Nederlands BBL les 7 en 8 e-mail 4B1B

Nederlands les 7/ 8 4B1B
les 8  vervalt, wel een opdracht maken en inleveren!
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands les 7/ 8 4B1B
les 8  vervalt, wel een opdracht maken en inleveren!

Slide 1 - Slide

Welke Nieuwsbegrip-tekst online heb je gemaakt (welk onderwerp)

Slide 2 - Open question

Is het oefenen in Nieuwsbegrip online gelukt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

zakelijke correspondentie

Slide 4 - Slide

Doel van de les
  • Je weet wat het verschil is tussen formele en informele taal;
  • Je kent de opbouw van een zakelijke e-mail;
  • Wat komt er in je e-mail?
  • Je kunt het onderwerp van een zakelijke e-mail formuleren. 

Slide 5 - Slide

Voorbeelden van
een zakelijke brief of e-mail, thuis of op je werk?


Slide 6 - Mind map

Formele taal
Wat?  - Taal die je gebruikt in zakelijke,  serieuze situaties. 

Wanneer? - als je praat of schrijft met mensen die je niet zo goed kent of met mensen die  belangrijk zijn,  in een zakelijke situatie.


Slide 7 - Slide

Formele taal - hoe?
  • duidelijk
  • kort en bondig - geen overbodige informatie 
  • beleefd: respect voor de lezer, nette woorden, meestal 'u'
  • foutloos: spelling, leestekens en zinsbouw zijn correct

Slide 8 - Slide

Informele taal
  •  in minder serieuze situaties. Het is ‘losser’. 
  •  als je een berichtje schrijft naar vrienden of bekenden. In persoonlijke situaties dus.
  • spreektaal mag

Het betekent niet dat je meer fouten mag maken. Je gebruikt alleen wat eenvoudigere woorden, die lijken op de taal die je spreekt.

Slide 9 - Slide

Welk woord hoort bij 'formeel'?
A
Zakelijk
B
Persoonlijk

Slide 10 - Quiz

Horen de woorden/ zinnetjes in een persoonlijke of in een zakelijke e-mail? 
Zet ze in het juiste rijtje. De rijtjes worden even lang.
Zakelijke brief
Persoonlijke brief
Beste
Geachte
Alvast bedankt
Bij voorbaat dank
Jammer genoeg
Tot mijn spijt
Groetjes
Met vriendelijke groet
Gauw
Spoedig

Slide 11 - Drag question

e-mail: digitaal verstuurd

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wat is een juiste aanhef bij een zakelijke brief of e-mail?
A
Hoi
B
Hallo
C
Geachte
D
Geen

Slide 16 - Quiz

Wat is de juiste groet bij een zakelijke brief of e-mail?
A
Groetjes,
B
Met vriendelijke groet,
C
Houdoe!
D
Later!

Slide 17 - Quiz

onderwerp van een e-mail
Schrijf boven je e-mail altijd waar het over gaat: het onderwerp.
Dat doe je met één of een paar woorden.


Slide 18 - Slide

Je hebt een laptop gekocht en hebt hierover een klacht. Je schrijft een e-mail waarin je de klacht uitlegt en om een oplossing vraagt.
Wat zet je bij 'onderwerp' boven je e-mail?

Slide 19 - Open question

Je wilt voor een schoolopdracht informatie over gezonde voeding. Je stuurt een e-mail aan het voedingscentrum. Wat zet je als onderwerp boven je e-mail?

Slide 20 - Open question

Waar moet je aan denken voordat je gaat schrijven?
  • Bedenk waar je brief of e-mail over gaat: het onderwerp
  • Bedenk aan wie je het stuurt en waarom: welk schrijfdoel?
  • Moet je  formeel of informeel schrijven?
  • Bedenk hoe een goede e-mail of brief eruit ziet:
  1. Begin nooit met 'Ik' in de inleiding
  2. Inleiding, kern en slot
  3. Maak alinea's
  4. Blijf altijd netjes en beleefd


Slide 21 - Slide

Welke aanhef is helemaal goed?
A
Hoi mevrouw,
B
Geachte C. de Waart,
C
Beste Mevrouw De Waart
D
Geachte mevrouw De Waart,

Slide 22 - Quiz

En nu: de inhoud
Wat komt er in je e-mail?
Hoe schrijf je dat netjes op?

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Inleiding:
Formeel beginnen. Liever niet met IK.  
Beschrijf hier waarom je de brief of e-mail gaat schrijven ( de aanleiding)
Maak duidelijk wie je bent en waarom je  schrijft. 


Middenstuk= kern: 
Hier geef je alle informatie. Je kunt het ook opdelen in twee alinea’s! Zorg dat het overzichtelijk blijft!



Slot: Je geeft hier aan wat je wil bereiken. ( Uitnodigen?, Geld terug? Enzovoort)

Slotzin: Bedanken voor het lezen en netjes vragen om een reactie.

Slide 25 - Slide

1
2
3
4
5
6
slot
inleiding
kern  
aanhef
afsluiting

Slide 26 - Drag question

Volgende week
Geen les Nederlands, maar wel een schrijfopdracht maken én in leveren. Dit is de eindpopdracht voor Nederlands, dus een verplichte opdracht.

Slide 27 - Slide

Wat doe je volgende week?
  • opdracht in itslearning openen , goed lezen.
  • de rubric bekijken met de beoordelingscriteria 
  • antwoordblad downloaden en op je eigen laptop opslaan. Daar je e-mail in typen (niet echt mailen dus)
  • inleveren in itslearning, voor dinsdag 9 april

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

itslearning
  • Samen de opdracht bekijken;
  • De beoordelingsrubric bekijken;
  • Hoe lever je in?  Antwoordblad downloaden en op eigen laptop opslaan.
  • Wat lees je in Samengevat?

Slide 30 - Slide

Was de imnformatie over e-mail en eindopdracht duidelijk voor je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

En dan nu verder met.....

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

LessonUp niet afsluiten!

Slide 35 - Slide

Noteer wat punten die je als feedback
hebt gekregen.

Slide 36 - Open question