetsel is.
Kan ik uitleggen wat een vast voorzetsel is.
Kan ik een voorbeeld benoemen van een voorzetsel en vast voorzetsel.
Slide 4 - Slide
Theorie voorzetsels
aantekening
Een voorzetsel = een woordsoort die een plaats of tijd aangeeft.
Slide 5 - Slide
We blijven nog een week in Spanje.
Plaats
Tijd
Slide 6 - Poll
Na school ga ik direct voetballen.
Plaats
Tijd
Slide 7 - Poll
Voor het slapengaan lees ik altijd een paar bladzijden.
Plaats
Tijd
Slide 8 - Poll
Tijdens de vakantie heb ik veel boeken gelezen.
Plaats
Tijd
Slide 9 - Poll
Er zit een lieveheersbeestje op je schouder.
Plaats
Tijd
Slide 10 - Poll
Theorie vast voorzetsel
aantekening
Een vast voorzetsel is een woordsoort dat altijd bij een bepaald ander woord hoort, zoals een werkwoord of een bijvoeglijk naamwoord, dit voorzetsel verandert niet. Je kunt het niet zomaar vervangen door een ander voorzetsel, anders klopt de zin niet meer.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
In deze zin is een vast voorzetsel Hij is trots op zijn prestaties.
Eens
Oneens
Slide 13 - Poll
In deze zin is een vast voorzetsel De boeken liggen op de tafel.
Eens
Oneens
Slide 14 - Poll
In deze zin is een vast voorzetsel Hij houdt van muziek.
Eens
Oneens
Slide 15 - Poll
Aan de slag!
Wat?Hoofdstuk Politiek
1.3 grammatica
Deel 1: vast voorzetsel opdracht 4 t/m 7
Hoe? Zelfstandig
Hulp?
Uitkomst? Je weet wat een voorzetsel en vast voorzetsel is Klaar? Schrijf zelf een verhaal van 1A4
timer
15:00
Citaat van vandaag
Slide 16 - Slide
Welk klassenspel gaan wij spelen?
Slide 17 - Slide
Kan ik uitleggen wat een voorzetsel is.
Kan ik uitleggen wat een vast voorzetsel is.
Kan ik een voorbeeld benoemen van een voorzetsel en vast voorzetsel.