Les 2 begrijpend lezen toetsweek klas 2 havo 23

Les 2: begrijpend lezen
Toetsweek
Klas 2 - Periode III 2023
timer
10:00
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les 2: begrijpend lezen
Toetsweek
Klas 2 - Periode III 2023
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Deze les ga je oefenen met...
Noteren van de verbanden
Hoofdzaken
Signaalwoorden
Delen van het verband
Argumenten
Tegenargumenten
Tussenkopje

Slide 2 - Slide

De verbanden: weet je ze nog?
1.Uitspraak-tegenstelling
2. Uitspraak-opsomming
3. Uitspraak-voorbeeld
4. Middel-doel
5. Oorzaak-gevolg
6. Uitspraak-vergelijking
7. Uitspraak-reden

Slide 3 - Slide

Signaalwoorden
Goed leren!
Ook, verder, bovendien, nog, daarnaast, niet alleen...maar ook, ten eerste, ten tweede, en.

Maar, daarentegen, echter, enerzijds, anderzijds, daar staat integendeel, daar staat tegenover.





Verbanden

Uitspraak-opsomming



Uitspraak-tegenstelling

Slide 4 - Slide

Signaalwoorden
Goed leren!

bijvoorbeeld, als voorbeeld, zoals, zo.

Waarmee, daarmee, met dat doel, het doel is, door middel van, om....te..




Verbanden

Uitspraak-voorbeeld




Doel-middel

Slide 5 - Slide

Signaalwoorden
Goed leren!
Daardoor, hierdoor, doordat, zodat, waardoor

zoals, hetzelfde, dezelfde, in vergelijking met

daarom, want, omdat
Verbanden

Oorzaak-gevolg


Uitspraak-vergelijking


Uitspraak-reden

Slide 6 - Slide

Voorbeeld toetsvraag
1. Wat is het signaalwoord?
2. Hoe heet dit verband?
3. Noteer de twee delen van het verband.


Slide 7 - Slide

Voorbeeld toetsvraag
1. Wat is het signaalwoord?
Ook
2. Hoe heet dit verband?
Uitspraak-opsomming
3. Noteer de twee delen van het verband.
Uitspraak: "Bij Engels kampioen Manchester City speelde hij dit seizoen veertien competitiewedstrijden."
Opsomming: "Dat is opgevallen bij bondscoach Louis van Gaal."


Slide 8 - Slide

Lees tekst 7 grondig.
Tekst 7 op blz. 283-284 uit Op Niveau 'Een jaar zitten blijven helpt je verder'.
Leerling 1: alinea 1 en 2.
Leerling 2: alinea 3 en 4.
Leerling 3: alinea 5 en 6.


Slide 9 - Slide

In de inleiding staat een tegenstelling. Wat zijn de twee delen van het verband?
A
Uitspraak: Een jaar... in onderwijsland. Tegenstelling: zittenblijven kan... te zitten.
B
Uitspraak: Een jaar...mee op. Tegenstelling: zittenblijven kan... in Amsterdam.
C
Uitspraak: Een jaar... mee op. Tegenstelling: zittenblijven kan... te zitten.
D
Uitspraak: Een jaar...mee op. Tegenstelling: zittenblijven kan ...'geaccepteerd' wordt.

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Manieren om verbanden tussen alinea's aan te geven:

1. Signaalwoord
2. Herhaling
3. Overgangszinnen met verwijzing
4. Aankondigende zinnen

*Let op: het gebruik van een signaalwoord is niet de enige manier waarop een schrijver alinea's kan verbinden. Combinaties zijn ook mogelijk.Blz. 187-188 Op Niveau.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Op welke twee manieren zijn de tweede en de derde alinea met elkaar verbonden?
A
Door een aankondigende zin en een signaalwoord
B
Door een aankondigende zin en herhaling
C
Door een overgangszin met een verwijzing en herhaling
D
Door een overgangszin met een verwijzing en een signaalwoord

Slide 15 - Quiz


Wat is jouw mening? Ben je voor of tegen zittenblijven?

Slide 16 - Slide

Maak nu de vragen op slides 18 t/m 21.

Tip: blader terug naar de theorie in deze LessonUp als je het even niet meer weet.

Slide 17 - Slide

Hoeveel nadelen van zittenblijven worden in alinea 2 en 3 genoemd?
A
Een
B
Twee
C
Drie
D
Vier

Slide 18 - Quiz

Wat is de hoofdzaak van alinea 4?

Slide 19 - Open question

Wat is het signaalwoord in alinea vier voor het verband uitspraak-voorbeeld

Slide 20 - Open question

Schrijf beide delen op.

Slide 21 - Open question

Nu voor jezelf: schrijf
Opdracht:
Nu voor jezelf: schrijf de argumenten op van de voorstanders van doubleren.

Schrijf ook een tegenargument op bij een van deze argumenten.

Tijd: 5 minuten

Slide 22 - Slide

Einde les

Slide 23 - Slide