Week 2 Les 1

Welkom 4C
De startopdracht ligt op tafel.
Vervoeg het werkwoord in de juiste vorm in je schrift.

Deze wordt over 5 - 10 minuten besproken. 
Schrijf alleen het te vervoegen werkwoord in je schrift.
Ben je eerder klaar? Lees lekker verder in 3-Pak


1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom 4C
De startopdracht ligt op tafel.
Vervoeg het werkwoord in de juiste vorm in je schrift.

Deze wordt over 5 - 10 minuten besproken. 
Schrijf alleen het te vervoegen werkwoord in je schrift.
Ben je eerder klaar? Lees lekker verder in 3-Pak


Slide 1 - Slide

Programma van vandaag
1. Startopdracht bespreken
2. Huiswerk noteren voor volgende week maandag
3. 8 MC -Wisbordjesvragen over werkwoordspelling
4. Zelf lezen blz. 32/33 (opdracht 1 t/m 5)
5. Verder lezen in 3-Pak verhaal 2
6. Verder werken aan het huiswerk voor donderdag.

Slide 2 - Slide

Huiswerk doornemen
Opdracht 1 t/m 4.2 van blz. 30-31

Vraag 1: Wat is een voltooid deelwoord? 
Vraag 2: Hoe herken je deze in een zin?
Vraag 3: 



Slide 3 - Slide

Huiswerk 
Dinsdag 24 september
10.55 uur
M. e-mail Doggybag
L. Vervoegen werkwoorden in de tegenwoordige en verleden tijd

Slide 4 - Slide

werkwoordspelling
A
Zij begeleiden gisteren de vrouw naar huis.
B
Zij begeleidden gisteren de vrouw naar huis.

Slide 5 - Quiz

werkwoordspelling
A
Hij bediend de gasten
B
Hij bedient de gasten

Slide 6 - Quiz

werkwoordspelling
A
hij niestte toen hij peper in zijn neus kreeg
B
hij nieste toen hij peper in zijn neus kreeg
C
hij niesde toen hij peper in zijn neus kreeg
D
hij niesden toen hij peper in zijn neus kreeg

Slide 7 - Quiz

werkwoordspelling
A
Gisteren verhuisden we naar Groningen.
B
Gisteren verhuisten we naar Groningen.

Slide 8 - Quiz

Werkwoordspelling
A
Hoe oud word je moeder morgen?
B
Hoe oud wordt je moeder morgen?

Slide 9 - Quiz

Werkwoordspelling
A
De oude man verstuurt de brief.
B
De oude man verstuurd de brief.

Slide 10 - Quiz

werkwoordspelling
A
Hij heeft de boel belazerd.
B
Hij heeft de boel belazert.

Slide 11 - Quiz

werkwoordspelling
A
Hij onthoud.
B
Hij onthoudt.

Slide 12 - Quiz

Boek blz. 32
Probeer eerst de opdrachten zonder hulp te maken.
Gebruik daarna het groene kader. Vraag het aan jouw buur of de docent. 
Pak er eventueel jouw KO erbij.

Slide 13 - Slide

Zakelijk schrijven
Maak de e-mail af naar GoGo-reizen.

Zorg dat je deze controleert aan de hand van het schema op blz. (214)
Achterin je boek

Slide 14 - Slide

Zakelijke e-mail
Lees eerst de schrijfopdracht
Markeer belangrijke zinnen!

Dan de inleiding van de tekst en het slot.
Bedenk hoe je de e-mail begint.
Daarna stel je vragen. Heb je geen vragen, dan begin je aan de opdracht. We gaan hier donderdag verder mee.

Slide 15 - Slide