Primaire tekst lezen met voorbereiding - positieve psy

Georg Hegel
Hoofdlijnen vd rechtsfilosofie
Alasdair MacIntyre
After Virtue
1 / 27
next
Slide 1: Slide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Georg Hegel
Hoofdlijnen vd rechtsfilosofie
Alasdair MacIntyre
After Virtue

Slide 1 - Slide

Hegel

Slide 2 - Mind map

MacIntyre

Slide 3 - Mind map

Ingrediënten voor een fijne lesdag

Slide 4 - Mind map

Noem 5 ingrediënten voor een fijne lesdag

Slide 5 - Open question

Hoe kunnen we een ingrediënt aan de les toevoegen?

Slide 6 - Mind map

Terug naar de stof 
37. De kandidaten kunnen uitleggen hoe de twee grondprincipes van de burgerlijke
maatschappij (algemeenheid en bijzonderheid) zich manifesteren. Tevens kunnen zij
uitleggen dat door de inwerking van beide principes op elkaar het algemeen belang
gediend kan worden terwijl toch niemand erop uit is dit te doen.

38. De kandidaten kunnen uitleggen wat Hegel verstaat onder theoretische en praktische
vorming door het arbeidsproces, waarbij met name aandacht wordt besteed aan de
subjectieve en objectieve kant ervan. Ze kunnen daarbij uitleggen dat deze vorming
samenhangt met arbeidsdeling, productiviteit en automatisering.

Slide 7 - Slide

Terug naar de stof 
39. De kandidaten kunnen aan de hand van een uitgewerkt voorbeeld – afkomstig uit kunst,
spel, wetenschap, gezin of politiek – weergeven wat MacIntyre verstaat onder praktijken
en daarbij de begrippen interne en externe goederen uitleggen en van elkaar
onderscheiden. Daarbij kunnen zij uitleggen dat interne goederen alleen te herkennen of
te identificeren zijn door deelname aan een specifieke praktijk.


Slide 8 - Slide

40. De kandidaten kunnen deugd definiëren als een verworven menselijke kwaliteit waarvan
de uitoefening het mogelijk maakt om interne goederen die behoren tot een bepaalde
praktijk te verwerven. Daarbij kunnen zij uitleggen dat:
 deugden er altijd zijn in relatie tot mensen die met elkaar een praktijk beoefenen en
met elkaar doelen en standaarden hebben afgesproken;
 deze praktijk zowel een relatie tot beoefenaars in het heden als het verleden betreft;
 onderwerping aan de morele regels van een praktijk nodig is (rechtvaardigheid, moed
en eerlijkheid);
 instituties gericht zijn op externe goederen (winst, macht, status), terwijl praktijken
gericht zijn op interne goederen;
 praktijken niet zonder instituties kunnen bestaan en interne goederen niet zonder
externe goederen;
 zonder de deugden rechtvaardigheid, moed en eerlijkheid praktijken niet de corrupte
macht van instituties kunnen weerstaan.
40. De kandidaten kunnen deugd definiëren als een verworven menselijke kwaliteit waarvan de uitoefening het mogelijk maakt om interne goederen die behoren tot een bepaalde praktijk te verwerven. Daarbij kunnen zij uitleggen dat:
 deugden er altijd zijn in relatie tot mensen die met elkaar een praktijk beoefenen en met elkaar doelen en standaarden hebben afgesproken;
 deze praktijk zowel een relatie tot beoefenaars in het heden als het verleden betreft;
 onderwerping aan de morele regels van een praktijk nodig is (rechtvaardigheid, moed en eerlijkheid);
 instituties gericht zijn op externe goederen (winst, macht, status), terwijl praktijken gericht zijn op interne goederen;
 praktijken niet zonder instituties kunnen bestaan en interne goederen niet zonder
externe goederen;
 zonder de deugden rechtvaardigheid, moed en eerlijkheid praktijken niet de corrupte macht van instituties kunnen weerstaan.

Slide 9 - Slide

Ga nu aan de slag met lezen 
* na 30 min even een looppauze
* je leest zelfstandig in stilte ahv eindtermen of leeswijzer
*je mag wat drinken tussendoor
* je kan een kopie krijgen om de strepen en schrijven in de tekst

Slide 10 - Slide

Persoonlijk
Bezig zijn
Kennis en voorstelling
Werkelijkheid
Ander
Individu
Algemeenheid
Bijzonderheid
Theoretische vorming
Praktische vorming
Objectieve kant
Subjectieve kant
Arbeidsproces
Burgerlijke maatschappij

Slide 11 - Drag question

In §182 van Hoofdlijnen van de rechtsfilosofie geeft Hegel de twee grondprincipes van de burgerlijke maatschappij weer. Aan de ene kant is dat het principe van ‘de concrete persoon’ (voor zichzelf een bijzondere persoon) met al zijn behoeften die deels natuurnoodzakelijk zijn en deels willekeurig. Aan de andere kant is dat het principe van de algemeenheid dat inhoudt dat iedere persoon altijd op de ander betrokken is en dat deze ander ook zo’n bijzondere persoon voor zichzelf is.

In de §183 komt naar voren hoe deze principes bijdragen aan het dienen van het algemeen belang. Eigenlijk wordt iedereen in zijn verwerkelijking gemotiveerd door zelfzucht. Maar dit kan alleen bij een algemeenheid als voorwaarde. Dat wil zeggen het bestaan van een systeem waarin het levensonderhoud en de rechten van het individu zijn vervlochten met die van alle anderen in de gemeenschap. Dit is het systeem van een uiterlijke staat met behoefte en verstand als basis.

Slide 12 - Slide

Aan welk economisch concept doet dit ons denken?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide


Onder een praktijk verstaat MacIntyre iedere coherente en complexe vorm van maatschappelijk erkende, coöperatieve menselijke activiteit waarmee goederen die intrinsiek zijn aan deze vorm van activiteit worden gerealiseerd in de loop van pogingen om te voldoen aan de maatstaven voor excellentie die van toepassing zijn op deze vorm van activiteit en deze deels ook definiëren. 

Voetballen is zo’n praktijk. Het bestaat uit van te voren bepaalde en vastgestelde spelregels en kent van binnenuit gezag en maatstaven waarnaar men zich moet richten als deelnemer aan het spel. Het spel bestaat uit technische vaardigheden waarvan experts verstand hebben door ervaring en aanleg en welke worden overgedragen op hen die besluiten deel uit te gaan maken van de praktijk. Zo maken zij kennis met de interne goederen van de praktijk. 


Slide 15 - Slide



Onder interne goederen verstaat MacIntyre de resultaten van op excelleren gerichte wedijver, die als ze bereikt worden een goede zaak vormen voor de hele gemeenschap die betrokken is bij de onderhavige praktijk. 

Dat is anders dan bij extrinsieke goederen. Deze hebben als kenmerk dat als zij bereikt worden iemands eigendom zijn. Daar komt bij dat hoe meer iemand er van heeft, des te minder er voor anderen overblijft. Wedijver om extrinsieke goederen houdt noodzakelijkerwijs in dat er verliezers zullen zijn en winnaars.

Slide 16 - Slide

Een kerstactiviteit voor het hele personeel is een external good.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Kerstbonus is een internal good
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Een werkdefinitie van deugd van MacIntyre is: deugd is een verworven menselijke eigenschap waarvan de expressie en beoefening ons over het algemeen in staat stelt om die goederen te bereiken die intrinsiek zijn aan praktijken, en waarvan het ontbreken het ons feitelijk onmogelijk maakt om ook maar iets van deze goederen te bereiken.

Volgens hem is het niet moeilijk om van een aantal belangrijke deugden aan te tonen dat ze intrinsiek zijn aan praktijken. Je kunt hierbij denken aan deugden als eerlijkheid, moed en rechtvaardigheid.  


  


Slide 19 - Slide

Deze praktijk betreft zowel een relatie tot beoefenaars in het heden als het verleden;
Praktijken hebben geen voor eeuwig vaststaande doelen. Iedere praktijk heeft dan ook zijn eigen geschiedenis. Deze historische dimensie is belangrijk voor wat betreft de deugden. Wie deelneemt aan een praktijk, gaat daarmee een relatie aan met zowel de huidige beoefenaars van de praktijk als met hen die dat in het verleden deden. Met name met hen die succesvol waren en de huidige grenzen van de praktijk bepaald hebben.

Deelneming aan een praktijk betekent ook je ondergeschikt maken aan andere deelnemers in de praktijk. Het gaat daarbij om zien en erkennen wat aan wie toekomt. Rechtvaardigheid, moed en eerlijkheid zijn daarbij noodzakelijke onderdelen van de praktijk.

Slide 20 - Slide

Instituties houden zich bezig met het extrinsieke goederen. Dat wil zeggen het vergaren van geld en ander materieel bezit. Het gaat binnen instituties om macht, status en het belonen van mensen. Ter illustratie: voetballen is een praktijk, maar de FIFA is een institutie. Bij praktijken zelf gaat het om de verwerving van de interne goederen. Goederen die specifiek bij die betreffende praktijk hoort. Voor voetbal kan dat het bereiken van een bepaald technisch niveau zijn maar ook het vergroten van creatief spelinzicht.

Door hun gerichtheid op extrinsieke goederen, lukt het instituties niet alleen om zichzelf te handhaven, maar kunnen zij ook de praktijken handhaven. Zij worden immers door de instituties ondersteund. Ook hier kan het voetbalvoorbeeld weer ter illustratie dienen. De FIFA krijgt veel geld binnen maar verdeelt dat weer onder landen en clubs al dan niet doormiddel van het organiseren van toernooien. 

Slide 21 - Slide

Instituties faciliteren niet alleen praktijken, zij willen er vanuit hun gerichtheid op extrinsieke goederen ook zoveel mogelijk profijt van hebben. Dit maakt dat de praktijk moet waken voor corrumperende invloeden die vanuit de instituties mogelijk zijn. Binnen het voetbal is nog weleens een schandaal bij een grote instituut. 

Slide 22 - Slide

Noem een voorbeeld van een schandaal binnen een institutie

Slide 23 - Open question

Welke deugd ontbrak eraan?
Eerlijkheid
Rechtvaardigheid
Moed

Slide 24 - Poll

Stel al je vragen en deel je zorgen!

Slide 25 - Mind map

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video