This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Verschillende klanten
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Een klant moet € 21,45 betalen en betaalt met een briefje van € 50,-. Hoe reken je af met de klant? Ze de stappen in de juiste volgorde. Sleep de 1 naar de stap die het eerste komt, een 2 naar de volgende en zo voort.....
Geef een briefje van € 10,- en zeg: "€ 10,- erbij maakt € 30,-.
Trek € 1,45 af van de € 21,45.
Geef een briefje van € 20,- en zeg: "€ 20,- erbij maakt € 50,-
Zeg: "€ 21,45 alstublieft".
Vraag: "Heeft u er € 1,45 bij?" Dit bedrag ontvang je van de klant.
Neem het briefje van € 50 van de klant in ontvangst.
1
2
3
4
5
6
Slide 17 - Drag question
Wat is er belangrijk als je een klant gaat ontvangen? En afscheid nemen?