Par. 4.1 De pruikentijd

Paragraaf 4.1: De pruikentijd
Leervragen:
1. Hoe ging het met de Nederlandse economie?
2. Welke sociale verhoudingen waren er in Frankrijk?
3. Hoe ontstond de verlichting?
4. Hoe zorgde de verlichting voor een andere manier van denken? 
K.A.: Het denken over staat en maatschappij in de verlichting
1 / 13
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Paragraaf 4.1: De pruikentijd
Leervragen:
1. Hoe ging het met de Nederlandse economie?
2. Welke sociale verhoudingen waren er in Frankrijk?
3. Hoe ontstond de verlichting?
4. Hoe zorgde de verlichting voor een andere manier van denken? 
K.A.: Het denken over staat en maatschappij in de verlichting

Slide 1 - Slide

De Nederlandse economie
  • 17e eeuw: rijkste land van EU, 18e eeuw voorsprong verloren
    1780: VOC draait verlies.
  • Maar: bankiers in Amsterdam doen goede zaken. Rijken dossen zich uit met de laatste modeartikelen. De tijd van pruiken en revoluties begint. 
  • Statussymbool (in navolging van FA)


Slide 2 - Slide

In Frankrijk ontstond een standensamenleving. Welke drie standen kunnen we onderscheiden? Geef je antwoord van meest machtige tot minst machtige stand aan.

Slide 3 - Open question

Franse sociale verhoudingen
  • NL raakt ec. koppositie kwijt aan Engeland en Schotland (vanaf 1707: Groot-Brittannië).
  • In Frankrijk kwam handel en nijverheid tot grote bloei.
  • Maar: ook veel armoede & verschil in rechten & plichten
  • 1e stand = geestelijkheid
  • 2e stand = adel
  • 3e stand = 'de rest' 

.


Slide 4 - Slide

Leg uit wat het probleem van de standensamenleving was (bekijk hiervoor de afbeelding)

Slide 5 - Open question

Franse sociale verhoudingen
  • De 1e en 2e stand hadden veel privileges: betaalden weinig / geen belasting - alleen adel kon officier worden of andere goedbetaalde baantjes krijgen. Daarnaast: heerlijke rechten (boeren werden uitgebuit en onderdrukt en moesten pacht betalen & alleen de spullen van de heer gebruiken.. tegen betaling!). 
  • 3e stand: betaalde bijna alle belastingen  (+/- 70% van het inkomen was belasting). Driekwart staatsinkomen kwam uit indirecte belastingen: Gevolg: voedsel veel duurder

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Bekijk het filmpje van Eise Eisinga (zie ook TB. blz. 77: Het verhaal van...), 4 min. Leg vervolgens kort uit waarom Eise Eisinga in onze Nederlandse canon opgenomen is.

Slide 8 - Open question

De Verlichting
  • 17e eeuw ontstaat de Verlichting: beweging van mensen die vinden dat met het verstand alleen kan worden verklaard en dat de maatschappij op de rede gebaseerd moet zijn.
  • Dit rationele denken zou leiden tot verbetering en het geluk van de samenleving.
  • Verlichting leidde bijv. tot abolitionisme (afschaffing slavernij)
  • Encyclopédie 


Slide 9 - Slide

Nieuwe ideeen
  •  Verlichters tolerant: Deïsme populair: God heeft aarde geschapen, maar bemoeit zich hier verder niet mee.
    (op de achtergrond: Voltaire 'God is een klokkenmaker')
  • Atheïsme: stap verder: God bestaat niet.
  • Verlichters gaven kritiek op standenmaatschappij 🡪 mensen moeten gelijke rechten hebben: mensenrechten.

Slide 10 - Slide

Nieuwe ideeen
  • Rechtsstaat: iedereen voor de wet gelijk & iedereen moet zich aan de wet houden.
  • John Locke (Britse filosoof): koning moet macht van het volk krijgen. Als deze zijn macht misbruikt, mag het volk in opstand komen.
  • Om machtsmisbruik te voorkomen ontwierp Charles Montesquieu de driemachtenleer (trias politica)


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Maak de volgende opdrachten in je werkboek (paragraaf 4.1, blz. 97 t/m 100): 
  • Opdracht 1 a & 1d
  • Opdracht 3 (a t/m c)
  •  Opdracht 4 (a & b)
  • Opdracht 7
  • Opdracht 10 

Slide 13 - Slide