Havo 3 - Grammatica - onbepaald voornaamwoord

Welkom!
Pak je leesboek.

Verder vandaag:
  • Start Grammatica H2: onbepaald voornaamwoord 
  • LessonUp 
  • Aan de slag
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Pak je leesboek.

Verder vandaag:
  • Start Grammatica H2: onbepaald voornaamwoord 
  • LessonUp 
  • Aan de slag

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Pak je laptop
En ga naar LessonUp.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je nog?
lidwoord - bijvoeglijk naamwoord - zelfstandig naamwoord
werkwoord - voorzetsel - bijwoord - telwoord

de voornaamwoorden:

vragend - persoonlijk - aanwijzend - bezittelijk

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Welke van de onderstaande woorden is een
VRAGEND voornaamwoord?
A
die
B
welke
C
mijn
D
ik

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de onderstaande woorden is een
BEZITTELIJK voornaamwoord?
A
die
B
welke
C
mijn
D
ik

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de onderstaande woorden is een
PERSOONLIJK voornaamwoord?
A
die
B
welke
C
mijn
D
ik

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de onderstaande woorden is een
AANWIJZEND voornaamwoord?
A
die
B
welke
C
mijn
D
ik

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Mijn vader heeft ons gisteren gebracht.

ONS?
A
aanwijzend voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
vragend voornaamwoord

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Mijn vader heeft ons gisteren gebracht.

MIJN?
A
aanwijzend voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
vragend voornaamwoord

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hij bracht ons naar dat feest.

DAT?
A
aanwijzend voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
vragend voornaamwoord

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Hij bracht ons naar dat feest.

HIJ?
A
aanwijzend voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
vragend voornaamwoord

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wie haalt jullie op?

Wat voor soort is het woord JULLIE?
A
aanwijzend voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
vragend voornaamwoord

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord hoort niet in het rijtje?

IK - HET - MIJN - JULLIE
A
ik
B
het
C
mijn
D
jullie

Slide 13 - Quiz

Ik, het en jullie zijn persoonlijk voornaamwoorden. 
MIJN is een bezittelijk voornaamwoord.
Welk woord hoort niet in het rijtje?

WAAR - WIE - WELKE - WAT
A
waar
B
wie
C
welke
D
wat

Slide 14 - Quiz

WAAR is geen vragend voornaamwoord, de rest wel.
Welk woord hoort niet in het rijtje?

DIE - DIT - DAAR - DEZE
A
die
B
dit
C
daar
D
deze

Slide 15 - Quiz

DAAR is geen aanwijzend voornaamwoord, de rest wel.
Onbepaald voornaamwoord
Hoewel deze ook al kort voorbij kwam in De Brug, gaan we hier nogmaals aandacht aan besteden in H2 Woordsoorten. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Onbepaald voornaamwoord
Een onbepaald voornaamwoord geeft een persoon of een zaak aan, maar zegt niet precies wie of wat bedoeld wordt;

Gisteren vertelde iemand (wie dan?) mij iets (wat dan?), wat niemand  mag weten.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Onbepaald voornaamwoord
  • IETS - ZOIETS - NIETS - ALLES - WAT
  • IEMAND - NIEMAND - IEDEREEN
  • MEN - MENIG(E) - MENIGEEN - JE - HET
  • IEDER(E) - ELK(E) - EEN ZEKERE -ENE - EEN OF ANDER(E)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

drie lastige gevallen
1. Als je de betekenis heeft van men:
              Moeilijkheden kun je maar beter vermijden.

2. Als wat de betekenis heeft van iets.
            Neem jij ook wat mee naar het feest?

3. Als het tijd, weersomstandigheden of sfeer aangeeft.
             Het is al laat, maar het is nog steeds gezellig.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Noteer de onbepaalde voornaamwoorden uit de zin:

Om iedereen een plezier te doen, werd elk bekend dansnummer wel gedraaid.

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Noteer de onbepaald voornaamwoorden uit de zin:

Zou je zoiets volgende keer niet meer tegen iemand willen zeggen, Sven?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Noteer de onbepaald voornaamwoorden uit de zin:

Zonder je huiswerk te maken, kun je moeilijk een voldoende halen voor de toets.

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Aan de slag
Je kunt met de opdrachten aan de slag over het onbepaald voornaamwoord.

Maak opdracht 1, 3 en 4 van Grammatica Woordsoorten - H2 (blz 62-63).
Let op: in opdracht 3 benoem je het kww niet!

Slide 23 - Slide

This item has no instructions