SO3

¡Bienvenidos!
Mevrouw de Cuba
1 / 26
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

¡Bienvenidos!
Mevrouw de Cuba

Slide 1 - Slide

 La rutina diaria 

Slide 2 - Slide

La hora (vrouwelijk)= het uur 
Vraag:
¿Qué hora es? (hoe laat is het)

Antwoord:
2- 12 uur : Son las dos, tres,...
1 uur : Es la una

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide



Het is vijf uur


Son las cinco.



Om vijf uur


A las cinco

Let op verschil:

Slide 7 - Slide

La rutina con los verbos reflexivos

Slide 8 - Slide

Wederkerende werkwoorden
Yo
me
pongo
Tú 
te
vistes
El
se
compra
Nosotros
nos
ponemos
Vosotros
os
vestís
Ellas
se
compran

Slide 9 - Slide

Wederkerende werkwoorden
  • Wat is een wederkerend werkwoord?
  • Hoe herken je een Spaans wederkerend werkwoord?
  • Verschil regelmatig en wederkerend werkwoord?

Slide 10 - Slide

Wederkerende werkwoorden
Wederkerende werkwoorden hebben een wederkerend voornaamwoord bij zich.

Wederkerende werkwoorden kunnen onderverdeeld worden in
-  verplicht wederkerende werkwoorden 
-  toevallig wederkerende werkwoorden



Slide 11 - Slide


Verplicht wederkerende werkwoorden
-
voorbeelden

zich bemoeien 
zich ergeren
zich gedragen
zich uit de voeten maken
zich ontfermen
zich schamen
zich uitsloven
zich vergissen
zich verschuilen
zich verslapen
zich verslikken 
zich verspreken
zich voornemen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

me lavo


te lavas


se lava


nos lavamos

os laváis

se lavan

Slide 17 - Slide

De  Fysieke  Beschrijving

Slide 18 - Slide

Hoe weet ik welke van de werkwoorden 
(Ser, Tener en Llevar) bij welke omschrijving nodig is?

Slide 19 - Slide

1. Een persoon identificeren.
       Es mi abuela. 
 Mi abuela es una mujer.

2. Geslacht en afkomst.
              Es española.

3. Beroep
         Mi abuela es doctora.

SER
4. Permanente kwaliteiten:

Fysiek:
  • Hoogte                      Gewicht.      
Mi abuela es baja.       Es gorda/ flaca.

  • Schoonheid.        Fases van het leven. 
Es guapa/ fea.                        Es vieja. 

Karakter:
Mi abuela es simpática.
Mi abuela es generosa.


Slide 20 - Slide

TENER
Bezit
Leeftijd
Lichaamsdelen
Tiene 30 años.
- Tiene el pelo corto.
- Tiene el pelo castaño.
- Tiene barba.

Slide 21 - Slide

LLEVAR
 Dingen die veranderen
Kleding
Lleva un velo.
Accessoires
Lleva un bolso.

Slide 22 - Slide

let op
Zowel met het werkwoord ''TENER'' als met het werkwoord ''LLEVAR''
Lichaamsdelen veranderen
(pelo, barba, bigote, etc.)
Bijna permanente accessoires
(pendientes, gafas, piercing, etc.)
Je denkt dat het essentieel of blijvend is - gebruik TENER


Je denkt dat het kunstmatig of tijdelijk is - gebruik LLEVAR



Tiene bigote.
(altijd)
Lleva el pelo rosa.
(is niet zijn natuurlijke haar)

Slide 23 - Slide

Zinnen maken bij het omschrijven van een persoon.
Onderwerp                    Werkwoord                    Eigenschap
                      
SER
TENER
LLEVAR
DOCTORA
PELO NEGRO
BOLSO
ÉL
ELLA
Mi abuela + es + doctora.
Él + tiene + el pelo negro.
Ella + lleva + un bolso

Slide 24 - Slide

  • Een persoon omschrijven met 3de persoon vervoeging:                                                                       Pedro/ María - (Él/ Ella)

  • Lidwoorden en kleur bij de kleding toevoegen: (el/ la)    (uno/ una)  (unos/unas) 
Un pantalón negro - Una camiseta azul

  • Mannelijke/ vrouwelijk vorm:                             Un pantalón - Una camiseta

  • Enkelvoud/ meervoud:                                            Un sombrero - Unas gafas de sol

Slide 25 - Slide

Aan de slag!
Schrijven



Slide 26 - Slide