This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Formatieve toets V2 PWW1
Slide 1 - Slide
vas-y
A
ga je gang
B
wees niet bang
C
kom maar
D
rust goed uit
Slide 2 - Quiz
Fais une phrase avec le mot: arrêter Let op: vervoeg dit werkwoord in de passé-composé
Slide 3 - Open question
aanraden
A
conseiller
B
essayer
Slide 4 - Quiz
jouer de la musique
A
muziek spelen
B
volleyballen
C
sporten
D
het hoofd
Slide 5 - Quiz
car
courir
inoubliable
raconter
want
rennen
onvergetelijk
vertellen
Slide 6 - Drag question
Vocabulaire
apprendre 4
le genou
progresser
la voix
vérifier
vas-y
de knie
vooruitgaan
de stem
ga je gang
controleren
Slide 7 - Drag question
Wat is: en effet
A
toch
B
inderdaad, zeker
C
ten eerste
D
natuurlijk
Slide 8 - Quiz
Traduis en néerlandais: la balade
Slide 9 - Open question
ton, ta, tes = ............
A
mijn
B
jouw
C
zijn
D
haar
Slide 10 - Quiz
mijn broer
A
ma frère
B
son frère
C
sa frère
D
mon frère
Slide 11 - Quiz
haar verhaal
A
sa histoire
B
son histoire
C
ses histoire
D
ton histoire
Slide 12 - Quiz
zijn ontdekking
A
son découverte
B
sa découverte
C
ta découverte
D
ton découverte
Slide 13 - Quiz
leur, leurs = ...............
A
hun
B
zijn - haar
C
onze
D
jullie - uw
Slide 14 - Quiz
Complétez (schrijf de twee ontbrekende woorden onder elkaar op.) 1.(mijn) _______________ soeur s’appelle Marie. 2.(zijn) _______________ classeur est bleu.
Slide 15 - Open question
traduis : leur avion
Slide 16 - Open question
Jouw in het Frans=
A
mon-ma-mes
B
son-sa-ses
C
ton-ta-tes
D
votre-vos
Slide 17 - Quiz
ML enk
VR enk
MV
Mijn
Jouw
Zijn/haar
Ma
Mon
Mes
Ton
Ta
Tes
Son
Sa
Ses
Slide 18 - Drag question
zijn / haar
jouw
mijn
mon
ma
mes
ses
sa
son
ton
ta
tes
Slide 19 - Drag question
Wat betekent: ton , ta , tes?
Slide 20 - Open question
Choisis: mon / ma / mes Ça c'est .... copine (v)
A
mon
B
ma
C
mes
Slide 21 - Quiz
Mon, ma, mes? ___ devoirs (m)
A
mon
B
ma
C
mes
Slide 22 - Quiz
Mon, ma, mes? ___ parents (mv)
A
mon
B
ma
C
mes
Slide 23 - Quiz
De vorm van het bezittelijk voornaamwoord (mon/ma/mes) wordt bepaald door:
A
Of de persoon een man, vrouw of meerdere personen zijn
B
Of het werkwoord m/v/mv is
C
Of het zelfstandig naamwoord m/v/mv is
D
Dat ligt aan de vertaling van het woord.
Slide 24 - Quiz
(jouw) livres
Slide 25 - Open question
(jouw) parents
Slide 26 - Open question
uitwisselen
ontdekken
stoppen
plaatsen
zoeken
voorstellen
placer
arrêtrer
proposer
échanger
découvrir
rechercher
Slide 27 - Drag question
Vertaal: Wat is je lievelingssport? gebruik page 77
Slide 28 - Open question
de jongere
A
l'ado
B
l'oda
C
l'adore
Slide 29 - Quiz
Betekenis: Tu joues d'un instrument?
Slide 30 - Open question
vertaal: wanneer spreken we af? gebruik pagina 76
Slide 31 - Open question
Vertaal: C'est quoi, ton sport préféré ?
Slide 32 - Open question
Vertaal naar het Nederlands: Excusez-moi, c'est une erreur.