§5: Aanvaardbaarheid van argumentatie 3

Toelichting
  • De argumenten zijn aanvaardbaar omdat ze controleerbaar zijn (bijvoorbeeld argument e), dan wel in overeenstemming met onze kennis (bijvoorbeeld argument a).
  • De argumenten zijn relevant: ze gaan over de zaak in kwestie en maken het standpunt aannemelijker.
  • De argumenten spreken elkaar niet tegen (consistent).
  • Ze maken samen het standpunt zeer aannemelijk (toereikend).

1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Toelichting
  • De argumenten zijn aanvaardbaar omdat ze controleerbaar zijn (bijvoorbeeld argument e), dan wel in overeenstemming met onze kennis (bijvoorbeeld argument a).
  • De argumenten zijn relevant: ze gaan over de zaak in kwestie en maken het standpunt aannemelijker.
  • De argumenten spreken elkaar niet tegen (consistent).
  • Ze maken samen het standpunt zeer aannemelijk (toereikend).

Slide 1 - Slide

Maak vraag 18 t/m 22
timer
4:00

Slide 2 - Slide

Antwoorden vraag 18 en 19
a tegenargument alinea 8:
Internationalisering: Er moeten meer buitenlandse studenten komen om de kas van universiteiten en hogescholen te spekken.
b weerlegging:
Doordat alle colleges in matig Engels aangeboden worden, zullen studenten uit het buitenland eerder kiezen voor goed Engelstalig onderwijs in Harvard of Oxford.

Vraag 20: is de bovenstaande weerlegging afdoende?

A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

21 - Is de auteur een betrouwbare bron? 
Is de auteur deskundig? 
  • Ja (zelf classicus)
Heeft de auteur belang bij de kwestie?
  • Ja (bestuurslid van Beter Onderwijs, wil dat je de petitie ondertekent)
Spreekt de auteur zichzelf tegen?
  • Nee
Is De Volkskrant een gerenommeerde krant?
  • Ja

Slide 4 - Slide

Vraag 22
Welke uitspraak uit je boek is het meest in overeenstemming met je analyse van de gemaakte tekst?
A
aanvaardbaar betoog
B
betwistbaar betoog, geen goede argum.
C
betwistbaar betoog , niet afdoende weerlegging tegenargum.
D
redelijk betoog

Slide 5 - Quiz

Aan de slag!
Blader naar blz. 65-66

Lees tekst 2 'Academisch onderwijs kan niet zonder het Engels' oriënterend
- Lees de titel, bron
- Scan alinea 1, 2 en 8

timer
1:30

Slide 6 - Slide

Deze tekst is waarschijnlijk een
A
Beschouwing
B
Betoog
C
Uiteenzetting

Slide 7 - Quiz

Waarschijnlijk is het belangrijkste tekstdoel van deze tekst
A
Activeren
B
Mening vormen
C
Overtuigen
D
Uiteenzetten

Slide 8 - Quiz

Is de Volkskrant een gerenommeerde krant?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Hebben de auteurs belang bij deze tekst?
A
Waarschijnlijk wel
B
Waarschijnlijk niet

Slide 10 - Quiz

Aan de slag! 
maak opdracht 2 tot en met deelopdracht 9 voor de volgende les (goede oefening voor de toets!)

Tips:
1) Onderstreep kernzinnen in je tekst tijdens het lezen
2) Omcirkel signaalwoorden tijdens het lezen
3) Markeer woorden waarvan je de betekenis niet kent (en zoek de betekenis op als dat nodig is om de tekst te begrijpen)



Slide 11 - Slide

Aanvaardbaarheid van argumentatie 
Programma

  • Opdracht 2: 'Academisch onderwijs kan niet zonder het Engels'

Pagina 62-66

Slide 12 - Slide

1. Welke drogreden heb je herkend in alinea 1?
A
D. Ontduiken van de bewijslast
B
E. Persoonlijke aanval
C
F. Vertekenen van het standpunt

Slide 13 - Quiz

f. Vertekenen van het standpunt


‘Als we Felix Huygen van de vereniging Beter Onderwijs Nederland moeten geloven, staat het hoger onderwijs aan de rand van de afgrond. Het invoeren van Engels als voertaal zal volgens hem onvermijdelijk leiden tot de ineenstorting van het hoger onderwijs. Het zal een ernstige niveaudaling teweegbrengen: van enige zinvolle communicatie en kennisoverdracht zal nauwelijks sprake zijn.’

Slide 14 - Slide

1. Welke drogreden heb je herkend in alinea 2?
A
Bespelen van het publiek
B
Vals dilemma
C
Overhaaste generalisatie

Slide 15 - Quiz

a. Bespelen van het publiek
‘Deze karikaturale weergave doet de werkelijkheid ernstig tekort, en onderschat zowel de docenten als de studenten van vandaag.’

Slide 16 - Slide

7. Een kritische lezer zou in alinea 7 een drogreden kunnen herkennen. Welke drogreden?
A
Onjuist beroep op autoriteitsschema
B
Onjuist oorzaak-gevolg
C
Verkeerde vergelijking
D
Overhaaste generalisatie

Slide 17 - Quiz

C Verkeerde vergelijking
Tussen Nederlands 'nu' en 'vroeger'


D onjuist beroep op het voorbeeldschema: overhaaste generalisatie
‘In de 17de eeuw woonde en werkte Descartes twintig jaar in Nederland, terwijl hij in het Latijn en het Frans bleef schrijven.’ Dit wordt als argument gebruikt voor ‘De Nederlandse samenleving is divers en meertalig, en heeft vanouds een open karakter en internationale oriëntatie.’

Slide 18 - Slide

8. Een kritische lezer zou in alinea 8 een drogreden kunnen herkennen. Welke drogreden?
A
Onjuist beroep op kenmerk- of eigenschapsschema
B
Onjuist oorzaak-gevolg
C
Vals dilemma
D
Overhaaste generalisatie

Slide 19 - Quiz

C onjuist beroep op het voor- of nadelenschema: vals dilemma

De schrijvers doen alsof er maar twee mogelijkheden zijn: Engelstalig onderwijs aanbieden of onszelf isoleren van de rest van de wereld.

Slide 20 - Slide

Controleer je antwoorden bij opdr. 9
timer
1:00

Slide 21 - Slide

Alle argumenten op een rijtje
a. De argumenten uit alinea 2
  • De gemiddelde jongere van 18 jaar beheerst het Engels goed.
  • En veel aankomende studenten willen graag onderwijs in het Engels volgen om goed voorbereid te zijn op de arbeidsmarkt. 
b. Het argument uit alinea 3
  • Universitaire docenten en hoogleraren zijn tegenwoordig internationaal georiënteerd en gebruiken daarom veel Engels.
c. Het argument uit alinea 4
  • Er wordt in het Engels gedoceerd om meer buitenlandse studenten trekken
d. Het argument uit alinea 5
  • Een diverse studentenpopulatie met studenten van verschillende nationaliteiten verhoogt de kwaliteit van de opleiding. 
e. Het argument uit alinea 6
  • Academisch onderzoek kan niet zonder een lingua franca.
f. Het argument uit alinea 7
  • De Nederlandse samenleving is divers en meertalig en heeft van vanouds een open karakter en internationale oriëntatie. 

Slide 22 - Slide

Rond opdracht 2 af
Deelopdracht 9 t/m 13
timer
10:00

Slide 23 - Slide

10. Heb je vier keer 'ja' ingevuld?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

Nee, want
  • De argumenten zijn niet allemaal aanvaardbaar: enkele argumenten zijn drogredenen.
  • De argumenten zijn relevant: ze gaan over de zaak in kwestie en maken het standpunt aannemelijker.
  • De argumenten spreken elkaar niet tegen.
  • Ze maken samen het standpunt maar betrekkelijk aannemelijk, want sommige argumenten zijn drogredenen.

Slide 25 - Slide

11. Noemen de auteurs tegenargumenten?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

Vraag 12
Spreken de auteurs zichzelf tegen? 
  • Nee
Zijn de auteurs deskundig?
  • Ja
Hebben de auteurs belang? 
  • Ja, ze hebben een zeer duidelijk belang bij de situatie en dat maakt ze dus minder betrouwbaar.

Slide 27 - Slide

13.
Let op: de antwoordopties zijn beperkter
A
Tekst 2 is een aanvaardbaar betoog
B
Tekst 2 is een betwistbaar betoog
C
Tekst 2 is een redelijk betoog

Slide 28 - Quiz

Literaire notities
feedback voorin het schrift
Verwerk de feedback vast voor het SE volgend schooljaar

Slide 29 - Slide

360-gradendebat
  • Je hebt nu twee betogen geanalyseerd over Engels als voertaal op de Nederlandse universiteiten. 
  • We gaan hierover debatteren: Engels moet de voertaal worden op Nederlandse universiteiten. 
  • De ene helft van de klas is voor; de andere helft is tegen. 
  • MAAR het gaat wisselen (en je weet niet wanneer)
    Wat leer je hiervan: creatief zijn, goed luisteren, een kwestie van twee kanten bekijken. 

  • Ga staan als je wil reageren, ga zitten wanneer je het woord niet gekregen hebt (en er een medestander spreekt)
Tijd over?

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

360-gradendebat
  • Je hebt naar een aantal pitches geluisterd over leesbevordering/ verbetering leesvaardigheid op het SGDB
  • We gaan hierover debatteren: het SGDB moet een iedere dag 30 minuten leestijd invoeren bij iedere jaarlaag. 
  • De ene helft van de klas is voor; de andere helft is tegen. 
  • MAAR het gaat wisselen (en je weet niet wanneer)
    Wat leer je hiervan: creatief zijn, goed luisteren, een kwestie van twee kanten bekijken. 

  • Ga staan als je wil reageren, ga zitten wanneer je het woord niet gekregen hebt (en er een medestander spreekt)
15 min. voorbereiden

Slide 32 - Slide

360-gradendebat
  • Wat leer je hiervan: creatief zijn, goed luisteren, een kwestie van twee kanten bekijken. 

    - Bedenk: welke soorten argumenten overtuigend zijn (feitelijke argumenten, waarderende argumenten)
    - Voorkom drogredenen (en ontdek je er een bij de tegenpartij: benoem het)


  • Benoem slechts 1 inhoudelijk punt per 'spreekbeurt'
  • Js is gespreksleider
15 min. voorbereiden

Slide 33 - Slide

360-gradendebat
  • Je hebt naar een aantal pitches geluisterd over leesbevordering/ verbetering leesvaardigheid op het SGDB
  • We gaan hierover debatteren: het SGDB moet een iedere dag 30 minuten leestijd invoeren bij iedere jaarlaag. 
  • De ene helft van de klas is voor; de andere helft is tegen. 
  • MAAR het gaat wisselen (en je weet niet wanneer)
    Wat leer je hiervan: creatief zijn, goed luisteren, een kwestie van twee kanten bekijken. 

  • Ga staan als je wil reageren, ga zitten wanneer je het woord niet gekregen hebt (en er een medestander spreekt)
15 min. voorbereiden

Slide 34 - Slide