V5 Start Maatschappijwetenschappen 2024-2025

V5 Start Maatschappijwetenschappen 2024-2025
1 / 19
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

V5 Start Maatschappijwetenschappen 2024-2025

Slide 1 - Slide

Bij Maatschappijwetenschappen zijn er een aantal algemene leerdoelen. Dit zijn:
  • Ik neem actief deel aan de lessen en heb altijd boek, schrift en pen mee.
  • Ik kan uitleggen wat mijn bijdrage is.
  • Ik kan aangeven wat ik geleerd heb.
  • Ik kan aangeven wat het nut is van wat ik leer.
  • Ik kan aangeven waar ik nog meer over moet leren.
  • Ik zet mij in om de leerdoelen te bereiken.
  • Moeilijke of nieuwe woorden of andere dingen die ik niet begrijp zoek ik op en kan ik gebruiken.

Slide 2 - Slide

Toetsstof toetsweek 1

Hoofdstuk 1-3!!! (V4-wak) + H5 & H6 + alle kernconcepten (H1 t/m 6)

start toetsweek 18 okt.

Vanaf volgende week in It'sLearning...

Slide 3 - Slide

Leerdoelen MW Algemeen
Ik kan aangeven op welke manier kennis en vaardigheden van het vak Maatschappijwetenschappen kunnen helpen bij het analyseren van problemen zoals die zich in de maatschappij kunnen voordoen. 

Ik gebruik hierbij de vaktaal omdat dit zorgt voor duidelijkheid in de communicatie en spraakverwarring tussen professionals zoveel mogelijk voorkomt. 

Ik kan onderzoek doen naar een bestaande situatie

Ik kan onderzoek doen naar het effect van een gekozen oplossing.  

Ik begrijp en pas toe hoe op basis daarvan oplossingen kunnen worden gekozen die de situatie niet slechter en, waar mogelijk, beter ! kunnen maken. 

Slide 4 - Slide

Leerdoelen § 5.1 Staatsvorming (VWO)
- Ik kan een omschrijving geven van ‘polity’, ‘politics’ en ‘policy’ en kan deze onderscheiden, herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
- Ik kan de definitie van het kernconcept ‘staatsvorming’ geven en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
- Ik kan de definitie van het kernconcept ‘rationalisering’ geven en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
- Ik kan een omschrijving geven van ‘interne soevereiniteit’ en ‘externe soevereiniteit’ en kan deze onderscheiden, herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
- Ik kan het proces van staatsvorming in Nederland en Europa omschrijven.
- Ik kan uitleggen hoe rationalisering heeft bijgedragen aan staatsvorming door gebruik te maken van de drie processen die geleid hebben tot veranderingen van de politieke macht.

Slide 5 - Slide

Waarom moet ik dat weten?
- Ik kan een omschrijving geven van ‘polity’, ‘politics’ en ‘policy’ en kan deze onderscheiden, herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
- Ik kan de definitie van het kernconcept ‘staatsvorming’ geven en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
- Ik kan de definitie van het kernconcept ‘rationalisering’ geven en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
- Ik kan een omschrijving geven van ‘interne soevereiniteit’ en ‘externe soevereiniteit’ en kan deze onderscheiden, herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Mening/Opinie (bespreek met 4 personen)
Vind je het terecht wat deze commandant der Strijdkrachten hier zegt?
Hoe zou je het vinden als een Russische commandant zoiets over Nederland zou zeggen?
Waarom zou je dat wel/niet ok vinden?

timer
1:00
timer
4:00

Slide 8 - Slide

Uitwisselen

Slide 9 - Slide

Bespreek de volgende vragen in je groepje


Wat betekent soevereiniteit?
Wanneer is een land een staat? (zie staatsvorming p. 93 e.v.)
Mag je zomaar een land aanvallen?
Onder welke omstandigheden zou dat wel mogen?
Kennelijk hebben wij afspraken gemaakt over wat een staat precies is en hoe die bestuurd wordt.
Als het beleid van NL is dat Oekraïne Rusland mag aanvallen. Waar hebben we dan mee te maken? Politics, Policy of Polity?

Welke in de leerdoelen van § 5.1 genoemde kennis en vaardigheden is nodig om een goede analyse te kunnen maken van de bewering over de inzet van Nederlandse F16’s op Russisch grondgebied.

Slide 10 - Slide

Staatsvorming
Er is sprake van staatsvorming omdat  de Amerikanen wel andere restricties (insitutionalisering in de staat VS die via wetgeving tot stand is gekomen) hebben dan NL, maar dat ze vanuit die verschillen wel beide dezelfde lijn volgen als het gaat om de wens dat Oekraine Rusland zal verslaan. Dus: De Staatvorming van de VS is dus wel anders dan die in NL maar dat is in dit geval geen belemmering.


Deze laatste conclusie kun je dus trekken op basis van je analyse. Op die manier geef je argumenten in vaktaal.

Slide 11 - Slide

Rationalisering 
Er is sprake van Rationalisering omdat: Volgens Eichelsheim is nu de vraag hoe Oekraïne de aanwezigheid in Koersk (ordenen en systematiseren van de werkelijkheid) "strategisch" kan uitbuiten.  "Je kan het als bargaining chip gebruiken, dan moet je iets met onderhandelingen gaan doen." (met de bedoeling haar beheersbaar en voorspelbaar te maken.)

"Of gebruik je het om ervoor te zorgen dat Rusland eenheden moet wegtrekken uit de Donbas-regio. Dat laatste zien we niet gebeuren, dus de tijd moet ons nog leren in hoeverre het strategisch impact heeft." (dus in hoeverre we efficient en effectief resultaten bereiken)
Volgens Eichelsheim is de inval "in ieder geval het begin van mogelijk een strategische aanpassing van het gevecht tussen Rusland en Oekraïne". 

Slide 12 - Slide

kernconcepten leren

Slide 13 - Slide

Afsluiting/Wat heb je geleerd?
1.
2.
3.
Kijk terug naar de leerdoelen
Waar wil je nog meer over weten?
Wat heb je nog nodig?

Slide 14 - Slide

Les 2
Geweldsmonopolie, drie processen verandering politieke macht en verwerking stof § 5.1

Slide 15 - Slide

De vier kenmerken van een staat
Bij een staat is sprake van een interne soevereine macht die:
1. regeert over een groep mensen;
2. binnen een bepaald grondgebied;
3. en daarbij het geweldsmonopolie en belastingmonopolie bezit.
(4.) Externe soevereiniteit betekent dat het staatsgezag niet ondergeschikt is aan het gezag van andere staten.

Heeft Rusland externe soevereiniteit?


Slide 16 - Slide

Keuze: kies een basis en een uitdaging
Iedereen maakt opdracht 2 in tweetallen en levert het antwoord in.
kies daarna:
Samenvatting maken basis of
Opdracht 1  en 4 basis
Uitdaging
Opdracht 3 of 5

Slide 17 - Slide

k.c. oefening
maken

Slide 18 - Slide

Afsluiting/Wat heb je geleerd?
1.
2.
3.
Kijk terug naar de leerdoelen
Waar wil je nog meer over weten?
Wat heb je nog nodig?

Slide 19 - Slide