De
energierijke stoffen die de consumenten in het lichaam opnemen, worden gebruikt als
brandstof en bouwstof. Dieren gebruiken maar een deel van de stoffen als bouwstof.
Een dier moet dus voor elke kilogram dat het groeit heel veel kilo voedsel eten.
Niet alles dat het dier eet, wordt omgezet in biomassa.
Het grootste deel wordt verbrand of uitgescheiden.
Daarom blijft er voor de volgende schakel minder biomassa over.