Herhaling pww 1 H2a

Herhaling proefwerkweek stof 

H2a 

De stam van het werkwoord maak je door -ER ervan af te halen

1. vrai
2. faux

Wat zijn de uitgangen van de regelmatige werkwoorden -er in de présent ?

Vervoeg in de juiste vorm:
nous (travailler)

Vervoeg in de juiste vorm:
Je (chercher)

Vervoeg in de juiste vorm:
On (habiter)

Hoe maak je de passé composé ?

Vul het hele rijtje van het werkwoord avoir in:

Vous (trouver)
in de passé composé is:

1. vous trouvez
2. vous avez trouvé
3. vous avez trouvez
4. vous avons trouvé

Ils (voyager)
In de passé composé:

1. Ils ont voyagé
2. Ils ont voyagent
3. Ils voyagent
4. Ils sont voyagé

Vervoeg in de passé composé:
Elle (chercher)

Vervoeg in de passé composé
tu (montrer):

ik wil

Het kasteel

Het zwembad

de week 

zwemmen

Je veux

le château 

la piscine

la semaine

nager 

en Belgique

en Luxembourg

En Allemagne

en Angleterre

en Espagne

Zeg in het Frans wat er op het plaatje staat:

Wat is
nous (avoir) in de passé composé ?

1. Nous avons eu
2. Nous avez eu
3. Nous avons avoié
4. Nous sommes eu

Vervoeg elles (faire) in de passé composé :

Vervoeg tu (être)
in de passé composé:

Vul het rijtje van het werkwoord être in:

Vul een vorm in van het werkwoord aller in de présent:

Hoe vond je dat het ging?

😒🙁😐🙂😃