Huiswerk bespreken, p. 62
Opdracht 1A) Rechten en plichten voor robots.
B) Robots moeten rechten én plichten krijgen.
Opdracht 2
A) Drogreden: Ooit ontkende de westerse man ook dat slaven en vrouwen intelligente wezens waren. Waarom durven we dat dan te beweren over geavanceerde robots? Dit is een onjuist beroep op vergelijking. De gevolgen van de ontkenning wogen voor slaven en vrouwen veel zwaarder dan voor (gevoelloze) robots.
B) Door die [robots] in plaats daarvan [miljardensubsidies] vakantiegeld te geven en belastingplichtig te maken, wordt de concurrentie met organische wezens minder oneerlijk.
Het is nog geen bestaande situatie. De auteur neemt zelf aan dat de concurrentie minder oneerlijk zal worden.
d
Tegenstellend tekstverband.
e
In alinea 3 gebruikt de auteur ook een sciencefictionverhaal (Star Trek) om zijn punt te maken.
f
Robotsexperts zeggen dat ons beeld van robots verstoord is. De auteur van tekst 4 trekt zich dit commentaar aan (point taken) en eindigt zijn tekst met een verhaal over klunzige robots.