Spelling

Programma
Herhaling spelling leestekens tot en met verkleinwoorden 
Maken aan elkaar of los tot en met probleemwoorden

Herhaling werkwoordspelling
1 / 22
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Programma
Herhaling spelling leestekens tot en met verkleinwoorden 
Maken aan elkaar of los tot en met probleemwoorden

Herhaling werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Namen
A
Mevrouw Van den Berg
B
Mevrouw van den Berg
C
Mevrouw J. Van den Berg
D
Mevrouw J. van den Berg

Slide 2 - Quiz

Aardrijkskunde
A
pinksteren
B
Pinksteren

Slide 3 - Quiz


A
Eerste Kerstdag
B
eerste kerstdag

Slide 4 - Quiz


A
middeleeuwen
B
Middeleeuwen

Slide 5 - Quiz


A
Christendom
B
christendom

Slide 6 - Quiz


A
baby's
B
babies

Slide 7 - Quiz


A
cadeaus
B
cadeau's

Slide 8 - Quiz


A
cafés
B
café's

Slide 9 - Quiz


A
monniken
B
monnikken

Slide 10 - Quiz


A
groentes
B
groenten

Slide 11 - Quiz


A
kippesoep
B
kippensoep

Slide 12 - Quiz


A
apentrots
B
apetrots

Slide 13 - Quiz


A
rodekool
B
rodenkool

Slide 14 - Quiz


A
zonnesteek
B
zonnensteek

Slide 15 - Quiz


A
koningkje
B
koninkje

Slide 16 - Quiz


A
smsje
B
sms'je

Slide 17 - Quiz


A
cafeetje
B
cafétje

Slide 18 - Quiz


A
babytje
B
baby'tje

Slide 19 - Quiz

Nakijken opdracht 3, 7, 8, 10, 11, 13, 15 (258 - 265)
Herhaling spelling. Maken 14, 15, 17, 19, 23, 25, 27

Vrijdag: afronden spellen/ eindoefening
Ben je er niet zo goed in? Oefen thuis = overige opdrachten, of bijvoorbeeld cambiumned. 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Programma
Bespreken spellingsmoeilijkheden
Uitleg beeldspraak
Oefenen beeldspraak
Oefenen spelling

Slide 22 - Slide