1.5 IJsselmeergebied en Zuidwestelijke Delta

1.5 IJsselmeergebied en de zuidwestelijke delta
Domein Leefomgeving
Hoofdstuk 1
4 HAVO
1 / 31
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.5 IJsselmeergebied en de zuidwestelijke delta
Domein Leefomgeving
Hoofdstuk 1
4 HAVO

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Lesdoel
  • uitleggen hoe afsluitbare waterkeringen en bergingsgebieden er bij hoog water voor kunnen zorgen dat overstromingsrisico’s beperkt worden.
  • verklaren dat de grootste overstromingsrisico’s ontstaan bij een combinatie van springtij, noordwesterstorm en piekafvoeren van de rivieren.
  • beredeneren waarom bij (noord)westerstorm het overstromingsrisico in het IJsselmeergebied en de Zuidwestelijke Delta toeneemt.
  • verklaren dat door de zeespiegelstijging het spuien op zee steeds moeilijker wordt.


Slide 3 - Slide

Zoek de verschillen

Slide 4 - Slide

Zuiderzee
Inpolder plan Cornelis Lely:
Meer landbouwgrond i.v.m. voedsel te korten (WO1) en veiligheid

Slide 5 - Slide

Plaats de gebeurtenissen op chronologische volgorde
1886
1914
1916
1920
1932
Plan Lely
WO 1
Waters
noodramp
Start
bouw
afsluitdijk
Afsluitdijk klaar

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Zoetwater
- Belangrijk als zoetwatervoorraad.
- Grootste zoetwateropslag in Nederland.
- Met klimaatverandering gaat het IJsselmeer dus steeds een belangrijkere rol spelen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Het IJsselmeergebied nu

Slide 11 - Slide

Zuidwestelijke delta
De Zuidwestelijke Delta bestaat uit:
Zeeland
Zuid-Hollandse eilanden
het westelijk deel van Noord-Brabant
 in dit gebied door.



Slide 12 - Slide

Vroeger was dit gebied een trechter-vormige riviermonding, 
een estuarium
nu door dammen zoete en brakke meren

Slide 13 - Slide

In 1953 braken als gevolg van een extreem hoge waterstand de dijken
Als gevolg van deze waters-noodramp werd het Deltaplan uitgevoerd, waarbij bijna alle zeearmen werden afgesloten met
waterkeringen.

Slide 14 - Slide

Alleen de Westerschelde is niet afgesloten van de zee, waarom niet?

Omdat daar het scheep-vaartverkeer van de haven van Antwerpen doorheen moet.

Slide 15 - Slide

Stuw bij Driel
Sluizen afsluitdijk
Haringvliet sluizen

Slide 16 - Drag question

1953
- De afsluitingsplannen der Tussenwateren verscheen

29 januari 1953.

- Drie dagen later, op 1 februari 1953, de watersnood.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

IJsselmeergebied en Zuidwestelijke Delta
Blijft kwetsbaar gebied door klimaatverandering en bodemdaling. 

Grootste gevaar bij combinatie springtij, noordwesterstorm en piekafvoer
Springtij is de periode van het getij waarin het verschil tussen hoog- en laagwater het grootst is. Niet alleen het hoogwater is dan hoger dan gemiddeld, het laagwater is dan ook lager dan gemiddeld.
Springtij treedt eens in de ongeveer 15 dagen op en volgt gemiddeld ruim twee etmalen op het moment dat de getijkrachten van de maan en die van de zon dezelfde richting hebben en elkaar maximaal versterken. Dat laatste is het geval wanneer zon, maan en aarde in een rechte lijn staan, dus tijdens nieuwe maan en volle maan. 
Een noordwesterstorm is extra gevaarlijk in Vlaanderen, Nederland en Noord-Duitsland omdat daardoor het water in de Noordzee wordt opgestuwd.

Slide 19 - Slide

Klimaatverandering 
zorgt voor een absolute zeespiegelstijging, waardoor rivieren hun water minder goed kunnen lozen op zee. 

Slide 20 - Slide

Dit wordt versterkt door de effecten van het getij en het weer:
bij springtij staat het zeewater extra hoog;

Slide 21 - Slide

bij noordwesterstorm wordt zeewater verder opgestuwd in de riviermonden;
bij zware neerslag in het stroomgebied (en eventueel smeltwater) ontstaat er een piekafvoer.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Wat zorgt voor een verhoogd overstromingsrisico volgens bron 24?
A
Toename van de zeewatertemperatuur
B
Versteviging van de dijken
C
Relatieve zeespiegelstijging door bodemdaling
D
Vermindering van de neerslaghoeveelheid

Slide 25 - Quiz

Wat is de reden dat de Westerschelde niet is afgesloten van de zee?
A
Vermindering van de zoutwaterindringing
B
Scheepvaartverkeer van de haven van Antwerpen
C
Bevordering van de natuurlijke vismigratie
D
Bescherming van de kustlijn

Slide 26 - Quiz

Hoe wordt het water uit het IJsselmeer geloosd op de Waddenzee?
A
Met behulp van een gigantische waterpomp
B
Via de spuisluizen bij Den Oever
C
Met een speciaal ontworpen aquaduct
D
Door middel van een onderzeese pijpleiding

Slide 27 - Quiz

Welke rivier voedt voornamelijk het IJsselmeer?
A
De Schelde
B
De Rijn
C
De Maas
D
De IJssel

Slide 28 - Quiz

Wat was de reden voor de aanleg van de Afsluitdijk en de Deltawerken?
A
Creëren van nieuwe recreatiegebieden
B
Bevordering van de natuurlijke vismigratie
C
Verbetering van de scheepvaartroutes
D
Bescherming tegen overstromingen en extra landbouwgrond

Slide 29 - Quiz

Heb je nog vragen over §5?

Slide 30 - Open question

Aan de slag


Maak  paragraaf 1.5 


Slide 31 - Slide