Studyflow W1.2 leerjaar 1

Studyflow W1.2
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Studyflow W1.2

Slide 1 - Slide

Lesdoelen:

  • Na deze les weet je dat een werkwoord verschillende vormen heeft.

  • Je kunt de persoonsvorm, het voltooid deelwoord en het hele werkwoord/infinitief in zinnen herkennen.


Slide 2 - Slide

Persoon, getal en tijd

korte herhaling:

  • Een werkwoordsvorm heeft altijd een persoon en een getal
  • Een werkwoordsvorm staat ook altijd in een bepaalde tijd
  • De persoon is de eerste, de tweede of de derde persoon en het getal is enkelvoud (ev) of meervoud (mv).

Slide 3 - Slide


Noteer de persoon, het getal en de tijd van onderstaande zin.

Jullie gaven hem een leuk cadeau.


Slide 4 - Open question


Noteer de persoon, het getal en de tijd van onderstaande zin.

Mandy heeft gemopperd over haar zusje.


Slide 5 - Open question


Noteer de persoon, het getal en de tijd van onderstaande zin.

Ik wilde dat echt niet.


Slide 6 - Open question

werkwoord: verbeteren
vorm van het werkwoord
Ik verbeter de tekst
persoonsvorm1e persoon enkelvoud tegenwoordige tijd
Hij verbetert de tekst
persoonsvorm 3e persoon enkelvoud
tegenwoordige tijd
Hij verbeterde de tekst.
persoonsvorm 3e persoon enkelvoud verleden tijd
Hij heeft de tekst verbeterd
voltooid deelwoord
Hij gaat de tekst verbeteren
hele werkwoord/infinitief
Verbeter de tekst nu eens!
gebiedende wijs

Slide 7 - Slide

  • Om te weten hoe je de vormen van een werkwoord moet schrijven, moet je deze herkennen en weten welke regel je moet toepassen.

  • De eerste stap is altijd: je zoekt de persoonvorm(en) in de zin.

  • Is het werkwoord geen persoonsvorm, dan ga je na of je te maken hebt met een voltooid deelwoord, of het hele werkwoord/infinitief.

Slide 8 - Slide


Hoe zoek je de persoonsvorm?

Slide 9 - Open question


Wat is het onderstreepte werkwoord voor een vorm?
 
Wanneer wordt die lastige som aan ons uitgelegd?

A
persoonsvorm tegenwoordige tijd
B
persoonsvorm verleden tijd
C
voltooid deelwoord
D
het hele werkwoord

Slide 10 - Quiz


Wat is het onderstreepte werkwoord voor een vorm?
 
Het gebeurde gisteren rond elf uur 's ochtends.

A
persoonsvorm tegenwoordige tijd
B
persoonsvorm verleden tijd
C
voltooid deelwoord
D
het hele werkwoord

Slide 11 - Quiz


Wat is het onderstreepte werkwoord voor een vorm?
 
Wat gaat zij nu aan haar ouders vertellen?

A
persoonsvorm tegenwoordige tijd
B
persoonsvorm verleden tijd
C
voltooid deelwoord
D
het hele werkwoord

Slide 12 - Quiz


Wat is het onderstreepte werkwoord voor een vorm?
 
Ik geloof niet dat hij zoiets verzint.

A
persoonsvorm tegenwoordige tijd
B
persoonsvorm verleden tijd
C
voltooid deelwoord
D
het hele werkwoord

Slide 13 - Quiz

persoonsvorm
verleden tijd
persoonsvorm
tegenwoordige tijd
voltooid deelwoord
infinitief
(hele ww)
Hebben jullie veel huiswerk moeten maken?
Ik heb de uitleg niet begrepen.
Zij waren aan het fietsen.
Zij besloten een ijsje te gaan eten.
Ik heb het geheim niet doorverteld.

Slide 14 - Drag question

Zelf aan de slag:

Ga naar: 

Magister - ELO - bronnen - Kennisnet - Studyflow - Taal.
Lees de uitleg en maak de oefeningen van W1.2




Slide 15 - Slide