What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Thema 1, week 4, les 17, directe en indirecte rede
indirecte rede
wordt
niet
letterlijk gezegd!
een komma voor dit of dat
Ik zei, dat ik het jammer vond.
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Taal
Basisschool
Groep 7
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
indirecte rede
wordt
niet
letterlijk gezegd!
een komma voor dit of dat
Ik zei, dat ik het jammer vond.
Slide 1 - Slide
Directe rede
precies gezegd zoals het er staat
altijd tussen 'aanhalingstekens'
vaak een : (begin met een hoofdletter)
Slide 2 - Slide
Een zin in de directe rede zegt precies wat iemand heeft gezegd.
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quiz
Waaraan herken je een zin in de directe rede?
A
Aan de hoofdletter aan het begin van de zin.
B
Aan het vraagteken achteraan in de zin.
C
Aan de aanhalingstekens.
D
Aan het woord "vraagt".
Slide 4 - Quiz
Welke zin staat in de directe rede?
A
Hij vroeg of hij me kon helpen.
B
Hij vroeg: "Kan ik u helpen?"
Slide 5 - Quiz
Welke zin staat er in de DIRECTE rede?
A
Mijn vader zegt dat hij morgen thuiskomt.
B
Mijn moeder roept: 'Kom direct thuis!'
C
Het meisje vertelt mij dat ze morgen jarig is.
D
Simon vertelde mij dat hij gister ziek was.
Slide 6 - Quiz
Een zin in directe rede staat tussen ... en begint met een ...
A
haakjes, kleine letter
B
aanhalingstekens, kleine letter
C
haakjes, hoofdletter
D
aanhalingstekens, hoofdletter
Slide 7 - Quiz
Aanhalingstekens vind je terug bij .....
A
Directe rede
B
Indirecte rede
Slide 8 - Quiz
Waaraan herken je een zin in de directe rede?
A
Aan de hoofdletter aan het begin van de zin.
B
Aan het vraagteken achteraan in de zin.
C
Aan de aanhalingstekens.
D
Aan het woord "vraagt".
Slide 9 - Quiz
Wat mist in de volgende directe rede?
De dief riep: Je geld of je leven?
A
Haakjes
B
Aanhalingstekens
C
Een t achter geld
D
Een punt.
Slide 10 - Quiz
In welke zin is de DIRECTE rede correct gebruikt?
A
De meester vroeg: "Of ik mijn spullen wilde opruimen."
B
De meester vroeg of ik mijn spullen wilde opruimen.
C
De meester vroeg wil je je spullen opruimen?
D
De meester vroeg: "Wil je je spullen opruimen?"
Slide 11 - Quiz
Welke zin staat in de directe rede?
A
De man vroeg of hij naar huis mocht gaan.
B
Sil zegt: "Ga je mee in het park spelen?"
C
Jelka vertelde dat ze geen bloemkool lustte.
D
Mischa fluisterde dat ze een snoepje wil.
Slide 12 - Quiz
Welke zin staat in de directe rede?
A
De jongen zegt dat hij een smaak ijs kiest.
B
Het meisje zegt dat de jongen niet zo gemeen moet doen.
C
Oma vraagt: 'Wat heb je gedaan op school?'
D
Filip zegt dat hij naar huis gaat.
Slide 13 - Quiz
Staat de zin in de directe of indirecte rede?
Ik zeg dat ik dat niet leuk vind.
A
Directe rede
B
Indirecte rede
Slide 14 - Quiz
Staat de zin in de directe of indirecte rede?
Willem vraagt:"Mag ik wat eten?"
A
Directe rede
B
Indirecte rede
Slide 15 - Quiz
Welke zin staat er in de DIRECTE rede?
A
Mijn vader zegt dat hij morgen thuiskomt.
B
Mijn moeder roept: 'Kom direct thuis!'
C
Het meisje vertelt mij dat ze morgen jarig is.
D
Simon vertelde mij dat hij gister ziek was.
Slide 16 - Quiz
Jasmijn vraagt of ik bij haar kom spelen.
Zet deze zin in de DIRECTE rede
A
Jasmijn vraagt: 'kom je bij mij spelen?'
B
Jasmijn vraagt: 'Kom je bij mij spelen?'
C
Jasmijn vraagt: 'Kom je bij mij spelen.'
D
Jasmijn vraagt 'Kom je bij mij spelen?'
Slide 17 - Quiz
Directe of indirecte rede:
De juf zegt dat je je spullen op moet ruimen.
A
directe rede
B
indirecte rede
Slide 18 - Quiz
indirecte rede
wordt
niet
letterlijk gezegd!
een komma voor dit of dat
Ik zei, dat ik het jammer vond.
Slide 19 - Slide
Wat staat er in de indirecte rede?
A
De vrouw zei: 'Nooit.'
B
Ik heb gezegd dat ik dat niet zou doen.
C
De leraren zeiden: 'Dat doen we.'
D
De scheikundige zegt: 'Dat klopt helemaal.'
Slide 20 - Quiz
Staat de zin in de directe of indirecte rede?
Elvis zegt dat hij naar huis gaat.
A
Directe rede
B
Indirecte rede
Slide 21 - Quiz
Directe of indirecte rede?
Suzanne zegt: 'Omdat je op een paard kunt rijden.'
A
directe rede
B
indirecte rede
C
deze kun je niet kiezen
D
deze kun je niet kiezen
Slide 22 - Quiz
"Breng Sneeuwwitje naar het bos en dood haar!" sprak de boze koningin.
A
directe rede
B
indirecte rede
Slide 23 - Quiz
Staat de zin in de directe of indirecte rede?
De juf vraagt of je stil wilt zijn.
A
Directe rede
B
Indirecte rede
Slide 24 - Quiz
Pap zegt dat ik mijn fiets voor het eten binnen moet zetten.
A
Directe rede
B
Indirecte rede
Slide 25 - Quiz
Bij welke zin is de directe rede gebruikt?
A
Jan zei dat hij ziek was.
B
Jan zei: dat hij ziek was.
C
Jan zei: 'ik ben ziek.'
D
"Jan zei ik ben ziek"
Slide 26 - Quiz
Welke zin staat in de directe rede?
A
De uitgever zegt: 'Het nieuwe leerboek zal in januari verschijnen.'
B
De uitgever zegt dat het nieuwe leerboek in januari zal verschijnen.
C
"Het nieuwe leerboek zal in januari verschijnen," dat zei de uitgever.
D
Het nieuwe leerboek zal verschijnen in januari.
Slide 27 - Quiz
Maak de directe rede:
hoe moet ik dat doen vraagt sofie
Slide 28 - Open question
De meneer vroeg hoe laat het was.
Maak hier de directe rede van.
Slide 29 - Open question
Schrijf in de directe rede (leestekens):
Mijn vader zegt dat ik naar bed moet.
Slide 30 - Open question
Zet in de directe rede:
Dave vraagt wat ik drink.
Slide 31 - Open question
More lessons like this
Taal Actief Thema 8 week 1 les 4
September 2023
- Lesson with
14 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Thema 7 les 5 groep 6
April 2024
- Lesson with
14 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Thema 1, week 4, les 17, directe en indirecte rede
September 2023
- Lesson with
31 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Oefenen met de directe en indirecte rede
October 2021
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Ma 17 mei : De directe rede
May 2021
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2GA Nederlands 24/03/2022
March 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
TA7 1.2.9 directe en indirecte rede
November 2023
- Lesson with
17 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Oefenen met de directe en indirecte rede
April 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1