JOB INTERVIEW

WIE BEN IK?
- Cassie Kempka, zingen/muziek algemeen, acteren, Engels
- 26 jaar
- derdejaars studente leraar Engels op de HAN

- Goede examentrainer omdat: 
- Enthousiasme                                      - Geduld
- Flexibel, bereikbaar                            - Presenteren (acteren, voor groepen            - Lesson Up                                                                              staan / optreden)
- Leerlingen begeleiden                     
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

WIE BEN IK?
- Cassie Kempka, zingen/muziek algemeen, acteren, Engels
- 26 jaar
- derdejaars studente leraar Engels op de HAN

- Goede examentrainer omdat: 
- Enthousiasme                                      - Geduld
- Flexibel, bereikbaar                            - Presenteren (acteren, voor groepen            - Lesson Up                                                                              staan / optreden)
- Leerlingen begeleiden                     

Slide 1 - Slide

Motivatie
- Veel tijd over (2 dagen les per week)
- Waardevolle ervaringen voor mijn eigen toekomstige functie
- Waarom Athena? 
Interesse (zelf curriculum opstellen, het proces hiervan etc.)


Slide 2 - Slide

GRAMMATICA OVERZICHT UNIT 1
- Past Simple 
- Past Continuous
- Past Simple vs. Past Continuous
- Present Perfect
- Past Simple vs. Present Perfect 
- Used to + hele WW
- Articles

Slide 3 - Slide

Past Simple
Je gebruikt de Past Simple als iets in het verleden is gebeurd en het belangrijk is wanneer dit is gebeurd.
* In de zin staan dingen als: last night, in 2015,  this morning, last weekend

- Bij regelmatige werkwoorden eindigt het op -ed
- Onregelmatige werkwoorden hebben een eigen vorm

* Bij vraagzinnen + ontkennende zinnen gebruik je: Did/Didn't + hele werkwoord

Slide 4 - Slide

Examples
Bevestigend

I played a game yesterday.


They tried to listen last night.


She broke her arm in 2015.


He taught them how to do that a week ago.


Ontkennend

I didn't play a game yesterday.


They didn't try to listen last night.


She didn't break her arm in 2015.


He didn't teach them how to do that a week ago.
Vragend

Did
I play a game yesterday?


Did they try to listen last night.


Did she break her arm in 2015.


Did he teach them how to do that a week ago.


Slide 5 - Slide

!! UITZONDERINGEN REGELMATIGE WW !!
Werkwoord eindigt op -e
--> Alleen -d toevoegen

Werkwoord eindigt in medeklinker + -y
--> Medeklinker + -ied

Werkwoord met 1 lettergreep dat eindigt op medeklinker
- Medeklinker verdubbelen + -ed
(klinkers in: de a, e, i, o en u. Ook de IJ)

Werkwoord met meer lettergrepen dat eindigt op -l
--> lled
Arrange - Arranged
Bake - Baked

Try - Tried
Marry - Married

Plan - Planned
Swap - Swapped

Travel - Travelled
Expel - Expelled

Slide 6 - Slide

Present Perfect
Je gebruikt de Present Perfect als: 
1. Iets in het verleden is gebeurd en het niet belangrijk is wanneer
2. Iets in het verleden is begonnen en nog steeds doorgaat. (Since, for, in)
3. Iets in het verleden is gebeurd waarvan je nu het resultaat ziet. 
4. Iets net of iets nog niet is gebeurd.  (Just, lately, recently, yet)
- Have/Has + Voltooid Deelwoord

- Bij regelmatige werkwoorden eindigt het op -ed
- Onregelmatige werkwoorden hebben een eigen vorm

Als je wilt vertellen dat iets al gebeurd is, dan gebruik je een voltooid deelwoord in een zin.
Voltooid betekent dat iets af is. Er gebeurt daarna niets meer.
* SHIT-S: Bij she/he/it gebruik je has. 



Slide 7 - Slide

Examples
Bevestigend

I have played a game.


They have tried to listen.


She has broken her arm.


He has taught them how to do that.


Ontkennend

I haven't played a game.


They haven't tried to listen.


She hasn't broken her arm.


He hasn't taught them how to do that.
Vragend

Have 
I played a game?


Have they tried to listen.


Has she broken her arm.


Has he taught them how to do that.


Slide 8 - Slide

Past Simple vs. Present Perfect
Past Simple
  • Als iets in het verleden gebeurt is en het is belangrijk wanneer.



  • Regelmatige werkwoorden -ed
  • Onregelmatige werkwoorden hebben een eigen vorm
    (break, broke, broken)
  • Bij ontkennende en vragende zinnen: Did/Didn't + hele werkwoord
Present Perfect
  • Als iets in het verleden is gebeurd en het is niet belangrijk wanneer
  • Als iets in het verleden is begonnen en nog steeds doorgaat
  • Als iets in het verleden is gebeurd waarvan je nu resultaat ziet
  • Als iets net of nog niet is gebeurd

  • Have/Has + Voltooid Deelwoord
    * Regelmatige werkwoorden -ed
     
    * Onregelmatige werkwoorden  hebben een eigen vorm
    (break, broke, broken)

Slide 9 - Slide

EXAMPLES
Past Simple

  • I played a game last night.
     I broke my arm two weeks ago.

  • Did you play a game last night?
     Did you break your arm two weeks   ago?

  • I didn't play a game last night.
    I didn't break my arm two weeks ago.

Present Perfect

  • I have played a game.
     I have broken my arm.

  • Have you played a game?
     Have you broken your arm? 


  • I haven't played a game.
     I haven't broken my arm. 

Slide 10 - Slide

Past Continuous
Je gebruikt de Past Continuous als je zegt wat er op een bepaald moment aan de gang was OF wat je toen aan het doen was.

Je maakt de Past Continuous: 
- to be (was/were) + werkwoord + ing

Ezelsbruggetje: 
Past ContINGuous


Slide 11 - Slide

Examples
Bevestigend

I was playing a game.


They were trying to listen.


She was working in 2015.


He was teaching them how to do that when I rang.


Ontkennend

I wasn't playing a game.

 


They weren't trying to listen.




She wasn't working in 2015.





He wasn't teaching them how to do that when I rang.
Vragend

Was I playing a game yesterday?





Were they trying to listen?




Was
 she working in 2015?




Was he teaching them how to do that when I rang?


Slide 12 - Slide

Past Simple vs. Past Continuous
Past Simple
  • Als iets in het verleden gebeurt is en het is belangrijk wanneer.



  • Regelmatige werkwoorden -ed
  • Onregelmatige werkwoorden hebben een eigen vorm
    (break, broke, broken)
  • Bij ontkennende en vragende zinnen: Did/Didn't + hele werkwoord
Past Continuous
  • Als je zegt wat er op een bepaald moment in het verleden aan de gang was;
  • Wat je toen aan het doen was

  • To be (was/were) + werkwoord + ing

    Past ContINGuous

Slide 13 - Slide

EXAMPLES
Past Simple

  • I played a game last night.
     They worked two weeks ago.

  • Did you play a game last night?
     Did he work two weeks ago?

  • I didn't play a game last night.
     They didn't work two weeks ago.

Past Continuous

  • I was playing a game.
     They were working.

  • Were you playing a game?
     Was he working

  • I wasn't playing a game.
     They weren't working

Slide 14 - Slide

Used to + hele WW
Je gebruikt used to + hele werkwoord om te zeggen wat er vroeger altijd gebeurde (dus nu niet meer).

* We used to go on a holiday in Spain,
but now we always go to Italy.
* He used to shave his beard, but now he looks like Gandalf.
* He used to be bad at Fortnite, but now he's a pro.

Slide 15 - Slide

Articles
Geen 'the' als je in het algemeen verwijst naar:
- Publiek gebouw 
- Een jaargetijde
- Een maaltijd
Bij de uitdrukkingen:
- To be at ø work
- To go by ø car 
- To dress in ø white

WEL 'the' als je in het specifiek verwijst naar: 
- Publiek gebouw
- Een jaargetijde
- Een maaltijd
- Na play als je het hebt over muziekinstrumenten
- Bij bepaalde uitdrukkingen: the sooner, the better

Geen a of an
Bij een beroep dat 1 iemand doet (president, koning etc.)

WEL a of an
- Bij een beroep dat meer mensen doen
- Bij nationaliteiten
- Bij religies

Bij de volgende uitdrukkingen: 
- One mile an hour 
- To be in a hurry
- Without a ticket / trace / job


Slide 16 - Slide

Examples
The

They built the hospital in 2015.


She was born in the winter of 1995. 

The diner we had today was amazing! 

The sooner, the better. 
 
They play the drums. 

a / an

She is an actor

He is an Egyptian

He is a Christian

One mile an hour

I am in a hurry

Without a ticket / trace / job


Niks --> ø 

He was taken to ø hospital in an ambulance.

I love ø winter

Sometimes I skip ø diner.

To be at ø work.

To go by ø car.

To dress in ø white.

I want to be ø president.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide