Module Participatie: Sociale kaart

Module Participatie
Les: Sociale kaart
1 / 14
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Module Participatie
Les: Sociale kaart

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Kennisdoelen: 

Je legt uit hoe je doelbewust gebruik maakt van de hulp uit de omgeving van de cliënt 
Je legt uit hoe je doelbewust gebruik maakt van de mogelijkheden in de omgeving van de cliënt  
Toepassingsdoelen:
Je laat zien hoe je aandacht toont voor de leerwereld van de naastbetrokkenen. 
Burgerschap: 
Je toont aan op welke manier je iets kan betekenen voor mensen in jouw netwerk 
Niveau 4: 
Je laat zien hoe je doelbewust de behoefte van de cliënt inventariseert  






Slide 2 - Slide

Sociale kaart
  • De Sociale kaart wijst burger én professional de weg naar de juiste organisatie
  • De sociale kaart kan gespecificeerd worden op een groep en/of een doel 
  • De grootte van het gebied kan verschillen per sociale kaart

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Voor welke groepen kun je een sociale kaart maken

Slide 5 - Mind map

Groepen

  • middelbare school jongeren
  • studenten
  • werklozen
  • lichamelijk gehandicapten
  • geestelijk gehandicapten
  • 65+
  • mensen met Alzheimer
  •  nieuwe  inwoners van een gemeente
  • immigranten
  • jongeren in corona tijd
  • iedereen
  • basisschool kinderen
  • mensen met een gedragsstoornis als ADHD/autisme,etc

Slide 6 - Slide

Vanuit welk doel kun je een sociale kaart maken?

Slide 7 - Mind map

Doelen
  • eenzaamheid
  • financieel oogpunt
  • mantelzorgers
  • zorg
  • veiligheid
  • socialisatie
  • gezondheid
  • huisvesting
  • sport
  • hobby's

Slide 8 - Slide

Voor welke regio's kun je kiezen?

Slide 9 - Mind map

Regio's
  • wereld
  • werelddeel
  • land
  • gemeente
  • stad/dorp
  • wijk 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Hoe kun jij dit in je werk als mz'er gebruiken?

Slide 13 - Mind map

Opdracht 1
  • Maak een interne sociale kaart van jouw instelling of BPV-plaats.
  • Breng in kaart welke specifieke zorgtaken er op jouw instelling of stichting is, Met welke zorgvraag moet je bij wie zijn? Waar uit bestaat het takenpakket van diegene?
  • Wie mag er een cliënt doorverwijzen naar deze persoon en wat is de procedure hiervoor? Welke hulpverlening hebben jullie binnen de school, instelling en/of stichting? Beschrijf van minimaal vijf contact personen hoe al dit bovenstaande in elkaar zit.

Slide 14 - Slide