Ik gebruik een koppelteken als:
1. De klinkers botsen en ik daardoor het woord verkeerd uitspreek zoals
(auto-ongeluk of mini-jurk)
2. In het samengestelde woord cijfers voorkomen zoals
(80-jarige of 24-urig )
3. In het samengestelde woord een afkorting voorkomt zoals(cd-rom of kleuren-tv)
4. In het samengestelde woord een aardrijkskundige naam voorkomt zoals (Centraal-Afrika of Noord-Holland)
5. Het eerste woord ex of oud is
(ex-leerling of oud-klasgenoot)