Spelling (niet ww) 1havo H1 t/m H6

Herhaling van de woorden uit de paragraaf 'Spelling' van hoofdstuk 1 t/m 6
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Herhaling van de woorden uit de paragraaf 'Spelling' van hoofdstuk 1 t/m 6

Slide 1 - Slide

Noteer de nummers van de woorden die je met een hoofdletter schrijft.

1 thalys 2 IJsselmeer 3 jacob 4 boekhandel 5 computer 6 waal
7 wieringerwaard 8 lente 9 westen 10 kangoeroe 11 renault
12 pannenkoe 13 september 14 zweedse

Slide 2 - Open question

Neem de zin over en plaats de hoofdletters en leestekens.
1. waarom wilde mevrouw van der woude dit jaar naar het oost-europese bulgarije op vakantie

Slide 3 - Open question

Neem de zin over en plaats de hoofdletters en leestekens.
2. de heer s. de haan maakte met de gooische moordenaar, een stoomtram van de gooische tramweg maatschappij, een ritje naar laren

Slide 4 - Open question

Maak van de volgende woorden het verkleinwoord:

Haring

Slide 5 - Open question

jongen

Slide 6 - Open question

Schip

Slide 7 - Open question

Logé

Slide 8 - Open question

Ketting

Slide 9 - Open question

Neem de woorden over en vul op de puntjes au of ou in.
1 …tistisch 2 enth…siast 3 f…tloos 4 huish…dster

Slide 10 - Open question

Noteer het meervoud van de woorden.
1 hortensia 2 revue 3 penalty 4 etui 5 tattoo

Slide 11 - Open question