leraar 21ste eeuw

Digitale didactiek
+ effectief onderwijs met ICT
1 / 27
next
Slide 1: Slide
InformaticaMiddelbare schoolmavoLeerjaar 6

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Digitale didactiek
+ effectief onderwijs met ICT

Slide 1 - Slide

Waarom digitale didactiek?

Slide 2 - Open question

Waarom digitale didactiek?
Bij digitaal leren en het inzetten van ICT in een onderwijscontext heb je enerzijds het technische aspect, maar daarnaast is er ook een didactisch luik. 
Het is belangrijk vanuit de didactiek te vertrekken om op die manier te kijken hoe en onder welke voorwaarden ICT kan ingezet worden in het leerproces.

Slide 3 - Slide

Effectief onderwijs met ICT
verschillende principes
7 in totaal

Slide 4 - Slide

Principe 1
Zorg voor afstemming van leerdoelen, werkvormen en toetsvormen

Slide 5 - Slide

Ook bij het gebruik van ICT is het in het onderwijs van belang expliciet rekening te houden met dit basisprincipe.

Wanneer bijvoorbeeld een deel van de werkvormen online in de digitale leeromgeving wordt uitgevoerd, zijn de volgende vragen cruciaal:
  1. hoe sluiten deze activiteiten aan bij één of meerdere leerdoelen van het vak?
  2. hoe wordt de uitvoering van die activiteiten getoetst?

Slide 6 - Slide

Principe 2
Zorg voor een zorgvuldige voorbereiding en informatievoorziening

Slide 7 - Slide

Het is een goed idee om leerlingen volgende informatie mee te geven:

  • een overzicht van de leerdoelen;
  • een beschrijving van de gehanteerde werkvormen met een rooster (wat, wanneer, waar en hoe);
  • een beschrijving van wanneer ze eventuele opdrachten kunnen verwachten, waar ze deze opdrachten kunnen vinden en per opdracht hoeveel tijd het de leerlingen naar verwachting zal kosten om de opdracht te maken;
  • een overzicht van de leerstof die ze voor elke leeractiviteit moeten bestuderen, met de locatie waar ze deze leerstof kunnen vinden;
  • een beschrijving van de wijze waarop ze begeleid worden en bij wie ze wanneer terechtkunnen voor welk type vragen;
  • een overzicht van regels en sancties die gelden;
  • een beschrijving van de wijze en de momenten waarop ze getoetst worden en de kwaliteitscriteria die daarbij gelden;
...
De informatie moet concreet, helder en eenduidig worden geformuleerd.

Slide 8 - Slide

De elektronische leeromgeving
De elektronische leeromgeving (= ELO) is het instrument bij uitstek om ICT in het onderwijs te integreren.
Ook tijdens de uitvoering is de ELO het communicatiekanaal bij uitstek. Een bericht, bijkomende informatie, documenten, links … voor alle leerlingen die bij een opdracht betrokken zijn, is snel online gezet. Richt de leeromgeving op een overzichtelijke wijze in en schakel de functionaliteiten van de digitale leeromgeving die niet gebruikt worden uit.

Slide 9 - Slide

Wanneer spreken we over ICT-integratie
Let op: een leerkracht die werkt met de ELO is geen ICT-integratie in het onderwijs. Het is het instrument bij uitstek om aan ICT-integratie in het onderwijs te doen. De leerlingen die op een ELO samen aan de slag zijn door bijvoorbeeld te debatteren op een forum of het delen van documenten is wel ICT-integratie.

Slide 10 - Slide

Aandachtspunten bij uitvoering
  • Laat leerlingen weten wanneer nieuw materiaal in de digitale leeromgeving is geplaatst en geef tevens aan waar zij dit materiaal kunnen vinden.
  • Door een lijst met Frequently Asked Questions (FAQ’s) op te stellen, hoef je als leerkracht niet telkens opnieuw hetzelfde antwoord te geven.

Slide 11 - Slide

Principe 3
Gebruik van activerende werkvormen
  • online games
  • online opdrachten

Slide 12 - Slide

Principe 4
 Kom tegemoet aan verschillen tussen de leerlingen

Slide 13 - Slide

Leermaterialen
Bij het aanbieden van leermaterialen is het eveneens belangrijk om rekening te houden met verschillen tussen leerlingen. Het is aangeraden het leermateriaal op diverse manieren aan te bieden en daarbij kan ICT je helpen. Maak gebruik van de rijkheid van ICT-middelen. Gebruik bijvoorbeeld video’s, animaties, simulaties en podcasts als leermateriaal. Zo geef je de leerling de kans om, op de manier die voor hem of haar het meest effectief is, zich de leerstof eigen te maken. Tracht op zijn minst af te wisselen in de typen leermaterialen die binnen een vak gebruikt worden.

Slide 14 - Slide

principe 5
Maak onderwijs toegankelijk voor alle leerlingen

Slide 15 - Slide

Aandachtspunten onderwijs blinden en slechtzienden 

  • Ga voor gekleurde tekst en figuren na of de gebruikte kleurencombinaties geschikt zijn voor kleurenblinden. 
  • Stel documenten, zoals artikelen, zo veel mogelijk digitaal beschikbaar. Leerlingen die slechtziend zijn, kunnen die documenten door voorleessoftware laten lezen. 
  • Voorzie figuren op het web en in een tekstbestand (Word, pdf, e.d.) van een duidelijke omschrijving die dezelfde functionele, beschrijvende of contextuele informatie bevat als de figuur zelf. 
  • Maak voor koppen gebruik van de stijlfuncties van Word, pdf en webpagina’s (bijvoorbeeld Kop 1 of Heading 1, Kop 2 of Heading 2, Standaard of Normal) in plaats van harde opmaak (bijvoorbeeld een tekst op Arial lettergrootte 10 zetten). V
  • Wees zuinig met verschillende blokken tekst (denk ook aan menu’s) in een document en op het web. 

Slide 16 - Slide

Aandachtspunten voor dislectici
  • Alle aandachtspunten voor onderwijs aan blinden en slechtzienden gelden ook voor onderwijs aan dyslectici.
  • Maak gebruik van schreefloze letters, zoals Arial en Verdana. Deze zijn doorgaans beter leesbaar dan een lettertype met schreef (zoals Times New Roman).
  • Maak in documenten bij het uitlijnen geen gebruik van ‘uitvullen’, maar lijn alleen links uit. Door het ‘uitvullen’ ontstaat er onregelmatige witruimte en dat is voor een dyslecticus lastig te hanteren.
Opmerking: niet alle bronnen zijn het hierover eens.
Maak gebruik van de voorzien software zoals (gratis) dyslexiesoftware voor scholen basisonderwijs en secundair onderwijs: Kurzweil 3000 of Sprint.

Slide 17 - Slide

Aandachtspunten voor lln met motorische beperking
  • Maak klikbare teksten of objecten niet te klein. Deze kunnen voor problemen zorgen voor mensen met een motorische beperking die geen heel precieze bewegingen kunnen maken. Denken bijvoorbeeld aan de knoppen waar leerlingen op moeten klikken bij het maken van digitale oefeningen. Je hebt hier als gebruiker niet altijd de mogelijkheid om dit aan te passen, maar sommige digitale tools bieden die mogelijkheid wel aan.

Slide 18 - Slide

Aandachtspunten voor doven en slechthorenden

  • Als er in het cursusmateriaal gebruik wordt gemaakt van geluid (denk aan video, muziek of mondelinge instructie in PowerPointpresentaties), zorg dan dat het doven en slechthorenden niet aan essentiële informatie ontbreekt. Dit kan bijvoorbeeld door mondelinge instructie om te zetten in tekst.
  • Als een les wordt gefilmd, zorg er dan voor dat de spreker duidelijk in beeld is, zodat de kijker kan liplezen. 
  • Een andere mogelijkheid om video’s toegankelijk te maken voor doven en slechthorenden is ervoor te zorgen dat de film ondertiteld is of dat er verklarende tekst meeloopt met de film.
  • Als er in een les gebruik wordt gemaakt van muziek die alleen dient ter vermaak, vermeld dan (bijvoorbeeld tekstueel in een PowerPointpresentatie) dat er muziek klinkt en dat die muziek niet van belang is voor het leren van de leerstof. Datzelfde geldt voor ondersteunende of eventueel grappige geluiden. Het is voor een dove raar als een hele zaal begint te lachen bij een geluidje, zonder te begrijpen wat er aan de hand is. Indien een dergelijk geluid wel een functie heeft (denk bijvoorbeeld aan een waarschuwende kreet, of een ‘oh, jammer, dat is fout’-melodie), laat dat dan ondersteunen door tekst of een figuur (denk bijvoorbeeld aan een stopbord bij een waarschuwende kreet).

Slide 19 - Slide

Principe 6
Stimuleer de ontwikkeling van vertrouwen in eigen studiesucces

Slide 20 - Slide

Beginsituatie inschatten d.m.v. (online)instaptoets 
Door regelmatig te oefenen met de leerstof maken leerlingen zich de leerdoelen eigen. Belangrijk is daarbij wel dat de oefeningen aansluiten bij het niveau van de leerling. Dit niveau kan bij de start van een vak of opleiding bepaald worden met behulp van een (online) instaptoets.

Slide 21 - Slide

  • Remediëring
Voor leerlingen met een te laag instapniveau kan remediërend ICT gerelateerd lesmateriaal worden ingezet welke de leerlingen op eigen houtje doornemen.

  • Geleidelijke opbouw en motivatie vasthouden
Een andere manier om zelfvertrouwen te stimuleren is om de moeilijkheidsgraad van oefeningen geleidelijk aan te laten oplopen, waarbij elke oefening wel steeds voldoende uitdaging moet bieden om de motivatie vast te houden.

Slide 22 - Slide

  • Studieaanwijzingen
Door oefeningen en toetsen te voorzien van studieaanwijzingen waarin wordt aangegeven wat leerlingen precies moeten leren, op welke wijze zij het beste de oefening kunnen aanpakken of voor de toets kunnen leren, en aan welke kwaliteitscriteria moet worden voldaan, wordt het zelfvertrouwen verder gestimuleerd.
Verder moet rekening worden gehouden met een realistische werkdruk van de leerlingen.


  • Optimaliseren leerproces d.m.v. feedback
Tot slot moet bij oefeningen en het aftoetsen van de doelstellingen voldoende aandacht besteed worden aan het optimaliseren van het leerproces. Hierbij is feedback het sleutelwoord. Opnieuw kan ICT een interessant instrument zijn hierbij. Denk bijvoorbeeld aan een digitaal portfolio van de leerling waar de leerkracht feedback bij het proces en het opgeladen product geeft. Dit is een doelgerichte en stimulerende actie. Feedback geeft de leerlingen immers inzicht in de studievoortgang, kan het leerproces van de leerlingen bijsturen en onjuistheden corrigeren.
Goede feedback bestaat uit het geven van informatie over de leerling aan de leerling. Is de leerling op de goede weg, welke onderdelen begrijpt de leerling wel en welke onderdelen nog niet, op welke wijze kan de leerling zijn eigen leerproces bijsturen. Je kan tevens andere leerlingen inzetten om feedback te geven. Door ICT zijn nieuwe manieren van feedback mogelijk, bijvoorbeeld automatisch door de digitale technologie gegenereerde feedback.

Slide 23 - Slide

Principe 7
Wees benaderbaar en zichtbaar voor leerlingen

Slide 24 - Slide



De opkomst van ICT in het onderwijs bracht ook een verandering in de communicatie met de leerkracht teweeg. Het aanvullen van face to face onderwijs met de ICT verhoogt het aantal mogelijkheden om te communiceren met een leerkracht. Leerlingen kunnen een leerkracht nu immers ook via e-mail, discussie-platform en chat bereiken.

Toch hoeft ook dit niet automatisch te betekenen dat een leerkracht toegankelijker is. Deze communicatiemiddelen krijgen pas hun waarde wanneer een leerkracht deze middelen op adequate wijze en met enige regelmaat gebruikt.


Zichtbaarheid is met name van belang in een digitale leeromgeving. Wanneer leerlingen zien dat er al een tijd lang ‘niets gebeurt’ (er worden geen mededelingen gedaan, geen nieuwe documenten toegevoegd), lijkt het voor leerlingen alsof de leerkracht nooit aanwezig is in de digitale leeromgeving.
Leerlingen kunnen hierdoor het gevoel krijgen dat de leerkracht niet betrokken is bij hun leerproces, met als gevolg dat zij meer geneigd zijn zelf (ook) een passieve houding aan te nemen ten aanzien van hun eigen leerproces.

Slide 25 - Slide




Aandachtspunten bij de voorbereiding
  • Verwelkom de leerlingen in de digitale leeromgeving.
  • Maak goede afspraken!
  • Geef aan hoe vaak je als leerkracht aanwezig bent in de digitale leeromgeving, bijvoorbeeld om vragen van leerlingen (via een forum) te beantwoorden en zorg ervoor dat deze frequentie wordt waargemaakt.
  • Geef aan wanneer en op welke manier leerlingen jou als leerkracht kunnen bereiken in geval van vragen.

Aandachtspunt bij de uitvoering
  • Zorg dat je als leerkracht te ‘zien’ bent in de digitale leeromgeving, Doe dit door bijvoorbeeld af en toe een mededeling, nieuw document of discussiebijdrage te plaatsen. Afhankelijk van hoe jij de digitale leeromgeving inzet.

Slide 26 - Slide

Welk van deze principes vind je het belangrijkst om rekening mee te houden
principe 1(zorg voor afstemming van leerdoelen, werkvormen en toetsvormen)
principe 2 (zorg voor een zorgvuldige voorbereiding en informatievoorziening
principe 3(gebruik van activerende werkvormen)
principe 4(kom tegemoet aan verschillen tussen de leerlingen)
principe 5(maak onderwijs toegankelijk voor alle leerlingen)
principe 6(stimuleer de ontwikkeling van vertrouwen in eigen studiesucces)
principe 7 (wees benaderbaar en zichtbaar voor leerlingen)
allemaal

Slide 27 - Poll