Een kleine hoeveelheid van een stof, bijvoorbeeld een paar druppels water, bestaat al uit miljoenen moleculen.
moleculen zijn de
bouwstenen van stoffen. Wanneer je een stukje papier neemt en deze door midden scheurt, dan verdeel je deze miljoenen moleculen eigenlijk in twee groepjes moleculen. In beide handen heb je nog steeds een stuk papier vast. In theorie kun je eindeloos door gaan met dit scheuren en verdelen van de moleculen, dan kom je op een punt waarbij je de laatste 2 moleculen splitst. Je hebt dan in iedere hand een stukje papier bestaande uit 1 molecuul (fysiek is het niet mogelijk om stukjes papier te blijven scheuren, ze worden te klein om te scheuren en zijn niet meer zichtbaar met het blote oog). Wanneer je nu nog verder wilt gaan delen, dan moet je 1 molecuul doorscheuren. dan maak je het molecuul kapot en heb je dus in beide handen een gedeelte van een molecuul, dit noem je atomen.
atomen zijn de
bouwstenen voor moleculen.
1 molecuul (bouwsteen van stoffen) van een stof heeft nog steeds alle stofeigenschappen van die stof.
Atomen (bouwstenen van moleculen bevatten geen stofeigenschappen meer.