Herhaling H4 Elektriciteit

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo, mavo
• Leerjaar 2

Welkom in de les

Vandaag:

• ontsnappingsopdracht
• start opdracht voor bonuspunt
• afsluiting les

 

H4 - Elektriciteit

🔐 Ontsnappingsopdracht: De Energiecentrale

Jullie zijn technici in een energiecentrale. Er is een storing en de hoofdgenerator dreigt uit te vallen! Om het systeem te resetten, moeten jullie vier beveiligingscodes invoeren. Elke code wordt bepaald door een berekening met P = U * I.

Werk samen, los de vragen op en kraak de code om de centrale te redden!

Welk groepje kraakt de code het eerst?

>>>Klik hier <<<

🔋 Opdracht 1: Bereken de stroomsterkte

Jullie vinden een oud verwarmingsapparaat dat 230 V gebruikt en 2000 W verbruikt. Hoeveel ampère trekt dit apparaat?

Schrijf hier je berekening en antwoord op:

F .....................................................

O .....................................................

B .....................................................

A+E .....................................................

Het eerste cijfer van je antwoord is het eerste cijfer van de code.

Eerste cijfer van de code: ____

🌟 Opdracht 2: Bereken het vermogen van een zaklamp

Een zaklamp werkt op een batterij van 9 V en verbruikt een stroom van 0,5 A. Hoeveel vermogen gebruikt de zaklamp?

Schrijf hier je berekening en antwoord op:

F .....................................................

O .....................................................

B .....................................................

A+E .....................................................

Het eerste cijfer van je antwoord is het tweede cijfer van de code.

Tweede cijfer van de code: ____

🛠️ Opdracht 3: Het raadsel van de draden

Een apparaat in de centrale werkt op 12 V en verbruikt 3 A. Een tweede apparaat werkt op 24 V en verbruikt 1,5 A. Welk apparaat verbruikt meer vermogen?

Schrijf hier je berekening en antwoord op:

F .....................................................

O .....................................................

B .....................................................

A+E .....................................................

Het eerste cijfer van je antwoord is het derde cijfer van de code.

Derde cijfer van de code: ____

💡 Opdracht 4: De laatste uitdaging

Een laboratoriumlamp gebruikt 15 W en werkt op 5 V. 

Hoeveel stroom trekt deze lamp?

Schrijf hier je berekening en antwoord op:

F .....................................................

O .....................................................

B .....................................................

A+E .....................................................

Het eerste cijfer van je antwoord is het vierde cijfer van de code.

Vierde cijfer van de code: ____

🔐 Ontsnappingsopdracht: De Energiecentrale

Jullie zijn technici in een energiecentrale. Er is een storing en de hoofdgenerator dreigt uit te vallen! Om het systeem te resetten, moeten jullie vier beveiligingscodes invoeren. Elke code wordt bepaald door een berekening met P = U * I.

Werk samen, los de vragen op en kraak de code om de centrale te redden!

Welk groepje kraakt de code het eerst?

>>>Klik hier <<<

Opdracht voor bonuspunt

Maak een mindmap of poster over hoofdstuk 4: 4.1 t/m 4.4 

op een A3-papier.

Verwerk daarin alle vragen uit de volgende slide.

Maak gebruik van tekst en plaatjes/tekeningen.

Je werkt samen in een tweetal of je werkt alleen.

Tijd: 1,5 lesuur (vandaag + volgende week)

Uitkomst: Bonuspunt op je toetscijfer (tot max. 1 punt)

De antwoorden op de volgende vragen verwerk je in de mindmap of poster:

- Welke onderdelen zitten er in iedere stroomkring? Welke functie hebben ze?

- Wat zijn isolatoren en geleiders? Geef van beide een voorbeeld.

- Noem enkele voorbeelden van een spanningsbron.

- In welke situatie mag je de spanning van batterijen bij elkaar optellen?

- Wat is een schakelschema? Welke symbolen gebruik je in een schakelschema?

- Noem de kenmerken van serie- en parallelschakelingen.

- Met welke formule kun je het vermogen van een apparaat uitrekenen? Noteer ook de eenheden die je gebruikt.

Hoe vond je 

deze les?

😒🙁😐🙂😃