Laatste les
Deze les:
1. Leesvaardigheid blok 6 - gezamenlijk één oefening maken (p.283)
2. werken aan de slotopdracht Project De uiteenzetting
3. stillezen
4. nieuwsquiz
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
This lesson contains 17 slides, with text slides.
Items in this lesson
Deze les:
1. Leesvaardigheid blok 6 - gezamenlijk één oefening maken (p.283)
2. werken aan de slotopdracht Project De uiteenzetting
3. stillezen
4. nieuwsquiz
Slide 1 - Slide
Lezen blok 6 (p. 283)
- we lezen de tekst
- we maken samen opdracht 2
Slide 2 - Slide
vraag 2
Slide 3 - Slide
vraag 2
Met een jaar overdoen op de middelbare school schiet niemand iets op.
Zittenblijven kan een goede manier zijn om te voorkomen dat jongeren zonder diploma thuis komen te zitten.
Slide 4 - Slide
vraag 3
2. Met een jaar overdoen op de middelbare school schiet niemand iets op.
Zittenblijven kan een goede manier zijn om te voorkomen dat jongeren zonder diploma thuis komen te zitten.
Slide 5 - Slide
vraag 3
2. Met een jaar overdoen op de middelbare school schiet niemand iets op.
Zittenblijven kan een goede manier zijn om te voorkomen dat jongeren zonder diploma thuis komen te zitten.
3 a door een aankondigende zin en een signaalwoord
b De laatste zin van alinea 2 kondigt aan dat er nog een nadeel van zittenblijven komt. In de eerste zin van alinea 3 staat het signaalwoord ook.
Slide 6 - Slide
vraag 4
2. Met een jaar overdoen op de middelbare school schiet niemand iets op.
Zittenblijven kan een goede manier zijn om te voorkomen dat jongeren zonder diploma thuis komen te zitten.
3 a door een aankondigende zin en een signaalwoord
b De laatste zin van alinea 2 kondigt aan dat er nog een nadeel van zittenblijven komt. In de eerste zin van alinea 3 staat het signaalwoord ook.
Slide 7 - Slide
vraag 4
2. Met een jaar overdoen op de middelbare school schiet niemand iets op.
Zittenblijven kan een goede manier zijn om te voorkomen dat jongeren zonder diploma thuis komen te zitten.
3 a door een aankondigende zin en een signaalwoord
b De laatste zin van alinea 2 kondigt aan dat er nog een nadeel van zittenblijven komt. In de eerste zin van alinea 3 staat het signaalwoord ook.
4 a Vier
b De voorlaatste zin van alinea 2 is de het eerste nadeel. Daarna volgt het signaalwoord ook om het tweede nadeel aan te kondigen. Daarna volgen nog de signaalwoorden Daarnaast en en. Achter deze signaalwoorden staat ook elke keer een nadeel genoemd.
c De helft van de zittenblijvers haalt uiteindelijk een lager schooldiploma.
De kosten van zittenblijven zijn hoog.
Het demotiveert de leerling.
Het is zonde van de tijd.
Slide 8 - Slide
vraag 5
2. Met een jaar overdoen op de middelbare school schiet niemand iets op.
Zittenblijven kan een goede manier zijn om te voorkomen dat jongeren zonder diploma thuis komen te zitten.
3 a door een aankondigende zin en een signaalwoord
b De laatste zin van alinea 2 kondigt aan dat er nog een nadeel van zittenblijven komt. In de eerste zin van alinea 3 staat het signaalwoord ook.
4 a Vier
b De voorlaatste zin van alinea 2 is de het eerste nadeel. Daarna volgt het signaalwoord ook om het tweede nadeel aan te kondigen. Daarna volgen nog de signaalwoorden Daarnaast en en. Achter deze signaalwoorden staat ook elke keer een nadeel genoemd.
c De helft van de zittenblijvers haalt uiteindelijk een lager schooldiploma.
De kosten van zittenblijven zijn hoog.
Het demotiveert de leerling.
Het is zonde van de tijd.
Slide 9 - Slide
vraag 5
5 Zittenblijven zou leerlingen die moeite hebben met leren of die gedragsproblemen hebben, juist kunnen helpen.
Slide 10 - Slide
vraag 6
5 Zittenblijven zou leerlingen die moeite hebben met leren of die gedragsproblemen hebben, juist kunnen helpen.
Slide 11 - Slide
vraag 6
5 Zittenblijven zou leerlingen die moeite hebben met leren of die gedragsproblemen hebben, juist kunnen helpen.
6 a namelijk
b Uitspraak: scholen moeten hun regels voor zittenblijvers versoepelen.
Reden: Het zou leerlingen die moeite hebben met leren of die gedragsproblemen hebben, juist kunnen helpen.
Slide 12 - Slide
vraag 7a
5 Zittenblijven zou leerlingen die moeite hebben met leren of die gedragsproblemen hebben, juist kunnen helpen.
6 a namelijk
b Uitspraak: scholen moeten hun regels voor zittenblijvers versoepelen.
Reden: Het zou leerlingen die moeite hebben met leren of die gedragsproblemen hebben, juist kunnen helpen.
Slide 13 - Slide
vraag 7b
7 a Leerlingen die moeite hebben met leren worden ermee geholpen. Leerlingen die gedragsproblemen hebben worden ermee geholpen.
Slide 14 - Slide
vraag 7b
7 a Leerlingen die moeite hebben met leren worden ermee geholpen. Leerlingen die gedragsproblemen hebben worden ermee geholpen.
b Eigen tegenargument. Voorbeeldantwoord: Leerlingen die moeite hebben met leren moeten naar een lager niveau.
Leerlingen die gedragsproblemen hebben moeten naar een hulpverlener voor hun problemen.
Slide 15 - Slide
Werk aan de slotopdracht
Tip: canva.com (gratis sjablonen)
Klik op: Thuis
Zoek in zoekbalk op: infographic
Mag uiteraard ook op papier!
Slide 16 - Slide
denieuwsquiz.nl
