2h di. 9 feb. 2021 thuisonderwijs

Bonjour
tout le monde
2h mardi 9 février
Lesdoelen:
- Ik kan ww. in de p.c. vervoegen.
- Ik kan NL zinnen naar het FR vertalen.
- Ik ken voca 1 en voca 2.
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonjour
tout le monde
2h mardi 9 février
Lesdoelen:
- Ik kan ww. in de p.c. vervoegen.
- Ik kan NL zinnen naar het FR vertalen.
- Ik ken voca 1 en voca 2.

Slide 1 - Slide

Bonjour
tout le monde
2h mardi 9 février
- overhoren voca 1-2
- herhalen p.c. met être
- nakijken L2 ex. 8-9
- maken + nakijken L2 ex. 10-11
- HW maken L2 ex. 10-11
           L3 ex. 1-6
           leren voca 3 FN / voorzetsels
           herhalen ww.

Slide 2 - Slide

HW geleerd? Voca 1 en 2
even testen ...

Slide 3 - Slide

1/10 vertaal:
vandaag

Slide 4 - Open question

2/10 vertaal:
het werk

Slide 5 - Open question

3/10 vertaal:
de zoen (op de wang)

Slide 6 - Open question

4/10 vertaal:
de voet

Slide 7 - Open question

5/10 vertaal:
later

Slide 8 - Open question

6/10 vertaal:
Geen paniek!

Slide 9 - Open question

7/10 vertaal:
Ik ben ziek.

Slide 10 - Open question

8/10 vertaal:
breken

Slide 11 - Open question

9/10 vertaal:
de arm

Slide 12 - Open question

10/10 vertaal:
de medicijnen

Slide 13 - Open question

Herhaal ook ander leerwerk:
voca 1 en 2
de kloktijden
de werkwoorden (blz. 32-33 WB)
de passé composé (met avoir én met être)

Slide 14 - Slide

le passé composé
Daar gaan we weer!

Slide 15 - Slide

le passé composé (1 van 3)
Bestaat uit 2:
1. hulpwerkwoord > avoir of être in de présent
2. voltooid deelwoord
     Regelmatige werkwoorden:
     > ww. er    = -er + é (bv. parler > parlé)
     > ww. ir      = -ir + i (bv. choisir > choisi)
     > ww. re    = -re + u (bv. rendre > rendu)

Slide 16 - Slide

le passé composé (2 van 3)
Onregelmatige werkwoorden:
> avoir         = eu (bv. j'ai eu)
> être           = été (bv. tu as été)
> faire          = fait (bv. il a fait)
> prendre   = pris (bv. nous avons pris)
> vouloir     = voulu (bv. vous avez voulu)
> pouvoir    = pu (bv. ils ont pu)

Slide 17 - Slide

le passé composé (3 van 3)
LET OP:
als être je hulpwerkwoord is, dan moet je het voltooid deelwoord aanpassen aan het onderwerp.

mannelijk / vrouwelijk (+e)       en         enkelvoud / meervoud (+s)

Slide 18 - Slide

Nakijken !!  
L2 ex. 8

Slide 19 - Slide

Nakijken !!  
L2 ex. 9

Slide 20 - Slide

L2 ex. 10
in drie-/viertallen
werk SAMEN !
noteer de antwoorden in je WB
10 minuten de tijd

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

L2 ex. 11
imparfait:
1. stam is: nous-vorm présent -ons
2. uitgangen zijn: -ais / -ais / -ait / -ions / -iez / -aient

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Au revoir
tout le monde
Lesdoelen behaald ?
- Ik kan ww. in de p.c. vervoegen.
- Ik kan NL zinnen naar het FR vertalen.
- Ik ken voca 1 en voca 2.

HW di:  maken L2 ex. 10-11 / L3 ex. 1-6 leren voca 3 FN / voorzetsels / herhalen ww.

Slide 25 - Slide