Module VPK proces - chronisch zieken lesweek 4

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

VERPLEEGPROCES

Chronisch zieken

Module verpleegproces chronisch zieken lesweek 4

Even opfrissen

Wat wordt er met de volgende begrippen bedoeld?

Programma lesweek 4

-Herhaling vorige lesweek; gegevens verzamelen, vaststellen van verpleegkundige diagnoses

-Vaststellen van verpleegdoelen

 

Leerdoelen

1. Je herhaalt de lesstof van vorige lesweek ten aanzien van het vaststellen van een verpleegkundige diagnose
2. Je kunt benoemen uit welke taalkundige elementen een goed geformuleerd verpleegdoel is opgebouwd.

3. Je kunt uitleggen wat het belang is van het stellen van verpleegdoelen voor een zorgvrager.

4. Je kunt uitleggen hoe je verpleegdoelen formuleert volgens de RUMBA-criteria.

5. Je kunt uitleggen hoe je verpleegdoelen formuleert volgens de SMART-criteria.

6. Je kunt samenvatten hoe je in samenspraak met de zorgvrager en zijn naasten verpleegdoelen formuleert rekening houdend met de eigen regie.

7. Je kunt in het multidisciplinair overleg de bij de zorgvrager betrokken disciplines betrekken bij de formulering van verpleegdoelen voor de zorgvrager.

8. Je kunt uitleggen welke hulpmiddelen je hebt bij het vaststellen van verpleegkundige doelen.

(herhaling) Hoe stel je een VPK diagnose? Beschrijf het proces, welke bronnen gebruik je?

Verpleegplan maken

P= Probleem > verpleegkundige diagnose/probleem (zie inhoudsopgave Carpenito)
E= Ethiologie> oorzaak (zie beinvloedende factoren)
S= Sigs & symptoms (zie verschijnselen Carpenito + casus/anamnese)
D=Doel (RUMBA)
I= interventies ( zie interventies)
E= evaluatie: Proces (interventies) vragen die je stelt aan patiënt/naasten Product (doel) vragen die je stelt aan patiënt/naasten

Waar?---> EPD

Electronisch patiënten Dossier

Sleep de juiste stap in het verpleegkundig proces naar de juiste plaats 

Verpleegkundige 

diagnose stellen 

Monitoren/evalueren 

Evalueren van verpleegkundige zorg

Verpleegkundige interventies kiezen 

Uitvoeren van verpleegkundige zorg /interventies

Gegevens verzamelen

Verpleegdoelen formuleren 

Binnen het verpleegkundig proces wordt één classificatiesysteem gebruikt

1. Waar
2. Niet waar

Een classificatiesysteem kun je zien als een hulpmiddel dat door alle verpleegkundigen begrepen wordt.

1. Juist
2. Onjuist

welke bron gebruik je in welke stap?

5. Noteer de verpleegkundige diagnose in het dossier (P).

(hetero) anamnese, (huis)artsenbrief, CIZ indicatie, eigen observaties, Carpenito blz. 418

Carpenito: inhoudsopgave & Bijlage A blz. 418

Carpenitio: beïnvloedende factoren

Toelichting auteur Carpenito, zorgvrager en naasten, collega's

Elecktronisch Patiënten Dossier (EPD)

1. Verzamel en orden gegevens (S)

2. Formuleer (voorlopige) diagnose (P)

3. Beschrijf etiologische factoren (E).

4. Valideer en toets de voorlopige verpleegkundige diagnose

Hoe maak je een verpleegplan?

1. verzamelen: welke problemen zie je?
  (Bronnen: (hetero) anamnese, (huis)artsenbrief, (CIZ) indicatie, eigen observaties/ waarnemingen)
2. ordenen: welke patronen vallen deze
      problemen onder? (Bron: Carpenito)
3. maak de PES---> (Bronnen: Carpenito: inhoudsopgave, beïnvloedende factoren, verschijnselen, maar ook eigen observaties)

P = Probleem > begin verpleegkundige diagnose/
        gezondheidsprobleem

E = Ethiologie > oorzaak van het probleem

S= Symptoms > Symptomen van het probleem: wat zie je? Wat hoor je?  Waaruit blijkt dat het probleem bestaat?

Zorgproblemen in een verpleegplan

Na de PES komt nog

-D = doelen

-I = interventies

- E= evaluatie

Mw. de Bruijn, is gevallen heeft sinds een tijdje moeite met lopen. Zij is erg stijf en wankel ter been. Zij loopt hierdoor instabiel. Onder welk patroon is er sprake van een verpleegprobleem?

Daarnaast zou mw. de Bruijn beter willen doorslapen, onder welk patroon kijk je?

Zorgdoel

Definitie: ​

‘een concrete omschrijving van een gewenste situatie, waarbij een duidelijke tijdslimiet is aangegeven. Zorgdoelen worden geformuleerd aan de hand van het zorgprobleem.’ 

Zorgdoel kan zich richten op:

• Het voorkomen van een probleem​;
• Uitstel of beperken van een probleem​;
• Het oplossen van een probleem​;
• Het in ernst laten afnemen van een probleem​;
• Het in ernst stabiliseren van een probleem;​ 
• Het verslechteren van het probleem​.

Formuleren zorgdoel

SMART-doelen

S     = specifiek 

M    = meetbaar 

A     = acceptabel 

R     = realistisch

T     = tijdgebonden

Specifiek:

Wat willen we bereiken?

Wie zijn erbij betrokken?

Waar gaan we het doen?

Wanneer gebeurt het?

Welke delen van de doelstelling zijn essentieel?

Waarom willen we dit doel bereiken?

Voorbeelden SMART

Niet: mevrouw is niet meer verward

Maar... mevrouw kan binnen één week aangeven waar ze is en hoe laat het is.

Niet: mevrouw krijgt dagelijks voldoende voeding

Maar... mevrouw heeft dagelijks een inname van 1500 kcal en behoudt minimaal haar huidige gewicht van 49 kg.

Maak een RUMBA/SMART doel over vochttekort, verstoorde slaap, moeite met transfer

Mw. lukt het niet om genoeg te drinken; ze heeft een droge huid en droge slijmvliezen. Onder welk patroon kijk je? Maak een verpleegkundige diagnose (PES)

Vooruitblik

A.d.h.v. diverse casuïstiek oefenen met verpleegplannen maken.
P
E
S
D
Eventueel I (volgende week)