1.1 Wat wil je kopen ?

Economie
1.1 Wat wil je kopen?
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Economie
1.1 Wat wil je kopen?

Slide 1 - Slide

Planning

Nieuwe onderwerp periode 4 
Uitleg.
Aan de slag.
Afsluiten.

Slide 2 - Slide

Economie

Slide 3 - Mind map

Economie
- Economie is overal
Iedereen heeft met economie te maken
Economie hoort bij de maatschappij/samenleving
Het gaat bij economie om het maken van keuzes

In dit geval gaat het om de behoeften die mensen hebben en hoe ze zich daarin voorzien. 

Slide 4 - Slide

basisbehoefte?

Slide 5 - Mind map

Basisbehoeften
zijn noodzakelijke behoeften aan eten, drinken, kleding, onderwijs en woonruimte. Goederen en diensten die je nodig hebt om te overleven.

Slide 6 - Slide

Overige behoeften
Zijn behoeften die niet noodzakelijk zijn. Het zijn luxeproducten.

Zoals vakanties, een auto, scooter etc.

Slide 7 - Slide

Goederen (kun je aanraken)
Diensten (kun je niet aanraken) Ze doen iets voor je. 

Slide 8 - Slide

Nog enkele voorbeelden goederen:
-De tafel
-Je pen
-Een auto
-Het bord
-Je kluisje
-Je fiets

Nog enkele voorbeelden diensten:
-Je legt iets uit aan iemand.
-Je helpt iemand met oversteken.
-De taxi chauffeur die je wegbrengt.
-De cassiere achter de kassa
-De timmerman die je deur maakt.

Slide 9 - Slide

Het hebben van een fiets is een ...
A
Basisbehoefte
B
Overige behoefte

Slide 10 - Quiz

Wat is een basisbehoefte?
A
kleding
B
laptop
C
nieuwe iphone

Slide 11 - Quiz

Uit eten gaan is een?
A
Basisbehoefte
B
Overige behoefte

Slide 12 - Quiz

Basisbehoeften
Overige behoeften

Slide 13 - Drag question

Directe ruil en 
indirecte ruil

Goederen tegen goederen ruilen = directe ruil.

Geld tegen een product  'ruilen' = indirecte ruil.
Directe ruil

Slide 14 - Slide

Zelfstandig werken
  • Aan de slag
  • Samen of zelfstandig werken

Opdracht  1 t/m 6 

Blz 10 t/m  13
timer
10:00

Slide 15 - Slide

Zelfstandig werken
  • Aan de slag
  • Samen of zelfstandig werken

Opdracht  1 t/m 6 

Blz 10 t/m  13
timer
10:00

Slide 16 - Slide