Lezen H4 - tekstverbanden

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Noem drie signaalwoorden

Slide 2 - Mind map

Deze les
                                                         Doel
Je kunt een chronologisch, opsommend, tegenstellend en toelichtend verband herkennen.

                                                    Planning
Korte herhaling  + Controle
Zelfstandig werken: Nieuwsbegrip + boek
Afsluiting: terugvragen doel + opgeven huiswerk en toets

Slide 3 - Slide

Zo maak je een game
Het begint met een idee voor een game. Eerst maken de tekenaars figuren die bij het spel passen. Zo zie je een klein beetje hoe de game eruit gaat zien. Daarna wordt er een kartonnen bordspel van de game gemaakt. Vervolgens gaan de programmeurs en de geluidstechnici aan de slag. Als laatste komen de testers aan de beurt. Zij spelen alle levels wel honderd keer om zelfs de kleinste foutjes te ontdekken.


Slide 4 - Slide

Uitleg
  1. Chronologisch verband: volgorde van tijd (horizontaal).
  2. Opsommend verband: dingen opnoemen (verticaal).
  3. Tegenstellend verband: dingen die tegenover elkaar staan (botsing).
  4. Toelichtend verband: extra informatie (voorbeelden).

Slide 5 - Slide

Er zijn veel dingen die ik leuk vind om na schooltijd te doen. Om te beginnen ben ik gek op lezen, dat doe ik iedere dag. Daarnaast ga ik iedere week meerdere keren te hardlopen. Ten slotte ben ik twee keer per week in de sporthal om te badmintonnen.
A
Chronologisch verband
B
Opsommend verband
C
Tegenstellend verband
D
Toelichtend verband

Slide 6 - Quiz

Wie goed wil badmintonnen, moet bijvoorbeeld snel kunnen lopen, verschillende slagen kunnen spelen en de shuttle goed kunnen plaatsen.
A
Chronologisch verband
B
Opsommend verband
C
Tegenstellend verband
D
Toelichtend verband

Slide 7 - Quiz

Hoe maak je zandkoekjes? Eerst doe je alle ingrediënten in een kom. Daarna kneed je ze tot een samenhangend deeg. Vervolgens maak je er koekjes van, die je ten slotte afbakt in de oven.
A
Chronologisch verband
B
Opsommend verband
C
Tegenstellend verband
D
Toelichtend verband

Slide 8 - Quiz

Er zijn heel veel dingen die ik leuk vind, maar ik heb niet overal tijd voor. Als ik op maandag wil hardlopen, staat daar tegenover dat ik mijn badmintontraining moet overslaan. Hoewel ik dus heel veel wil, kan ik niet alles doen wat ik graag zou willen.
A
Chronologisch verband
B
Opsommend verband
C
Tegenstellend verband
D
Toelichtend verband

Slide 9 - Quiz

Filmpje
Maak aantekeningen in Word. Straks stel ik een paar vragen over het filmpje.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Vragen filmpje

Slide 12 - Slide

Nieuwsbegrip
1. Ga naar www.nieuwsbegrip.nl
2. 
Log in met:
Gebruikersnaam: je leerlingnummer (zelfde als Magister)
Wachtwoord: Welkom01

3. Ga naar Archief en kies het onderwerp Energiedrankjes (week 3).

Slide 13 - Slide

Zelfstandig werken

1. Maak op Nieuwsbegrip: andere tekstsoort + woordenschat

2. Maak opdr. 1 (blz. 133).

3. Ga leren voor de toets.



Afspraken
1. Overleggen? Zachtjes!

2. Je blijft op je plek.

3. Je bent bezig met de opdracht.

timer
20:00

Slide 14 - Slide

Terugvragen lesdoelen

Slide 15 - Slide