Paragraaf 1.2 Waarom koop je dat?

Paragraaf 1.2


Waarom koop je dat?
1 / 36
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Paragraaf 1.2


Waarom koop je dat?

Slide 1 - Slide

Hoe gaat het met je?
A
Goed
B
Slecht
C
Mwah
D
Ik heb geen gevoel, nooit gehad, zal ik ook nooit hebben

Slide 2 - Quiz

Programma
  • Situatie Rusland - Oekraïne 
  • Huiswerk nakijken
  • Herhaling
  • Behandelen paragraaf 1.2

Slide 3 - Slide

Hoeveel procent van het gebruikte gas in de EU is afkomstig vanuit Rusland?
A
20%
B
30%
C
40%
D
50%

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Link

Opdracht 2
  • Basisbehoeften: brood, huurhuis en spijkerbroek
  • Overige behoeften: scooter, smartphone en tv

Slide 6 - Slide

Opdracht 6
A) Goederen: scooter, helm, benzine.

Diensten: scooterverzekering, onderhoudsbeurt.
B) Gebruiksgoederen: scooter, helm.
Verbruiksgoederen: benzine.


Slide 7 - Slide

Opdracht 7
  • € 6.49 - € 6,49
  • € 131,65
  • € 143312 (mag ook € 143312,00 of € 143312,-)
  • 17,50,- - € 17,50

Slide 8 - Slide

Opdracht 8
  • A) € 3,87
  • B) € 3,97 - € 2,49 = € 1,38
  • C) € 2,49 : 3 = €0,83

Slide 9 - Slide

Opdracht 10
Zelfvoorziening

Slide 10 - Slide

Opdracht 13
  • A) Onjuist, 7,55 dus 7,6
  • B) Juist
  • C) Onjuist, 6,32 dus 6,3
  • D) Onjuist, 7,46 dus 7,5

Slide 11 - Slide

Opdracht 14: Bereken de gemiddelde prijs van een consumptie

Slide 12 - Open question

Opdracht 14
  • € 2,75  + € 1,80 + € 2,80 = € 7,35
  • € 7,35 : 3 = € 2,45
  • Gemiddelde prijs van een consumptie is € 2,45

Slide 13 - Slide

Opdracht 15a: Bereken hoeveel alle afgebeelde onderdelen samen kosten.

Slide 14 - Open question

Opdracht 15b: Bereken de gemiddelde prijs van een onderdeel. Rond je antwoord af op centen nauwkeurig (twee decimalen).
A
€ 69,04
B
€ 59,04
C
€ 69,03
D
€ 59,03

Slide 15 - Quiz

Opdracht 15
€ 185,68 + € 73,27 + € 68,16 + € 19,61 + € 86,36 + € 38,36 + € 11,80 = €483,24

€ 483,24 : 7 = € 69,03

Slide 16 - Slide

Bij welk merk hoort dit deuntje?
Raad het geluid
A
Hema
B
Kruidvat
C
Etos
D
Action

Slide 17 - Quiz

Bij welk merk hoort dit deuntje?
Raad het geluid
A
Chocomel
B
Calvé
C
Albert Heijn
D
Unox

Slide 18 - Quiz

Bij welk merk hoort deze slogan?

A
Nike
B
Adidas
C
Reebok
D
Puma

Slide 19 - Quiz

Bij welk merk hoort deze slogan?
A
Douwe Egbert
B
Expert
C
Kruidvat
D
Mediamarkt

Slide 20 - Quiz

Goederen
Diensten

Slide 21 - Drag question

Welke bewering is juist?
A
Zelfvoorziening betekent dat je zelf de goederen koopt die je nodig hebt.
B
Zelfvoorziening is een vorm van consumptie.
C
Bij zelfvoorziening maak je goederen waarmee je in je behoeften voorziet.
D
Het kopen van diensten is een vorm van zelfvoorziening.

Slide 22 - Quiz

Pauze
5 minuten

Slide 23 - Slide

Kom maar op met die tweede helft
A
Yes
B
Liever niet
C
Mwah
D
Geen mening

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Waar is deze reclame op gericht?
A
Op mensen die houden van makkelijk en snel koken
B
Op mensen met een klein budget
C
Op mensen die houden van goed kwaliteit eten
D
Op mensen die graag eten bestellen

Slide 26 - Quiz

Wat mensen kopen is afhankelijk van
A
Je budget, leeftijd, geslacht
B
Budget
C
Leeftijd
D
Geslacht

Slide 27 - Quiz

Budget
Het geld waar je over beschikt

Slide 28 - Slide


Sociale beïnvloeding
Commerciële beïnvloeding

Slide 29 - Slide

Geef een voorbeeld van sociale beïnvloeding

Slide 30 - Slide

Enzo Knol heeft in zijn video schoenen aan die jij ook wel zou willen hebben. Dit is een voorbeeld van
A
Sociale beïnvloeding
B
Commerciële beïnvloeding

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Video

Dit is een voorbeeld van
A
Sociale beïnvloeding
B
Commerciële beïnvloeding

Slide 33 - Quiz

Korting berekenen
Astrid koop een spijkerbroek van €49,95.
Ze krijgt 15% korting. Bereken de nieuwe prijs.



Slide 34 - Slide

Een spel kost 27,50 euro, je krijgt 15% korting. Hoeveel euro korting krijg je?

Slide 35 - Open question

Huiswerk
  • Maak een reclameposter met drie van jouw favoriete producten met kortingsprijzen met procenten erop (PowerPoint, Canva, Word, tekenen)
  • Maken opdracht 26 & 27

Slide 36 - Slide