Hoofdstuk 2, spelling en grammatica

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 5

werkwoordspelling

Werkwoordspelling 

Doel van deze les

Ik weet wat de stam van een werkwoord is en kan dit op en goede manier schrijven.

Voorbeelden
werkwoorden

De stam van een werkwoord

Theorie 

De stam van het werkwoord (bladzijde 162)

Een voorbeeld

vliegen

ik vlieg 

stam = vlieg

Wat is de stam van het werkwoord fietsen?

1. fietsen
2. fiets
3. fietst
4. gefietst

Wat is de stam van het werkwoord springen?

1. gesprongen
2. springen
3. spring
4. sprongen

Wat is de stam van het werkwoord tekenen?

1. tekende
2. getekend
3. tekenen
4. teken

Lange klank

Theorie: bladzijde 162

Klinkers: a, e, i, o, u, y

Medeklinkers: (b,d,c,f,g,h,j,k,l,m,n,p,q,r,s,t,v,w,x,z)

Voorbeeld

lopen

hele werkwoord: lopen

de stam is lopen - en = lop

Dat mag niet in het Nederlands

De o in lopen is een lange klank

Je moet de klinker verdubbelen: loop

ik loop

Wat is de stam van het werkwoord dromen?

1. gedroomd
2. droom
3. droomde
4. dromen

Wat is de stam van het werkwoord slapen?

1. slaap
2. slapen
3. sliep
4. geslapen

Wat is de stam van het werkwoord maken?

1. gemaakt
2. maakten
3. maakt
4. maak

Geen v of z

Theorie bladzijde 162

Voorbeeld

Het hele werkwoord is verhuizen

De stam is verhuizen - en = verhuiz

Dat mag niet in het Nederlands

De z wordt een s: verhuis 

Wat is de stam van het werkwoord leven?

1. leef
2. lev
3. leev
4. lef

Wat is de stam van het werkwoord reizen?

1. reiz
2. reis
3. reisde
4. reizde

Geen dubbele medeklinkers

theorie bladzijde 163

Voorbeeld

Het hele werkwoord is zitten

De stam is zitten - en = zitt

Dag mag niet in het Nederlands

Als er twee dezelfde medeklinkers staan, haal je er eentje weg:

zit

Wat is de stam van het werkwoord zakken?

1. zak
2. zakk
3. zakt
4. zakken

Wat is de stam van het werkwoord trappen?

1. trapp
2. trap
3. trapt
4. trappen

En nu even oefenen

Vul bij de volgende vragen het goed antwoord in.

Wat is de stam van het werkwoord lachen?

1. lacht
2. lach
3. lachen
4. lachte

Wat is de stam van het werkwoord richten?

1. gericht
2. richt
3. richten
4. rich

Wat is de stam van het werkwoord schrijven?

1. schrijv
2. schrijf
3. schreef
4. schreev

Wat is de stam van het werkwoord grazen?

1. graz
2. gras
3. graas
4. graaz

Wat is de stam van het werkwoord grommen?

1. gromm
2. groom
3. grom
4. groomm

Wat is de stam van het werkwoord koken?

1. kook
2. gekookt
3. koken
4. kookte

Ik weet wat de stam van een werkwoord is en kan dit op en goede manier schrijven.

😒🙁😐🙂😃

Aan de slag

Maak opdracht 5 op bladzijde 163

Klaar? Studiemeter --> thema 5 --> 

spelling en grammatica --> Stam