Over Taal blok 3 les 2

Blok 3 Over Taal
Lesdoelen:
Je weet wat voorvoegsels en achtervoegsels zijn.
Je kunt aangeven waar verwijswoorden naar verwijzen.

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Blok 3 Over Taal
Lesdoelen:
Je weet wat voorvoegsels en achtervoegsels zijn.
Je kunt aangeven waar verwijswoorden naar verwijzen.

Slide 1 - Slide

Bedenk zoveel mogelijk
woorden met on-
(denk aan onzin)

Slide 2 - Mind map

Bedenk zoveel mogelijk
woorden met -baar
(denk aan eetbaar)

Slide 3 - Mind map

Voorvoegsels en achtervoegsels
Uitleg

Slide 4 - Slide

Wat denk je dat een voorvoegsel is?

Slide 5 - Open question

Wat is een voorvoegsel?
Een stukje dat je voor een woord zet waardoor de betekenis van het woord verandert:
onaardig, ongezellig, onjuist, mislukt, misgaan, herexamen

Slide 6 - Slide

Wat denk je dat een achtervoegsel is?

Slide 7 - Open question

Wat is een achtervoegsel?
Een stukje dat je achter een woord zet, waardoor de betekenis van het woord verandert. 
eetbaar, drinkbaar, zinloos, nutteloos, betekenisvol, liefdevol, respectvol

Slide 8 - Slide

voorvoegsel betekenis voorbeeld

1. mis = slecht/verkeerd
2. on =  niet
3. her =  nog een keer
4. wan = geen/slecht.



























Slide 9 - Slide

achtervoegsel betekenis voorbeeld

5. -baar = kan/je kunt het
6. -loos = zonder
7. -vol = met veel
8. -rijk = met veel
9. -arm = met weinig

Slide 10 - Slide

Verwijswoorden

Slide 11 - Slide

Wat zijn verwijswoorden?

Slide 12 - Open question

Wat zijn verwijswoorden?
Verwijswoorden wijzen naar:
- een woord;
- een groep woorden;
- een zin.
Tijdens het lezen moet je altijd kijken waar een verwijswoord naar verwijst. Dat is nodig om de tekst goed te begrijpen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wat verwijst waarnaar?
De school heeft in januari een open dag. Dan komen daar veel jongens en meisjes kijken. Zij moeten nog een schoolkeuze maken. Hun ouders komen ook mee, omdat het een belangrijke keuze is en die is niet zomaar gemaakt.

Slide 15 - Slide

Lesdoelen
Je weet wat voorvoegsels en achtervoegsels zijn.
Je kunt aangeven waar verwijswoorden naar verwijzen.

Slide 16 - Slide

Wat is een voorvoegsel?

Slide 17 - Open question

Wat is een achtervoegsel?

Slide 18 - Open question

Wat is een verwijswoord?

Slide 19 - Open question

Aan de slag
Blok 3 Over Taal > digitaal
Maken kader: blokje 3.10 & 3.11
Wat je deze les niet afkrijgt, maak je af als huiswerk!

Slide 20 - Slide