HC 3: De interne markt, mededingingsbeleid en Brexit (Markt)


Europese integratie



Roberto Alvarez, 2020
1 / 34
next
Slide 1: Slide
economieHBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson


Europese integratie



Roberto Alvarez, 2020

Slide 1 - Slide

Agenda
  • Terugblik HC 2
  • De interne markt, mededingingsbeleid en Brexit (Markt)

Slide 2 - Slide

Terugblik HC 1: Transfer 
  • Maak per subkanaal a.d.h.v. onderstaande bronnen een onderdeel van een les.
  • Thema kiezen uit HC 2
  • Maak een presentatie van 3 minuten waarin je dit uitlegt (op deze Padlet plaatsen → ww= transfer2)
Politieke bijsluiter
link
Europese stemwijzer
link

Slide 3 - Slide

Presentaties: transfer
  • per subgroep presenteren (3 minuten)
  • feedback (2 minuten)
timer
20:00

Slide 4 - Slide

Leerdoelen

Slide 5 - Slide

Animatie: economische samenwerkingen
Tip
Gemeenschappelijke markt is hetzelfde als interne markt (term van het boek) 


Slide 6 - Slide

Samengevat: eco integratie

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Economische integratie EU
  • 1957: oprichting EEG (Verdrag van Rome)  = start van vrijhandelsgebied  

  • 1 juli 1968: voltooiing vrijhandelsgebied door afschaffing interne invoerrecht én gemeenschappelijke buitentarieven (= Douane Unie) → vooral landbouw

  • Jaren 80: onder invloed van globalisering, ec crisis, rol Thatcher, druk om van douane unie richting een gemeenschappelijke markt te komen.  

  • 1986: afspraken gemaakt om tot gemeenschappelijke markt te komen in 1992.  

Gemeenschappelijke markt
vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal. 
rol globalisering
Japan(tech) + V.S.(lib. markt: grote MNO) leken te winnen van Europa(meer regels). Lobby MNO's in Europa.

Slide 9 - Slide

Europese integratie: waarom?
  • Gemeenschappelijke markt: vrij verkeer van goederen(1), diensten(2), personen en kapitaal(3).  

Waarom?: Welvaart↑, innige banden↑, kans op oorlog↓. 
Productie door producenten met de laagste prijs-kwaliteitsverhoging. 
Goed voor consumenten en producenten die inkopen. 



Slide 10 - Slide

Winnaars 

  • Grote bedrijven 
  • Consumenten 
  • Werknemers in het algemeen, met name met hogere opleiding. 

Verliezers

  • Weggeconcurreerde sectoren/bedrijven
  • Laagopgeleiden
  • Eigenheid producten/streekproducten
  • Arbeidsvoorwaarden
  • Omstandigheden sociale voorzieningen onder druk. 
Vb: sociale dumping

Slide 11 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Voor- en nadelen EU-lidmaatschap

Slide 16 - Slide

Verliezers: Sociale dumping (vervolg)
Arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden verslechteren omdat; 
  • er (deels illegale) uitzendconstructies zijn (zie filmpje)  
lidstaten willen voorkomen dat bedrijven naar andere lidstaten vertrekken 
  • lidstaten bedrijven uit andere lidstaten willen lokken 

Slide 17 - Slide

Spanningsveld tussen economische integratie en sociaal beleid
Lees het volgende artikel: Artikel bij top in Zweden nov. 2017

Opdracht: verzin een krantenkop bij dit artikel dat de strekking van het artikel weergeeft.  

Slide 18 - Slide

Weinig sociaal beleid op EU-niveau
Redenen:
  1. EU is in beginsel een Neo liberaal project: opheffen van obstakels voor ec integratie die het gevolg zijn van nationale regels. Doel: ec groei realiseren, als motor voor meer welvaart
  2. Nationale spelers willen hun macht op dit terrein behouden (= subsidiariteitsbeginsel)           → politieke winst te behalen (AOW, uitkeringen en huursubsidies)

Toch wel iets van sociaal beleid:
  • arbeidsvoorwaarden, gelijke kansen soc. zekerheid en werkgelegenheid
  • Waarom? Legitimiteit → draagkracht onder de bevolking vergroten voor Europese integratie 
  • 2017: Raad + EP kondigen 'Europese pijler van sociale rechten' af → samen met EC
Steunfonds

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Gevolgen NL van economische integratie
  • Niet langer mogelijk om staatssteun te bieden aan zwakke bedrijven d.m.v. overheidssubsidies of producten van concurrenten te belasten. 

  • Verslechterde arbeidsomstandigheden in sommige sectoren(o.a. post) 

  • Verdwijnen kartels, meer toezichthouders (NMa → ACM, AFM, NZa)

  • Minder zeggenschap overheid op bepaalde gebieden. (post, trein, energie). Baart ook zorgen: wordt er nog straks post geleverd bij afgelegen huizen? Houden buitenlandse energieleveranciers rekening met NL of meer met de belangen van grote lidstaten (Du en FR)?

  • Maar ook: 
  • Economische groei

Slide 21 - Slide

Hoe speelt de EU een rol in de interne markt?
Niet elke sector kent al een volledige vrije markt...

O.a. energie→infra en gezamenlijk energiebeleid niet op orde

Personenverkeer: tot 2014 Bulgaren en Roemenen zonder werkvergunning weren

Fiscaal:o.a. BTW (wel minimum btw voor hoog en laag, geen gezamenlijke)

Defensie: volledig buiten de interne markt

Slide 22 - Slide

Hoe speelt de EU een rol in de interne markt?(vervolg)
DG GROW: ontwerpen regelingen voor standaarden en normen voor producten (onder verantwoordelijkheid van EC-commissaris Interne Markt). → Veel gelobby

DG Mededinging: voorkomen monopolievorming, liberalisering staatsbedrijven, bestrijden overheidssteun  (Google, Nike, Facebook, MC)


DG = verantwoordelijk voor specifieke beleidsterreinen, soort 'ministeries' 



Slide 23 - Slide

Brexit

Slide 24 - Slide

Brexit: referendum 23 juni 2016
Premier David Cameron treed hierdoor af

Slide 25 - Slide

Bekijk de video en vul in 'Brexit vooraf' (video)

Slide 26 - Slide

Bekijk de video en vul in 'Brexit erna' (video)

Slide 27 - Slide

"Een Brexit zal de economie van Nederland relatief hard raken omdat de Nederlandse economie, in vergelijking met die van de EU, meer met de economie van het Verenigd Koninkrijk (VK) via handel verweven is. In 2030 kunnen de kosten voor Nederland oplopen tot 1,2% van het bbp, wat neerkomt op zo’n 10 miljard euro. Als we conform recente voorbeelden uit de literatuur ook aannemen dat de groei afhangt van handelgedreven innovatie, dan kunnen de kosten voor Nederland van 10 miljard euro zelfs 65% hoger uitvallen" - CPB, 2016 (document)
Kosten NL 2030 WTO
Kosten NL 2030 FTA

Slide 29 - Slide

Debat: Brexit. Deal or no deal? (5 min. per stelling)
  1. Beluister de stelling 
  2.  Neem een positie in tussen de 1 en 5. 1 = ‘helemaal mee oneens’ en 5 = ‘helemaal mee eens’
  3. Korte discussie

Stellingen:
  1. Als Europees land ben je beter af als je niet in de EU zit. 
  2. Het is voor de Britten beter om helemaal met de EU te breken, dan om nog allerlei afspraken te maken over handel.
  3. Britten moeten opnieuw inspraak krijgen over de Brexit via een tweede referendum.

Slide 30 - Slide

Link naar de werkvorm debat Brexit

Slide 31 - Slide

Brexit: actueel

Vragen
1. Wat zouden redenen kunnen zijn voor de Britten, om het per sector te willen uitonderhandelen?
2. Geef een praktisch voorbeeld van hoe zo een moeilijke situatie eruit zou kunnen zien.
3. Leg uit wat er wordt bedoeld met ‘een hefboom in het handelsoverleg’.
4. Bedenk een voorbeeld voor één van deze vormen van dumping én één voor staatssteun(linken aan coronacrisis).
5. Beschrijf de invloed die deze onderlinge gedragingen hebben op de slagingskans van een ‘deal’.

Slide 32 - Slide

Transfer naar het werkveld
Transfer van thema's uit HC 3
  • Ga per subkanaal op zoek naar vmbo- of onderbouw H/V materiaal
  •  Zoek in dat materiaal naar een thema dat aansluit bij HC 3
  • Ga op zoek naar ondersteunend materiaal om de lesstof te verrijken & de leerdoelen te behalen  
  • Laat zien welke bronnen je hebt gebruikt
  • Maak een presentatie van 3 minuten waarin je dit uitlegt (op deze Padlet voor DT en deze Padlet voor VT plaatsen → ww= hc3)

Slide 33 - Slide

Huiswerk
Lees H4 + H6 uit 'Europese Unie' → voorbereiding HC 4

Slide 34 - Slide