De kracht van El Niño

De kracht van El Niño

Leerdoel

Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat El Niño is en begrijp je de gevolgen ervan op het weer.

Wat weet je al over El Niño?

Wat is El Niño?

El Niño is een klimaatfenomeen dat zich voordoet in de Stille Oceaan. Het is een periode van verhoogde zeewatertemperaturen langs de evenaar.

Hoe ontstaat El Niño?

El Niño ontstaat door een verandering in de normale oceaan- en atmosferische circulatiepatronen. Normaal gesproken wordt koud water uit de diepere oceaan naar boven gebracht door winden. Bij El Niño verzwakken deze winden, waardoor het warme water aan het oppervlak blijft.

Gevolgen van El Niño

El Niño heeft wereldwijde gevolgen. Het kan leiden tot droogtes, overstromingen, veranderingen in de temperatuur en extreme weersomstandigheden.

Verschillen tussen El Niño en La Niña

La Niña is het tegenovergestelde van El Niño en verwijst naar een periode van verlaagde zeewatertemperaturen langs de evenaar. Het heeft ook gevolgen voor het weer, maar in tegenovergestelde richting.

El Niño in de geschiedenis

El Niño-gebeurtenissen zijn al eeuwenlang waargenomen. Wetenschappers gebruiken verschillende methoden om het verleden van El Niño te bestuderen, zoals het analyseren van jaarringen van bomen en ijskernen.

Hoe beïnvloedt El Niño jou?

El Niño kan invloed hebben op het weerpatroon waar jij woont. Het is belangrijk om te begrijpen hoe El Niño jouw regio kan beïnvloeden, zodat je voorbereid kunt zijn op mogelijke gevolgen.

Quiz: Test je kennis!

Laten we eens kijken hoeveel je hebt geleerd. Beantwoord de volgende vragen om je kennis over El Niño te testen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.