voortplanting
1 / 25
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
noem een secundair geslachtskenmerk
Slide 2 - Mind map
penis
bijbal
zaadbal
balzak
eikel
Slide 3 - Drag question
Baarmoeder
Eileider
Eierstok
Urineblaas
Urinebuis
Vagina
Slide 4 - Drag question
Wat is een andere naam voor eisprong?
A
menstruatie
B
follikel
C
gele lichaam
D
ovulatie
Slide 5 - Quiz
Waar vindt de bevruchting plaats?
A
vagina
B
baarmoeder
C
eileider
D
eierstok
Slide 6 - Quiz
Sleep de begrippen naar de juiste vakjes
Slide 7 - Drag question
Zet de volgende fasen van de geboorte in de juiste volgorde:
Tekst
1
2
3
4
5
uitdrijving
ontsluiting
nageboorte
geboorte
indaling
Slide 8 - Drag question
Vrouwelijke primaire geslachtskenmerken
Mannelijke primaire geslachtskenmerken
schaamlippen
eierstokken
baarmoeder
vagina
penis
teelbal
balzak
Slide 9 - Drag question
Na de bevruchting bevat een bevruchte eicel ...
A
23 chromosomen
B
23 chromosomenparen
C
46 chromosomenparen
Slide 10 - Quiz
Wat is de naam van dit voorbehoedsmiddel?
A
De pil
B
Anticonceptiestaafje
C
Spiraaltje
Slide 11 - Quiz
Voorbehoedsmiddelen zijn:
A
middelen die een vrouw laten menstrueren
B
middelen die voor de gezondheid ingenomen worden/ beter worden
C
middelen die een zwangerschap tegen gaan
D
middelen die helpen dat een vrouw zwanger wordt.
Slide 12 - Quiz
Welk voorbehoedsmiddel zie je hier?
A
Vrouwen condoom
B
Nuvaring
C
Mannen condoom
D
Hormoon staafje
Slide 13 - Quiz
Wat is dit voorbehoedsmiddel?
A
Vrouwencondoom
B
Nuva
C
Spiraaltje
D
Condoom
Slide 14 - Quiz
Wat is een SOA?
A
Seksueel overdraagbare acties
B
een vorm van griep
C
seksueel overdraagbare aandoening
D
een vorm van verkoudheid
Slide 15 - Quiz
beschermd alleen tegen SOA's
Beschermd alleen tegen zwangerschap
Beschermd tegen SOA's en zwangerschap.
Slide 16 - Drag question
doel van geslachtsgemeenschap
Slide 17 - Mind map
Iemand in zijn of haar billen knijpen moet kunnen.
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quiz
Verkrachters zijn meestal eenzame, ongetrouwde oudere mannen.
A
Ja
B
Nee
Slide 19 - Quiz
Je kunt best naaktfoto’s van jezelf naar je vriend of vriendin ‘appen’.
A
Ja
B
Nee
Slide 20 - Quiz
Ik zou nooit in de trucjes van een loverboy trappen. Ik ben niet zo dom.
A
Ja
B
Nee
Slide 21 - Quiz
Als twee jongens zoenen vind ik dat oké
A
Ja
B
Nee
Slide 22 - Quiz
Als twee meisjes zoenen vind ik dat oké
A
Ja
B
Nee
