Afstemmen van de zorg: Doelen

Vak: Afstemmen van de zorg (AVZ)
Fase: 3

1 / 19
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Afstemmen van de zorg (AVZ)
Fase: 3

Slide 1 - Slide

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 

Ben je te laat? Geef dit dan door aan het einde van de les aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid. 

Slide 2 - Slide

Start van de les.. 
Maak een keuze:
  1. Elke avond frietjes of pizza eten (Hand omhoog)
  2. Altijd de hik of altijd hard lachen (Hand omhoog)
  3. Altijd hinkelend of altijd in de kikkersprong over straat (hand omhoog)
  4. Alleen tiktok of alleen snapchat op je telefoon (hand omhoog)

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
  1. Aan het eind van deze les weet je hoe je doelen op de juiste manier kunt opstellen
  2. Aan het einde van de les weet je hoe je de doelen afstemt op de ondersteuningsvraag van de cliënt.

Slide 4 - Slide

Theorie

Slide 5 - Slide

Wat is een MDO?
A
Mono doelgericht onderzoek
B
Multi doelgericht overleg
C
Multi disciplinair overleg
D
Mono disciplinair overleg

Slide 6 - Quiz

Afstemmen houdt in dat je met direct betrokken collega's afspraken maakt over hoe jullie het werk gaan doen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Plannen is NIET vooruit kijken en direct handelen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Wat is intervisie?
A
Intervisie is een gesprek tussen collega's die bespreken wat de behoeften en mogelijkheden zijn van de cliënten.
B
Intervisie is een georganiseerd gesprek tussen collega en cliënten waarin je bespreekt wat de behoeften zijn van je cliënt.
C
Intervisie is gericht op de ontwikkeling van de cliënt maar ook van jou als professional.
D
Intervisie is een georganiseerd gesprek tussen collega's waarin je samen middels een vaste structuur terugkijkt op je manier van handelen.

Slide 9 - Quiz

Doelgericht werken
Doelgericht werken is onderdeel van methodisch werken, waardoor je kunt verantwoorden waarom je bepaalde acties en interventies hebt ingezet. 

Het formuleren van doelen doe je in overleg met de cliënt, naastbetrokkenen en in samenwerking met directe collega’s en mogelijk ook met andere disciplines binnen en/of buiten de organisatie waar jij werkzaam bent. 

Het stellen van doelen is een logische stap als je de zelfredzaamheid of kwaliteit van leven van een cliënt wilt vergroten. 

Slide 10 - Slide

Doelen opstellen
Door het stellen van doelen werk je gericht toe naar een gewenste situatie. Je wilt iets veranderen aan een bestaande situatie en daar samen met de betrokkenen aan werken. 

  1. Een doel formuleer je altijd vanuit de huidige situatie = het startpunt.
  2. Een doel formuleer je samen met cliënt, door samen te werken is de kans groter dat doelen behaald worden. 
  3. Verzamel informatie over de inhoud van het doel, dan krijg je beter inzicht in wat nodig is om met het doel aan de slag te gaan.
  4. Stel realistische doelen op, de kans op slagen is dan groter. 


 

Slide 11 - Slide

Soorten doelen
Korte termijndoel: duidelijk omschreven, concreet en kan in relatief korte tijd worden behaald. Een overzichtelijke periode: bijvoorbeeld binnen vier weken.
Lange termijndoel: een groter doel, iets waar je in een langere termijn naartoe wil werken.  Een lange termijndoel is pas haalbaar na een aantal maanden of langer.

Kan jij een voorbeeld geven van een korte en lange termijn doel op je BPV?

Slide 12 - Slide

SMART doelen
Een algemene methode om ervoor te zorgen dat je doelen formuleert die passen bij de ondersteuningsvraag van de cliënt is de SMART-methode. De letters van SMART staan voor vijf criteria van de doelomschrijving:


  1. Specifiek
  2. Meetbaar
  3. Acceptabel
  4. Realistisch
  5. Tijdgebonden

Slide 13 - Slide

Individueel aan de slag..
Instructie:
  • Pak het boek 'Methodisch begeleiden'.
  • Lees thema 4 


Maken: Verwerkingsopdrachten Boomberoepsponderwijs
  • Boek 'Methodisch begeleiden'. 
  • Thema 4: opdracht 5, 6 en 13

Na het maken van de verwerkingsopdrachten gaan we hierover met elkaar in gesprek.



timer
15:00

Slide 14 - Slide

Begrippen opdracht
Wat ga je doen?
  • Maak een nieuwe map met de naam: De maatschappelijke zorg woordenboek;
  • Vanaf nu ga je iedere week de besproken begrippen (vaktermen) noteren in je maatschappelijke zorg woordenboek.

Wat is het doel?
  • Aan het eind van de module heb jij minimaal 200 nieuwe maatschappelijke begrippen (vaktermen) geleerd. 
  • Deze begrippen zijn van belang tijdens je stage en de volgende modules.

Welke begrippen ben jij tegengekomen? Noem minimaal 3 begrippen en werk deze uit.
De volgende les gaan we deze bespreken.. 
timer
5:00

Slide 15 - Slide

vragen
VRAGEN? 

Slide 16 - Slide

Huiswerk volgende week

Slide 17 - Slide

Afronding les
Heb jij de onderstaande lesdoelen behaald?

  1. Aan het einde van de les weet jij welke teamrol jij hebt volgens Belbin.
  2. Aan het einde van de les kan jij uitleggen wat plannen en afstemmen betekent.
  3. Aan het einde van de les weet jij wat het belang is van intervisie.

Slide 18 - Slide

Afsluiting!
Bedankt voor jullie aandacht!  

Zijn er nog vragen? 

Geniet van de komende week.

Slide 19 - Slide