This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Spelling H5:
- Je kunt verkleinwoorden op de juiste manier spellen.
Spelling H6:
- Je kunt afkortingen herkennen en spellen.
Je kunt met zo min mogelijk fouten een tekst schrijven of typen.
Een verkleinwoord maak je door achter de grondvorm een achtervoegsel te plaatsen.
dop + je = dopje
jongen + tje = jongetje
koning + kje = koninkje
Regels:
1 woorden eindigend op -ng --> -nkje of -etje
2 woorden eindigend op een lange klinker --> verdubbeling klinker
3 woorden eindigend op -i --> + etje
4 woorden eindigend op -y --> + 'tje
(behalve als er voor de y een klinker staat)
5 bij een letter, cijfer of afkorting --> + 'je of 'tje
Regels:
1 woorden eindigend op -ng --> kortinkje / leerlingetje
2 woorden eindigend op een lange klinker --> agendaatje
3 woorden eindigend op -i --> tostietje
4 woorden eindigend op -y --> baby'tje / cowboytje
(behalve als er voor de y een klinker staat)
5 bij een letter, cijfer of afkorting --> 6'je | A4'tje
We kennen in het Nederlands diverse afkortingen:
- tv
- dhr.
- t.k.a.
- AH
- Z.K.H.
Regels:
1 afkortingen met kleine letters en punten t.a.v.
2 afkortingen met kleine letter (zonder punten) cl
3 afkortingen met hoofdletter en punten Z.K.H.
4 afkortingen met hoofdletters (zonder punten) ADHD
Lesboek:
- Spelling H5: 6 (blz. 227)
- Spelling H6: 7 en 8 (blz. 272)
We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.