This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slide and 3 videos.
Items in this lesson
Ken je zorgvrager
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Waaruit kan jouw begeleidende rol bestaan bij een oudere oncologische zorgvrager?
Slide 3 - Open question
Leg door middel van een voorbeeld uit hoe je iemand kan begeleiden op psychomotorisch gebied.
Slide 4 - Open question
Welke ervaring heb je met het begeleiden van zorgvragers met een cardiologische aandoening?
Slide 5 - Open question
Hoe kan je iemand op cognitef gebied ondersteunen bij psychosociale zelfredzaamheid? geef een voorbeeld
Slide 6 - Open question
Op welke manieren kun je de familie of naasten begeleiden?
Slide 7 - Open question
Wat zijn de valkuilen tijdens het begeleiden van zorgvragers? (Bij wonen)
Slide 8 - Open question
Wat vind jij belangrijk in begeleiding aan een zorgvrager?
Slide 9 - Open question
Pijngedrag is............ bij de zorgvrager
A
wat je hoort
B
wat je ziet
C
wat je denkt
D
wat je voelt
Slide 10 - Quiz
Begeleiding op affectief sociaal gebied heeft als doel dat de zorgvrager ondersteuning accepteert bij het ontwikkelen van een sociaal netwerk en in een veilige omgeving passend gedrag kan tonen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
Zorgvragers hebben een eigen transferprotocol
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
Begeleiding op cognitief gebied heeft als doel dat de zorgvrager kan herkennen en verwoorden wat zijn beperkingen zijn bij het vervullen van zijn sociale rol en waardoor deze zijn ontstaan.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quiz
Waarom is het nodig dat we zoveel mogelijk gegevens over de zorgvrager verzamelen
A
Zodat we de zorgvrager goed leren kennen
B
Zodat we de zorgvrager goed kunnen begeleiden
C
Zodat we de zorgvrager kunnen helpen bij zelfzorg en gezondheid
D
A, B en C zijn goed
Slide 14 - Quiz
Begeleiding op psychomotorisch gebied heeft als doel dat de zorgvrager passend gedrag kan tonen naar anderen buiten zijn gezinssituatie en zijn gevoelens daarover kan uitspreken
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Video
"een geldbedrag waarmee de zorgvrager zelf hulp en begeleiding kan inkopen" noem je;
A
PGZ
B
GPM
C
PMG
D
PGB
Slide 17 - Quiz
Om een zorgvrager juist te kunnen bejegenen, pas je afhankelijk van de zorgvrager je visie steeds aan?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quiz
Het is belangrijk om de waarden en normen van vroeger te kennen, zodat je de beleving en reacties van oudere zorgvragers kunt begrijpen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
Wat observeer je NIET bij een benauwde zorgvrager
A
Kleur van zorgvrager
B
Sputum
C
Pijn
D
Oog opslag
Slide 20 - Quiz
Een ondervoede zorgvrager heeft te weinig voedingstoffen, daarom zien deze zorgvragers er altijd sterk vermagerd uit.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quiz
Welke mensen zijn zorgvragers?
timer
0:15
A
kinderen
B
volwassenen
C
ouderen
D
alle leeftijden
Slide 22 - Quiz
Waar moet je aan denken bij het begeleiden van een zorgvrager met een depressie? (Kunnen meerdere antwoorden goed zijn)
A
Dag-structuur bieden, Luisteren naar zijn/ haar gevoelens.
B
Proberen een depressieve zorgvrager op te vrolijken tijdens een negatieve periode