12. Grammatica - onbepaald voornaamwoord

Welkom!
Pak je leesboek. 
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Pak je leesboek. 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag: 
  • Lezen
  • Terugblik
  • Start Grammatica H2: onbepaald voornaamwoord 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Pak een Chromebook
En ga naar LessonUp.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Ik WORD KNETTERGEK van je gezeur.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Die poolreizigers zullen het wel FRISJES hebben.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

HET GEWAPENDE CONFLICT heeft al aan duizenden burgers het leven gekost.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een vaste tekststructuur?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Noem de 7 tekststructuren

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Wat is een samentrekking?
A
Herhaalde woorddelen/woorden/zinsdelen weglaten
B
Twee woorden of uitdrukkingen die je door elkaar gooit
C
Een bijzin waarbij het niet duidelijk is wie de handeling uitvoert
D
Een hoofdzin die het onderwerp bevat van de bijzin

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de juiste samentrekking?
brommerstalling en fietsenstalling
A
brommer en fietsenstalling
B
-stalling en fietsenstalling
C
brommer- en fietsenstalling
D
brommerstalling en -stalling

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Welke samentrekking is goed?
A
Anne maakte de bedden op en daarna het ontbijt klaar.
B
Jan spaart voor motorrijles en Anne voor rijles.
C
Het huiswerk was niet moeilijk en heb ik onder de les al af.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor samentrekking is dit?

Voor- en achterwaarts
A
woordniveau
B
woordgroepniveau
C
zinsniveau

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen samentrekking?
A
huis- tuin- en keukenspullen
B
blauwe en groene schoenen
C
hotel-restaurant
D
kook- en bakboeken

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat weet je nog?
lidwoord - bijvoeglijk naamwoord - zelfstandig naamwoord
werkwoord - voorzetsel - bijwoord - telwoord

de voornaamwoorden:

vragend - persoonlijk - aanwijzend - bezittelijk

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Welke van de onderstaande woorden is een
VRAGEND voornaamwoord?
A
die
B
welke
C
mijn
D
ik

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de onderstaande woorden is een
BEZITTELIJK voornaamwoord?
A
die
B
welke
C
mijn
D
ik

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de onderstaande woorden is een
PERSOONLIJK voornaamwoord?
A
die
B
welke
C
mijn
D
ik

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de onderstaande woorden is een
AANWIJZEND voornaamwoord?
A
die
B
welke
C
mijn
D
ik

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Mijn vader heeft ons gisteren gebracht.

ONS?
A
aanwijzend voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
vragend voornaamwoord

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Mijn vader heeft ons gisteren gebracht.

MIJN?
A
aanwijzend voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
vragend voornaamwoord

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Hij bracht ons naar dat feest.

DAT?
A
aanwijzend voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
vragend voornaamwoord

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Hij bracht ons naar dat feest.

HIJ?
A
aanwijzend voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
vragend voornaamwoord

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wie haalt jullie op?

Wat voor soort is het woord JULLIE?
A
aanwijzend voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
vragend voornaamwoord

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord hoort niet in het rijtje?

IK - HET - MIJN - JULLIE
A
ik
B
het
C
mijn
D
jullie

Slide 24 - Quiz

Ik, het en jullie zijn persoonlijk voornaamwoorden. 
MIJN is een bezittelijk voornaamwoord.
Welk woord hoort niet in het rijtje?

WAAR - WIE - WELKE - WAT
A
waar
B
wie
C
welke
D
wat

Slide 25 - Quiz

WAAR is geen vragend voornaamwoord, de rest wel.
Welk woord hoort niet in het rijtje?

DIE - DIT - DAAR - DEZE
A
die
B
dit
C
daar
D
deze

Slide 26 - Quiz

DAAR is geen aanwijzend voornaamwoord, de rest wel.
Onbepaald voornaamwoord
Hoewel deze ook al kort voorbij kwam in De Brug, gaan we hier nogmaals aandacht aan besteden in H2 Woordsoorten. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Onbepaald voornaamwoord
Een onbepaald voornaamwoord duidt een persoon of een zaak aan, maar zegt niet precies wie of wat bedoeld wordt;

Gisteren vertelde iemand mij iets, wat niemand mag weten.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Onbepaald voornaamwoord
  • IETS - ZOIETS - NIETS - ALLES - WAT
  • IEMAND - NIEMAND - IEDEREEN
  • MEN - MENIG(E) - MENIGEEN - JE - HET
  • IEDER(E) - ELK(E) - EEN ZEKERE -ENE - EEN OF ANDER(E)

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

drie lastige gevallen
1. Als je de betekenis heeft van men:
              Moeilijkheden kun je maar beter vermijden.

2. Als wat de betekenis heeft van iets.
            Neem jij ook wat mee naar het feest?

3. Als het tijd, weersomstandigheden of sfeer aangeeft.
             Het is al laat, maar het is nog steeds gezellig.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Noteer de onbepaalde voornaamwoorden uit de zin:

Om iedereen een plezier te doen, werd elk bekend dansnummer wel gedraaid.

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Noteer de onbepaald voornaamwoorden uit de zin:

Zou je zoiets volgende keer niet meer tegen iemand willen zeggen, Sven?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Noteer de onbepaald voornaamwoorden uit de zin:

Zonder huiswerk te maken, kun je moeilijk een voldoende halen voor de toets.

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Noteer de onbepaald voornaamwoorden uit de zin:

Het wordt vandaag warm en zonnig, daarna kun je je winterjas weer uit de kast halen.

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Aan de slag
Je kunt met de opdrachten aan de slag over het onbepaald voornaamwoord.


Maak opdracht 1 t/m 4 van Grammatica Woordsoorten - H2 (blz 62-63).

Slide 35 - Slide

This item has no instructions